Site-archief
Henny Vrienten
Tussen de regels
.
Afgelopen week overleed bassist, zanger, liedjesschrijver en poëzieliefhebber Henny Vrienten (1948-2022). Jarenlang (nog van voor hun doorbraak met ’32 jaar (sinds een dag of 2)’ was ik al fan van Doe Maar. Pas toen hele volksstammen zich als fan melden haakte ik langzaam af.
In 2019 verscheen de solo-cd van Henny Vrienten, ‘Tussen De Regels’. Het is het derde deel uit een drieluik. De eerste twee delen verschenen in 2014 en 2015. De drie platen uit het drieluik vertellen hun eigen verhaal. Bij de Taalstaat op radio 1 hoorde ik het titelnummer van ‘Tussen de regels’ en wist toen dat ik dit nummer hier in tekst wilde plaatsen, de taalvaardigheid van Henny Vrienten komt hier prachtig in naar voren.
.
Tussen de regels
.
Ik zwijg want alles is gezegd
Ik schrijf het liever op
En stop het in de la van later
En als jij dit later leest
Dan vind je nog het meest
Tussen de regels
Tussen de regels staat precies wat ik bedoel
Tussen de regels lees je mijn gevoel
Achter de woorden zie je staan: het is gedaan
Alles is niet wat het lijkt
Dus als je beter kijkt
Zet ik mezelf te kijk
Tussen de regels
Zie je er staat niet wat er staat
Maar dat waar het om gaat
Tussen de regels
Tussen de regels staat precies wat ik bedoel
Tussen de regels lees je mijn gevoel
Achter de woorden zie je staan: het is gedaan
En dan denk ik weer aan die allereerste keer
Het eerste hoofdstuk van een triest verhaal
Tussen de regels staat precies wat ik bedoel
Tussen de regels lees je mijn gevoel
Achter de woorden het besluit: dit boek is uit
Later als je dit dan leest
Mis ik je nog het meest
Tussen de regels
.
Foto’s geknipt voor Dromen
Helen Knopper
.
Wanneer ik in kringloopwinkels en tweedehands boekenwinkels rondneus tussen de dichtbundels valt me vaak op dat er heel veel dichtbundels zijn uitgegeven door mij, volledig onbekende dichters. De meeste van deze bundels zijn dan ook vaak in eigen beheer uitgegeven of door uitgeverijtjes mij onbekend. En tussen al die onbekende bundels vind ik dan ook met enige regelmaat een bundeltje dat door een bekende uitgeverij is uitgegeven maar van een mij desalniettemin volledig vreemde dichter.
Dat laatste overkwam me afgelopen week toen ik de bundel ‘Foto’s geknipt voor Dromen’ in handen kreeg van dichter Helen Knopper. Een naam die mij niets zei maar uitgegeven door Bert Bakker. En dan word ik nieuwsgierig; was dit een eendagsvlieg? werd deze bundel uitgegeven als bijproduct van proza? Of is er nog iets anders aan de hand (jong gestorven? verdwenen van de radar, alles is mogelijk).
In het geval van Helen Knopper (1934) blijken we hier te maken te hebben met een schrijver van vele talenten. Van haar hand verschenen ruim twintig titels, waar onder romans, korte verhalen, poëzie, en een drieluik over de jaren negentig. Maar ander dichtwerk dan deze bundel kon ik niet ontdekken.
‘Foto’s geknipt voor Dromen’ is uit 1985 en bevat aardige gedichten. Ik koos voor het strandgedicht ‘Eclips’.
.
Eclips
.
Je wandelt langs het strand
en dat met vele anderen.
Tot je de indruk krijgt dat
je hele stukken overslaat
geen mens te zien.
.
Besta je nog in die hiaten?
Zo ja waar ben je dan gebleven
onder of boven de zee?
.
Hoe het ook zij voor mij
maakt het niet uit ik weet
zo vaak niet waar ik blijf
al blijf ik thuis.
.
Aan de fontein
J. Slauerhoff
.
