Site-archief

Treinen en frambozen

Erotiek op zondag

.

Patricia Lasoen (1948) is een Vlaams dichter die in 1968 debuteerde met de bundel ‘Ontwerp voor een Japanse houtgravure’. Ze werd samen met dichters als Daniel van Rijssel, Herman de Coninck, Jan Vanriet en Roland Jooris tot de zogenaamde nieuw-realisten gerekend. Zelf denkt ze daar genuanceerder over, in haar werk komen ook surrealistische elementen voor en daarnaast is haar poëzie soms magisch-realistisch en dan weer sociaal geëngageerd.

In 1993 publiceerde dichter Patricia Lasoen de bundel ‘De wanhoop van Petit Robert’. Uit de recensie destijds van NBD Biblion: “Het droomachtige en beeldrijke is uit haar poëzie verdwenen om plaats te maken voor bitterheid en ontgoocheling.” Het gedicht ‘Treinen en frambozen uit deze bundel voldoet echter nog steeds aan de kenmerken droomachtig en beeldrijk. De erotiek die ze opvoert in de eerste zin van dit gedicht is in de rest van het gedicht steeds duidelijker aanwezig en steeds meer voelbaar.

.

Treinen en frambozen

.

Treinen vind ik erotisch, zei ze

en frambozen.

Treinen: hun weg is voorgebaand,

ze zoeven door het landschap

genadeloos; soms lijken ze wel wreed

zoals ze onbarmhartig bermen vol

met bloeiend onkruid achterlaten –

en dan, hoe ze zich in beweging zetten:

nauwelijks merkbaar eerst

met kleine schokjes, en pas na een tijd

komen ze tot hun volle kracht

en fluitend razen ze voorbij signaal

en overweg, en over water

ze komen dan geruisloos stil –

een schok kaatst soms onzacht

hun inhoud en hun doel terug.

.

Frambozen staan vanzelf

met liefde in verband:

hun zachte huid en nauwelijks voelbare haartjes

worden liefs tegelijk met

lippen, tong en huig geproefd

langzaam smelten ze open

en naderhand weer dicht

je hoeft ze zelfs niet aan te raken –

direct nadien zijn ze ontastbare herrinering.

.

Guide to change

Judith Herzberg

.

Van de NBD Biblion (de organisatie die onder andere ervoor zorgt dat bibliotheekboeken van een harde kaft worden voorzien) kreeg ik deze week een lijvig boekwerk met de titel ‘Guide to change’ . In eerste instantie kon ik weinig wijs uit het meer dan 200 pagina’s tellende boekwerk en heel eerlijk, ik ben er nog steeds niet helemaal achter wat nu precies de bedoeling van dit pak papier is.

Voorin wordt een tipje van de sluier opgelicht: ‘Deze gids beschrijft de reis van verwarring via verbinding, naar vernieuwing.’ Wel, die verwarring klopt. Verder staat er nog: ‘Deze gids leidt u langs managementfilosofen, interviews, diy-vragen kunst en poëzie naar nieuwe inspiratie, inzichten en wijsheden’.

Dus ook poëzie. Ik ben op zoek gegaan en inderdaad er staat ook poëzie in dit boekwerk. Daarom deze post want een gedicht van Judith Herzberg deel ik graag.

.

Ja

.

Hij loopt met iets zwaars voor haar uit.

Zij blijft staan.Zij roept, van de straat, hem iets na,

hij, terwijl hij een huis binnen gaat,

een kort ‘ja’.

.

Niet van jaha van moeders die zich vervelen

niet het ja van oja goed want bijna vergeten

niet het ja van wees maar gerust

niet een ja als een knal

niet een ja uit twee delen

zo’n ja waar een nee onder schuilt

niet een ja van: ik ben zo terug

niet een ja van: hou me niet tegen.

.

Niet een ja half als vraag;

dat zien we nog wel

een misschien, een vermoeden-

.

Maar een dag-in-dag-uit ja

een ja ten overvloede.

.

yes-2

Dichters en schrijvers begraafplaats

Schoonselhof in Antwerpen

.

Op 2 augustus 2012 schreef ik over het zeer aardige en mooi vormgegeven boek ‘O en voorgoed voorbij’ dat door de NBD Biblion en De Arbeiderspers werd uitgegeven in dat jaar met een overzicht van een aantal graven van Nederlandse schrijvers en dichters. Ik moest hieraan denken toen ik via een foto op de Wikipediapagina van Het Schoonselhof in Antwerpen terecht kwam.

