Site-archief
De Rotterdamse school
Poëziepodcast
.
Als je er bij wil horen tegenwoordig dan doe je dat toch vooral middels een podcast. De podcast is alom vertegenwoordigd en werkelijk over elk denkbaar onderwerp zijn podcasts te beluisteren. Gek genoeg zijn er over poëzie eigenlijk heel weinig podcasts.
Zo heb je de podcast Poëzie vandaag. Dichter Ellen Deckwitz leest iedere ochtend van elke werkdag een Nederlands of vertaald gedicht aan je voor in deze podcast. Daarbij legt ze uit wat de dichter volgens haar heeft bedoeld, geeft ze achtergrondinformatie en vertelt ze waarom de teksten haar zo raken.
Er is de Poëziepodcast van Daan Doesborgh die hij maakt met de SLAA (Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). Daan spreekt in deze podcast met dichters over hun werk.
Dan heb je de onvolprezen podcast van Feest der poëzie over vormvaste dichtkunst, klassieke voordrachtskunst en andere klassieke onderwerpen uit de literatuurgeschiedenis.
En zo zijn er nog een aantal wat minder bekende te lezen op deze website.
De leukste podcast over poëzie vind ik persoonlijk De Rotterdamse school gemaakt en gepresenteerd door dichters Daniel Dee en Mark Boninsegna. Poëzie op zijn Rotterdamst, met bravoure en enige baldadigheid bespreken de beide heren de actualiteit, dichters en dichtbundels. Sinds enige tijd nodigen zij ook dichters uit in hun podcast als gast. Inmiddels zijn er 45 afleveringen van deze podcast verschenen en als je je niet door de Rotterdamse inborst van deze twee laat afleiden dan is er veel te genieten. Want er wordt ook serieus over poëzie, dichters en dichtbundels gesproken.
In de laatste aflevering kwam MUGzine aan bod. Lovende woorden van de heren over dit kleinste en meest eigenzinnige poëzietijdschrift en een mooie bespreking van de laatste editie #16 (# 17 staat op de rol voor media april/ begin mei). In deze aflevering draagt Mark Boninsegna het voorwoord, wat vaak al een gedicht op zich is voor en dat deel ik hier graag met jullie. Elke twee weken een nieuwe aflevering die ik graag aanbeveel.
.
Vannacht voel ik de golven van de zee, de
zee die zichzelf herhaalt en luid huilend
overstroomt. Die ene keer per jaar als het
schuim groen oplicht en de vissen lijken te
zweven. Hoe ik, overgeleverd aan de grillen
van Poseidon, opnieuw onsterfelijk word
onder de zoute aanraking van het zand
en het water die nooit volledig in elkaar
opgaan.
.
Colod, cold water surrounds me now
And all I have is your hand
.
Les in poëzie
Korte gedichten
.
Na een gastles op het Lyceum Rotterdam was ik opnieuw gevraagd door vriend Bart (docent Nederlands) maar nu voor een gastles aan de Montessori MAVO Rotterdam voor een brugklas. Omdat de lesuren hier 80 minuten duren (in tegenstelling tot het Lyceum waar ze 50 minuten duren) had ik mijn lesstof uitgebreid. Dit keer niet alleen een korte introductie over het korte gedicht met een uiteenzetting van de haiku, het elfje en de luule maar dit keer aangevuld met het naamgedicht of acrostichon.
Een acrostichon (ook: naamdicht of lettervers) is een gedicht waarvan bepaalde, meestal de eerste, letters van iedere regel of strofe, achter elkaar gelezen zelf ook een woord of zin vormen. Betreft het niet de eerste, maar de middelste letters, spreekt men ook wel van een mesostichon. Het woord acrostichon is een samenvoeging van de Griekse woorden akros (uítstekend) en stichos (rij, vers).
Misschien het de beroemdste maar niet perse bekendste naamgedicht is de tekst van het Nederlandse volkslied, het Wilhelmus, waarvan de eerste letters van de coupletten in de originele spelling samen de naam ‘Willem van Nassov’ vormen. In de tijd dat het Wilhelmus werd geschreven waren de u en de v uitwisselbaar.
Dit keer een kleine klas met 12 leerlingen maar de resultaten waren opnieuw verrassend. Na soms een aarzelende start schreven alle leerlingen een gedicht (de meeste een elfje of een naamgedicht). Sommige leerlingen bleken over een goeie fantasie te beschikken. Hier een paar voorbeelden van een luule (in dit geval een klankgedicht), een naamgedicht en twee elfjes.
.
Gesprek
.
bla bla
bla bla
bla bla
bla bla
SCHREEUW
bla bla
bla bla
bla bla
SSST….
.
Lekker buiten
In de zon
Super gezellig met elkaar
Appeltaart erbij en klaar
.
Tas
op school
met de fiets
huiswerk moet je maken
zwaar
.
Potlood
schetsen maken
en dan overtrekken
uitgummen en dan klaar
kunstwerk
.
Poëziewandeling
Maarten van den Elzen
.
Ik schreef al vaker over literaire wandelingen en poëziewandelingen. Dit keer wil ik aandacht besteden aan de poëziewandeling in Uden onder leiding van dichter en voormalig stadsdichter van Uden (2006/2007) Maarten van den Elzen. Afgelopen zomer kon je met de dichter een wandeling maken van anderhalf uur langs gebouwen en plekken in Uden waar gedichten van Maarten te zien en te lezen zijn. De wandeling begon in de bibliotheek en ging langs historische plekken als de Kruisherenkapel en theater Markant.
Tijdens de 2,5 kilometer lange wandeling hoef je geen emotioneel of inspirerend cliché-verhaal aan te horen over het moment waarop Van den Elzen plots het idee kreeg om een gedicht over bijvoorbeeld de molen van Jetten te maken. Hij kreeg simpelweg de opdracht om er gedichten over te maken. Het zijn toegankelijke gedichten die iedereen kan begrijpen. De uitgewerkte gedichten variëren van grotere kunstwerken tot intiemere werken. Tijdens de wandeling is er ook geen sprake van een monoloog van de dichter, hij wil juist het gesprek aan gaan met de toehoorders over poëzie en de geschiedenis van Uden.
Op https://www.poeziewandeling.nl lees je meer informatie over de wandeling. Hieronder een gedicht van Maarten van den Elzen.
.
Tot in de Nederige Madeliefjes
.
ik heb uw gezicht
gezocht tussen
altaren die
hemelhoog
torenden tussen
getorste
kandelabers en in
het gekleurde licht
van de glas-in-lood ramen
.
maar ook tussen de
bomen die zo dicht
bij elkaar staan dat
het daglicht blijft
steken in hun
schaduw
.
en natuurlijk
tussen bloemen in
de arrogantie van
gladiolen tot in de
nederige
madeliefjes
.
ik heb uw gezicht
gezocht tussen de
mensen
.
Woorden zijn daden
Derek Otte
.
In 2017 en 2018 was Derek Otte stadsdichter van Rotterdam. De gedichten die hij in die periode schreef zijn gebundeld in de bijzonder fraai vormgegeven en uitgegeven bundel ‘Woorden zijn daden’ een knipoog naar het clubleiding van Feyenoord ‘Geen woorden maar daden’.
In de bundel bedankt Derek Otte alle Rotterdammers, zijn stadsgenoten, dat ze naar hem hebben geluisterd, met hem hebben geluisterd, met hem en met het hart op de tong gesproken hebben en met hem een stukje geschiedenis hebben geschreven.
Ik vind dat een prachtig uitgangspunt en streven om als stadsdichter samen met de mensen in de stad in gesprek te gaan en van daaruit iets te maken waarin men zich kan herkennen en dat de tijdgeest weergeeft. In die zin kan een stadsdichter actief aan een stukje moderne geschiedschrijving doen in poëtische vorm.
.
In de bundel staan vele mooie gedichten waaruit het nog niet makkelijk kiezen was. Ik koos voor het gedicht ‘Kerel’ voorgedragen bij de uitvaart van het anonieme jongetje uit 2017. Zo’n titel bij een dergelijk gedicht kan alleen uit Rotterdam komen.
.
Kerel
.
zonder bouwen gebroken
soms is ons bestaan waanzin
wanneer de tijd van komen
meteen de tijd van gaan is
.
meer vragen dan dagen
geen antwoord te pakken
je wiegje de aarde
’t zou niet mogen passen
.
je had moeten gaan kruipen
spelen, lachen en praten
nieuwsgierigheid gebruiken
voetstappen achterlaten
.
dat je nu slapen kunt
niet te lijden meer hoeft
is de enige rust
het is droefenis troef
.
en je kunt ons niet verstaan
terwijl je voor altijd leeft
want je bent niet echt gegaan
als je niet echt bent geweest
.
dus staan we hier, kerel
zo samen om je heen
want weet je, Rotterdammers…
laten elkaar nooit alleen
.