In 1930 verscheen voor het eerst de bundel ‘Saturnus’ van Slauerhoff. Dit is de vermeerderde herdruk van ‘Clair-obscur’ een bundel uit 1927. Tenminste dit staat voorin het exemplaar dat ik heb uit 1984. Achterin diezelfde bundel wordt van 1929 gesproken en op Wikipedia staat 1926. Ik vaar in deze op de gegevens van dbnl.org https://www.dbnl.org/titels/titel.php?id=slau001clai01
De gedichten die zijn toegevoegd (en waarmee ‘Clair-Obscur’ dus is vermeerderd) stmmen uit diezelfde periode namelijk 1924-1926. In de bundel ‘Saturnus’staan gedichten van Slauerhoff (1898 – 1936) waaruit een grote belangstelling van de dichter voor het verleden doorklinkt alsmede voor Franse invloeden (Baudelaire, Villon, Verlaine). Naast deze gedichten staan er ‘landelijke gedichten’ in de bundel waaronder het drieluik gedicht ‘Landelijke liefde’ dat in 1927 de poëzieprijs van de stad Amsterdam kreeg. Een poëzieprijs die slechts twee keer (1925 en 1927) aan in totaal 7 dichters met een gedicht is toegekend. Naast Slauerhoff waren dat in 1927 A. Roland Holst, Hendrik Marsman en Jan Greshoff.
Uit de gedichten in deze bundel koos ik het sonnet ‘Aan de fontein’ een gedicht zoals ze heden ten dage niet meer gemaakt worden.
.
Aan de fontein
.
Zij spant haar boezem, achteroverhellend.
Een dubble straal ontspringt de borstkoralen
En valt, uiteengespreide bogen welvend,
Doeltreffend in de ontvangende bokalen.
.
Over wier randen witte kransen wellen.
Er onder zit een nymph bij het ovale
Bassin de droppen – één moment opalen! –
Aandachtig door haar holle hand te tellen.
.
Over haar beeld, in donker water deinend,
Tintlen goudvisschen, roode gloed rondschijnend,
Als diepgezonken vonken van de zon.
.
Stil onder ’t looverruischen, droppelklaatren,
’t Hoofd hoog als overzag ze verre waatren.
Zit de godin bij haar beperkte bron.
.
dankdag voor het gewas
rotterdam
.
In 1966 verscheen bij uitgeverij nijgh & van ditmar de bundel ‘dankdag voor het gewas’ van Wim Hazeu. In het exemplaar dat ik bezit heeft Wim Hazeu het volgende geschreven: “waar dichter en dokter tesamen komen, glanst de droppel die het leven is” Nieuwkoop 1972. Daaronder zijn naam en in pen er later bijgeschreven (door degene van wie de bundel was destijds waarschijnlijk) dat het hier een bundel uit 1966 betreft. Deze uitgave (nieuwe nijgh boeken 14) is een duidelijk voorbeeld van hoe men met de taal omging in de jaren zestig; geen hoofdletters of leestekens, namen met een kleine letter geschreven (delft, rotterdam) maar wel wintercursus met een c en ekskursies met een k.
Toen ik de bundel kocht kwam ik erachter dat er in de bundel een getypt vel uit 1976 zat met daarin een behandeling van het gedicht ‘elegie’ dat overigens niet in deze bundel staat. Kortom een klein pareltje uit de dichtkunst van de afgelopen decennia. Wim Hazeu (1940) is een geëngageerd dichter met een uitgebalanceerd taalgebruik. Hazeu publiceerde een aantal poëziebundels, romans en is de laatste jaren vooral bekend van zijn biografieën van schrijvers en dichters (Vestdijk, Achterberg, Aafjes, Slauerhoff). Naast zijn schrijfwerk was Hazeu ook actief als journalist, radio- en televisieprogrammamaker en uitgever.
Uit ‘dankdag voor het gewas’ heb ik gekozen voor het drieluik ‘rotterdam’.
.
rotterdam
.
1
.
met de roltrappen
proberen zij
– de vrouwen
een stukje hemel te vergaren
en met een feestkleed
van f 49,50
dalen zij
– de vrouwen
de trappen af
met het feestkleed
voor iedereen
– de vrouwen
weggelegd
.
2
.
men slaat heipalen
in de trommelvliezen
die gemakkelijk scheuren
kraanmachinisten staan hoger
genoteerd
dan het beursgebouw
en het vrije volk
geeft het laatste metronieuws
over de doodgravers
.
3
.
hier
in de omarming van gebouwen
zijn wij overbodig
zittend op een terras
kijken miljoenen stenen
op ons neer
stenen van het laatste uur
.
Als
Peter Goossens
.
‘Als’ is de tweede poëziebundel van Peter Goossens (1957). Eerder verscheen bij dezelfde uitgeverij Het Punt de bundel ‘Madrigalen van strijd en liefde’ onder het pseudoniem Charles Janssens. Nu is er dus een nieuwe bundel en, zo schrijft de dichter, dit is een poëtisch verhaal een vertelling van 3 gedichten waarvan het eerste een drieluik is.
Wie nu denkt dat dit hele lange gedichten zijn, of een hele kleine bundel, komt bedrogen uit. Hoewel in drie gesplitst (of eigenlijk in 5 dus) bestaan de gedichten uit vele losse stukken die allemaal een stuk van het verhaal vertellen.
Wat is dat verhaal? Het betreft hier een vertelling van een driehoeksverhouding, van de gevoelsstrijd, de zoektocht en de aanvaarding van deze polyamorische liefde. Of zoals opnieuw de dichter het zelf zegt “een poëtische beschrijving van de gevoelswereld van de partner van de polyamorische persoon.
Nu ben ik niet zo’n fan van getuigenispoëzie. Getuigenispoëzie leunt wat mij betreft vrijwel altijd te zwaar op de getuigenis en te weinig op het poëtische. Ook hier is dat in enige mate het geval. In deze bundel wordt duidelijk een verhaal verteld, begrensd door de ware gebeurtenissen. Tijdens het lezen bekroop mij zo nu en dan het gevoel dat het voor de dichter een belangrijke emotionele verwerking betrof maar te weinig een poëtische daad.
Toch is dit een zeer verteerbare bundel met wel degelijk mooie poëtische zinnen. Voor wie interesse heeft in wat een driehoeksverhouding met een mens doet (en ik zou bijna zeggen wie is daarin niet geïnteresseerd) is dit een heel leesbare bundel.
Door de bundel heen lees je de worsteling, de liefde, het verdriet, de afgunst en de haat en toch ook de aanvaarding van de situatie.
“mijn lief, stap in de koets,
een schim zal je trekken
naar een ongewis einde
van een donkere nacht”
En toch, als ik dan het slotgedicht lees vraag ik me af of de partner van de polyamorische persoon wel echt aanvaard heeft dat de situatie anders is dan daarvoor en dat hij daar evenveel geluk bij kan voelen.
“We zitten op een bank, eten roomijs
zwijgen en trekken gekke bekken.
Het klinkt stom
maar niemand mag aan je komen”
.
Voor de lezer die van persoonlijke of ervaringspoëzie houdt is dit een zeer toegankelijke en boeiende bundel om te lezen, misschien minder poëtisch en meer beschrijvend dan ik had gehoopt maar desalniettemin de moeite waard. De uitvoering is netjes en de illustraties zijn ook door Peter gemaakt. De bundel is te krijgen via http://www.uitgeverijhetpunt.be
.
Nieuw gedicht
Deel 2
.
Nu dan het tweede deel uit het drieluik ‘Reasons to be cheerful.
Part two.
.
First love
.
Het kleedhokje is van haar.
Aan alles voel en ruik je dat. Ze
gooit een jurkje over de muur.
‘Deze is toch veels te groot schatje’
Hij staat op en pakt het aan. Hij
.
oogt vermoeid. ‘Die strapless is wel
vet maar mijn string schijnt door’ komt
achter het gordijn vandaan. ‘Oh’ zegt hij
en kijkt naar links. De vrouw van middelbare
leeftijd kijkt hem recht aan en gelijk weer
.
weg. Ze staat op en strijkt haar rok glad.
‘Kom we gaan lieverd’. Moeder en dochter
lopen de pasruimte uit. Hij volgt ze met
zijn ogen, langs de rijen kleding, tot ver
na de kassa’s en roltrappen.
.