Dit voormalige landgoed werd in 1911 door de stad Antwerpen aangekocht en ingericht als begraafplaats. Beroemde schrijvers en dichters hebben hier hun laatste rustplaats gevonden.

Hendrik Conscience, Willem Elsschot, Hubert Lampo, Herman de Coninck, Marnix Gijssen, Gust Gils, Gerard Walschap en Paul van Ostaijen liggen hier begraven. Mocht je dus nog eens een verloren uurtje hebben en je in Antwerpen bevinden dan kan ik een reisje naar Schoonselhof zeker aanbevelen.

Hieronder een aantal graven en, natuurlijk, een gedicht van Gust Gils (1924 – 2002) getiteld ‘Een minnend paar’ uit de bundel ‘Ziehier een dame’ uit 1957.

.

een minnend paar

.

een minnend paar man en meisje
identiteit onbekend
op een grijsgeregende morgen in een van de plattelandssteden
komen vreemd aan hun eind nl. zij vloeien
als twee vlakken natte waterverf in elkaar

liefde of toeval niemand weet het

stoffig en schraal als puin vindt men
de bewijsstukken (hun silhouetten) later
veel later
op een onverhuurde zolderkamer

.

graf-gg

Graf Gust Gils

hconscience_graf

Graf Hendrik Conscience

graf-gw

Graf Gerald Walschap

graf-hdc

Oude graf Herman de Coninck

wilrijk_graf_herman_de_coninck

Nieuwe grafsteen Herman de Coninck (2015)

Quo Vadis?

Bijbelsch

.

In 1999 gaf Jules Deelder bij De Bezige Bij de bundel ‘Bijbelsch’ uit. Uit de NBD-Biblion recensie van Bibi Dumon Tak: “Verzen vol taalfratsen die ondubbelzinnig op de bijbel slaan. En het zou Deelder niet zijn als hij dat woord consequent laat eindigen op sch. Verder veel tering en tyfus en naaien en neuken. En natuurlijk een verwijzing naar dope als Johannes de Doper ter sprake komt. Maar op zijn best is Deelder in ‘Jezus in Oostenrijk’, waar ‘Grüss Gott’ kroeskut wordt en ‘Gutentag’ kuttentak. Op de achterzijde staat de dichter zelf in de stijl van een icoon als heilige afgebeeld, met links van hem zijn eigen initialen en rechts van hem (als apostelen) die van zijn vrouw en de naam van zijn dochter. Maar omdat je God ook te vriend moet houden, staan er tussendoor ook ootmoedige woorden en blijken van dank. Want je weet maar nooit.”

.

Uit deze bundel heb ik voor het gedicht ‘Quo Vadis?’ gekozen.

.

Quo Vadis?

Op de A20 staat
een man met baard

Ik stop en vraag
waarheen hij vaart?

Ten hemel luidt
daarop zijn antwoord

Ik ga niet verder
dan Rotterdam

O prima dan pak ik
daar de metro…

.

nacht1

coverbijbelsch

Vuilnisbaklevens

Charles Bukowski

.

Poëzie kom je werkelijk overal tegen. Dat beweer ik al lange tijd en wie er oog voor heeft zal dit beamen. Vorige week kreeg ik bij het afscheid van Henk Das, directeur van de NBD Biblion (dat is de organisatie die o.a. bibliotheken in Nederland voorziet van hun boeken) een Liber Amicorum of een vriendenboek. Lezend in dit boek kwam ik in een bijdrage van collega bibliotheekdirecteur Jacques Malschaert twee gedichten tegen van Charles Bukowski.

Uit ‘De genoegens van de verdoemden’ daarom hier één van deze gedichten ‘Vuilnisbaklevens’.

.

Vuilnisbaklevens

.

de wind waait hard vanavond

en het is een koude wind

en ik denk aan

de jongens van de daklozenopvang

ik hoop maar dat er een paar bij zijn

met een fles rood

.

’t is als je bij de daklozen bent

dat je merkt dat alles

van iemand is

en dat er een slot zit op

alles.

dit is de manier waarop een democratie

werkt

je pakt wat je krijgen kan,

probeert dat te houden

en er wat bij te krijgen

als het kan

.

dit is ook de manier waarop een dictatuur

werkt

alleen knechten ze daar

hun paupers of

maken ze kapot.

.

die van ons vergeten we

gewoon.

.

in beide gevallen

staat er een harde

koude

wind.

.

genoegens

%d bloggers liken dit: