Site-archief
Jana Beranová
Geen hemel zo hoog
.
Vandaag een bijzondere versie van een dubbel-gedicht. Waar ik normaal twee gedichten van twee dichters plaats wil ik hier vandaag een uitzondering op maken. In haar bundel ‘Geen hemel zo hoog’ uit 1983 heeft dichter Jana Beranová namelijk verschillende gedichten die voor een dubbel-gedicht in aanmerking komen met titels als ‘Vuurtoren’ en ‘Lichtpunt’, ‘Rozen’ en ‘Roos’ en ‘Zonnen’ en ‘Zon’. Eigenlijk staan er verschillende dubbelgedichten in haar eerste officiële dichtbundel (na een aantal bibliofiele dichtbundels te hebben uitgegeven).
Jana Beranová (1932), de Mater Familias van de Rotterdamse dichters schrijft nog steeds. Zo stond ze nog met een gedicht in MUGzine #12 met het gedicht ‘Vraag’ uit 2022. De poëzie van Jana is on-Nederlands zo lees ik achterop de bundel ‘Geen hemel zo hoog’. Ze dicht over bomen, bergen, meren en bossen die voor haar een personificatie vormen van het leven, maar ook over het milieu en wereldgebeuren. Dat Jana geëngageerd is blijkt ook uit misschien wel haar bekendste gedicht dat heel veel publiciteit kreeg omdat het op een poster van Amnesty International stond.
.
als niemand
luistert
naar niemand
vallen er doden
in plaats van
woorden
.
Ik koos voor het dubbelgedicht uit deze bundel voor de gedichten ‘Deuren’ en ‘De deur’.
.
Deuren
.
Elke dag
worden duizenden mensen geboren
elke dag
gaan duizenden mensen dood
.
Elke dag vrijen duizenden
met andere duizenden
en moorden enkelingen
duizenden uit
.
Elke dag zoek ik naarstig
naar mensen
en ga
met mijn kop
door duizenden muren
.
De deur
.
De deur laat je komen
de deur laat je gaan
.
Dwarsdoorsnede
Reistijd Bedtijd IJstijd
.
Marjolijn van Heemstra (1981) publiceerde in 2020 de bundel ‘Reistijd Bedtijd IJstijd’ waarin ze op zoek gaat naar de tijd die ons steeds ontglipt en waar we namen aan geven om het voor onszelf begrijpelijk te maken. Maar ze toont ook hoe de tijd onze kijk op de wereld, de maatschappij en onszelf kan veranderen.
Marjolijn van Heemstra studeerde theologie en werd vervolgens dichter, schrijver, theatermaker, journalist en podcastmaker. Met haar dichtbundels en romans won ze verschillende literaire prijzen. Daarnaast maakt ze regelmatig podcasts (Sør (2018), Stadsastronaut (2019), Als geschiedenis in je opstaat (2022).
De voorstellingen van Marjolijn van Heemstra zoals bijvoorbeeld Stadsastronaut (2019) zijn poëtisch, persoonlijk en geëngageerd. Ze schrijft en speelt bijna altijd zelf en ze onderzoekt steeds opnieuw hoe we kunnen nadenken over de wereld en onszelf. Zo onderzoekt ze in De Nacht-Wacht, de waarde van de nacht en het donker in een stad met veel te veel lichtvervuiling. Een project waarmee ze het beeld dat we hebben van de duisternis wil verbeteren.
Maar terug naar de bundel ‘Reistijd Bedtijd IJstijd’. In het gedicht ‘Dwarsdoorsnede’ komen al de verschillende aandachtsgebieden en thema’s die hierboven zijn beschreven aan de orde; de tijdsbeleving, de kosmos, de invloed van tijd op de samenleving en op de stad en zelfs het rommelen met die tijd..
.
Dwarsdoorsnede
.
In de darmen van de stad
wordt gerommeld met de tijd.
Als een bloederige buik
liggen dieptelagen open.
.
Een parkeerdek ligt pal in de
middeleeuwse haven,
tussen tempels en galgen
zijn stations uitgehakt, ruim
.
als tombes. In de doorsnede
vol totems en opvallend veel
messen ligt hier en daar
een onverteerd huis
.
naast een ondergrondse akker,
waar het oude water stroomt
en wij een kosmische seconde
denderen langs scherven.
,
De honger
De Bezige Bij poëzie
.
In 1994 gaf De Bezige Bij een bloemlezing uit van dichters en gedichten uit het fonds van deze uitgeverij. Sinds de uitgave van de rijmprent ‘De achttien dooden’ van Jan Campert heeft De Bezige Bij gekozen voor poëzie in haar fonds. Uit de vele dichtbundels die ze sindsdien hebben uitgegeven koos Eddy van Vliet de gedichten die in deze bloemlezing staan.
Een van de dichters die De Bezige Bij uitgaf is de Cubaanse dichter Nicholás Guillén Batista (1902 – 1989) of Nicholás Guillén zoals zijn dichtersnaam is. In zijn werk werden de Afrikaanse wortels van de Cubaanse cultuur, die veelal werd gedomineerd door het Spaans en de Europese inbreng, benadrukt. Die Afro-Cubaanse traditie was bewaard in muziek en overleveringen die mondeling werden doorgegeven. Guillén was ook een dichter die politiek geëngageerd was. Zo was hij lid van het Centraal Comité van de Communistische Partij van Cuba en parlementslid.
In de bundel ‘De Bezige Bij bloemlezing’ staat het gedicht ‘De honger’ van zijn hand in een vertaling van Cees Nooteboom. Het gedicht verscheen in 1969 in de bundel ‘De grote dierentuin’.
.
De honger
.
Dit is de honger.
Een en al oog en hoektand.
Niets misleidt hem, niets leidt hem af.
Geen enkele tafel verzadigt hem.
Hij is niet tevreden met een ontbijt
of een avondmaal.
Wanneer hij verschijnt
is er bloed op komst.
Hij brult als een leeuw,
verstikt als een boa,
denkt als een mens.
.
De variant die u hier ziet
is gevangen in India (in de buitenwijken
van Bombay)
maar men vindt hem ook, wilder
of iets minder wild,
in vele andere streken.
.
Niet dicht bij komen.
.
Tienkamp
Theo Danes
.
Een van de leuke en bijzondere kanten van het schrijven over poëzie is toch wel dat poëzie zo uiteenlopend, verschillend en gevarieerd is. Van geëngageerde gedichten over het wereldleed, naar heel persoonlijke, verinnerlijkte gedichten tot speelse verzen en rijmen. Ik mag dan ook graag tussen alle ‘serieuze’ poëzie door ook graag bundel met light verse lezen. Niet dat light verse niet serieus is, integendeel, het is een serieuze vorm van poëzie maar in haar vorm en inhoud toch vaak wal lichter en luchtiger van toon.
Een bundel die ik graag herlees is ‘Atletische verzen’ van Ivo de Wijs en Theo Danes. In deze bundel uit 2006 louter luchtige en grappige gedichten in light verse over atletiek. Zo ook het gedicht ‘Tienkamp’ van Theo Danes. Onwillekeurig moest ik bij het lezen van dit gedicht denken aan mijn oud bibliotheekcollega en Volkskrant columnist Ionica Smeets en haar columns met als titel ‘Ionica zag een getal’. Voor degene die deze column kennen zal dit niet als een verrassing komen.
.
Tienkamp
.
Ben je tienkamper, dan zoek je
Als een wiskundefanaat
In het meerkamppuntenboekje
Waar je met je punten staat:
.
‘Virtueel heb ik de beker
Ver ging beter dan gepland
Maar na Kogel zal ik zeker
Zakken in het klassement
.
Ha! De supertijd bij Horden
Bracht mij 80 punten meer
Polsstok moet 5 meter worden
Door het puntverlies bij Speer
.
46+ bij Discus
Was niet ingecalculeerd
Bij de Sprint liep ik wat mis, dus
Is dat flink gecompenseerd’
.
Tienkampers zijn nooit verwonderd
Als de uitslag wordt vermeld
Ze zijn na de 1500
Afgemat en uitgeteld
.
Zondagskind
Akwasi
.
Enige tijd geleden was ik op een dag voor bibliotheekmensen en daar trad Akwasi op. Toen verbaasde ik mij al over alle dingen die Akwasi Owusu Ansah (1988) onderneemt: Hij is dichter, artiest, acteur, performer, schrijver, stemacteur, scenarist, presentator, gespreksleider, workshopmaster, eigenaar van muzieklabel Nederlands Dope en directeur van televisieproductiebedrijf Need Vision. Een multitalent kortom. Ik kende Akwasi destijds vooral als Spoken Word artiest die een geweldige performance neerzet met inhoud en toen ik hoorde wat hij allemaal nog meer deed werd ik bijna een beetje jaloers.
In de Poëzieweek was ik in de boekhandel om een dichtbundel te kopen en zag daar de bundel ‘Laten we het er maar niet over hebben’ van Akwasi. Die heb ik gekocht en in tegenstelling tot wat de titel suggereert wil Akwasi het er in deze bundel juist wél over hebben. Op de achterflap staat dan ook te lezen dat hij het er juist over wil hebben; over je haar, je geloof, je huidskleur, je familie, je verzwegen geschiedenis, je stijl, je hartkloppingen, je seksuele geaardheid, je fobieën en je achtergrond. En dat doet Akwasi in deze bundel op een hartverwarmende, soms schurend eerlijke maar altijd oprechte manier. Een bundel die je opnieuw aan het denken zet over onderwerpen waarvan je dacht dat je mening nu wel gevormd was.
Hoewel er niet echt sprake is van hoofdstukken (er is geen overzicht van te vinden in de bundel) worden er secties van elkaar onderscheiden door zwarte bladzijden met witte teksten als: Aan alle valse profeten,voel de toornen van mijn muziek, Soms zeg je met niet, al meer dan genoeg, Ik had al een donkerbruin vermoeden, Sirenes zijn ’s nachts het moois, Ik kan dit niet rijmen, Als ik vroeger had geleefd was ik vast een Marron geweest, en Geloof me niet op mijn blauwe ogen , geloof mij op mijn dreadlocks.
Omdat Akwasi (geboren op zondag betekent zijn naam in het Ashanti) zo’n veelzijdig mens is en zo’n geëngageerd dichter, koos ik voor het gedicht uit zijn bundel getiteld ‘i am not your negro’.
.
I am not your negro
.
ik ben die gast niet
ben niet wie je denkt
.
ben een mens
ik ben die gast niet
.
zie mij alsjeblieft als een man
en niet als een man van kleur
.
kijk nu eens en zie hier dan een hand
en niet een hand van kleur
.
ik ben een man van yes sir
maar ook een leeuw
dus ik kan rauw kijken
laat mij niet in mijn hemd staan
het is koud buiten
.
ik kom hier vandaan en ik zal hier hoogstwaarschijnlijk gaan
.
i am not your negro
.
niet je neger
niet je nigger
.
noem mij liever bij mijn naam
akwasi met de a van anton
en bedankt
.
dus heb je nog een vraag
dan ben ik graag je man
.
Treinen en frambozen
Erotiek op zondag
.
Patricia Lasoen (1948) is een Vlaams dichter die in 1968 debuteerde met de bundel ‘Ontwerp voor een Japanse houtgravure’. Ze werd samen met dichters als Daniel van Rijssel, Herman de Coninck, Jan Vanriet en Roland Jooris tot de zogenaamde nieuw-realisten gerekend. Zelf denkt ze daar genuanceerder over, in haar werk komen ook surrealistische elementen voor en daarnaast is haar poëzie soms magisch-realistisch en dan weer sociaal geëngageerd.
In 1993 publiceerde dichter Patricia Lasoen de bundel ‘De wanhoop van Petit Robert’. Uit de recensie destijds van NBD Biblion: “Het droomachtige en beeldrijke is uit haar poëzie verdwenen om plaats te maken voor bitterheid en ontgoocheling.” Het gedicht ‘Treinen en frambozen uit deze bundel voldoet echter nog steeds aan de kenmerken droomachtig en beeldrijk. De erotiek die ze opvoert in de eerste zin van dit gedicht is in de rest van het gedicht steeds duidelijker aanwezig en steeds meer voelbaar.
.
Treinen en frambozen
.
Treinen vind ik erotisch, zei ze
en frambozen.
Treinen: hun weg is voorgebaand,
ze zoeven door het landschap
genadeloos; soms lijken ze wel wreed
zoals ze onbarmhartig bermen vol
met bloeiend onkruid achterlaten –
en dan, hoe ze zich in beweging zetten:
nauwelijks merkbaar eerst
met kleine schokjes, en pas na een tijd
komen ze tot hun volle kracht
en fluitend razen ze voorbij signaal
en overweg, en over water
ze komen dan geruisloos stil –
een schok kaatst soms onzacht
hun inhoud en hun doel terug.
.
Frambozen staan vanzelf
met liefde in verband:
hun zachte huid en nauwelijks voelbare haartjes
worden liefs tegelijk met
lippen, tong en huig geproefd
langzaam smelten ze open
en naderhand weer dicht
je hoeft ze zelfs niet aan te raken –
direct nadien zijn ze ontastbare herrinering.
.
Liederen van de blauwkraanvogel
Antjie Krog
.
Antjie Krog (1952) debuteerde op haar achttiende met de dichtbundel ‘Dogter van Jefta’. Inmiddels is ze één van de belangrijkste dichters van Zuid-Afrika. Haar poëzie is persoonlijk, zintuiglijk en sterk geëngageerd. Thema’s die in het werk van Krog aan de orde komen zijn het moederschap en het ouder worden, de diepe verbondenheid en de worsteling met de ongelijkheid en het racisme in haar land. Ze neemt daarbij geen blad voor de mond. Haar stem is afwisselend woedend, kwetsbaar, hoopvol en radeloos. Haar werk is veelvuldig bekroond, onder ander met de prestigieuze Herzog-prijs, en Krogs dichterschap wordt vergeleken met dat van Sylvia Plath en Wislawa Szymborska.
In 2003 verscheen bij Uitgeverij Podium/Novib de bundel ‘Liederen van de blauwkraanvogel’ uit. In deze bundel koos Krog uit een enorm archief van de Engelsman Wilhelm Bleek. Deze verzamelde transcripties, poëzie en vertellingen van de Kaapse Bosjesmannen of Khoisan. Deze spraken een taal, het |Xam, waarvan de laatste spreker inmiddels is overleden (waarmee het |Xam een dode taal werd).
Krog las en vertaalde deze gedichten naar het Afrikaans en Robert Dorsman verzorgde de Nederlandse vertaling. Voor het goed verstaan van dit volk en hoe men leefde moet je de hele bundel lezen maar ik koos voor een gedicht getiteld ‘Het doden van een witte springbok’ of zoals de Afrikaanse titel is ‘Die doodmaak van ’n wit springbok’.
.
Het doden van een witte springbok
.
(|Han#Kass’o heeft dit van de vader van zijn moeder gehoord)
.
je maakt een witte springbok niet dood
je mag er alleen maar naar kijken
want het voelt alsof de springbok helemaal wil verdwijnen
een gewone springbok zal nooit naar de plaats komen
waar een witte springbok dood heeft gelegen
alle springbokken maken juist dat ze uit de buurt komen
laat daarom je boog zakken
daarom kijk je alleen maar naar een springbok die wit is
ook al is hij nog zo dichtbij
.
Met dank aan uitgeverijpodium.nl
Op de hoogte van de vogels
Dirk Kroon
.
Dirk Kroon (1946) schrijft al vanaf zijn debuut in 1968 aan een landschap waarin het goed toeven is. Dat schrijft Wim van Til achterop de bundel ‘Op de hoogte van de vogels’ van Dirk Kroon. Deze meer dan vuistdikke bundel is het verzameld poëziewerk van Dirk.
Ik ben de bundel aan het lezen om er een recensie aan te wijden maar omdat het zo’n dikke bundel is (ruim 600 pagina’s) kan het nog even duren voor ik zover ben.
Toch wil ik alvast een gedicht van Dirk delen met jullie. Uit deze bundel, maar oorspronkelijk uit ‘Materiaal voor morgen’ uit 1968, het gedicht ‘Geëngageerd’.
.
Geëngageerd
.
Je schrijft dan maar
dat het goed gaat,
dat de doden opgestapeld in je kamer liggen,
.
je stamelt dan maar van liefde
en je lost een paar schoten.
.
De dagen zijn toch niets meer waard.
Na een vijftigtal jaren van volwassenheid pakweg
blijft er niets van je over
en wat zegt het.
.