Site-archief

Albatros

Charles Baudelaire

.

Een van de redenen (er zijn er verschillende) waarom ik graag in tweedehandsboekenwinkels en kringloopwinkels op zoek ga naar dichtbundels is dat deze altijd eerder in iemands bezit zijn geweest. Meestal zie of merk je daar niks van maar regelmatig kom ik krantenknipsels, uitgeknipte recensies, analyses van gedichten en gekriebel in de kantlijn terug in deze bundels. Wat ik daar zo leuk aan vind is dat je kan zien dat de bezitter of lezer van zo’n bundel echt de moeite heeft genomen om de gedichten te lezen en tot zich te nemen.

Zo herinner ik me een bundel waar enkele A4tjes in zaten met getypte aantekeningen die voorzien waren van commentaar door een hoogleraar (Nederlands vermoed ik). De bundel ‘Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren’ De westeuropese poëzie in honderd gedichten uit 1990, samengesteld door Peter Verstegen, is een bundel die ik ooit kocht en volstaat met handgeschreven aantekeningen in potlood. Op deze manier is het voor mij mogelijk niet alleen de gedichten te lezen (van alle grote West-Europese dichters in de eigen taal en in vertaling) maar tegelijkertijd aan de hand van de aantekeningen van een eigenaar van deze bundel te kijken of ik het eens ben met wat er bijgeschreven is, of ik het begrijp en wat het mogelijk toevoegt aan het gedicht.

Bij het gedicht ‘De albatros’ of L’albatros zoals het in het Frans luidt, staan verschillende zinnen en woorden geschreven. Sommige van die aantekeningen kan ik heel goed plaatsen (spotters = scheepsvolk, gewoon volk en Urenlang met schip meevliegen = metafoor) maar er zijn er ook waarvan ik geen soep kan koken. Zoals in de eerste zin bij het woord verveling. Daar staat met een pijltje = dieptriest. Wat er dieptriest is aan verveling is me een raadsel maar het houdt me gedurende het lezen van het gedicht wel bezig.

In de tweede zin van de tweede strofe is bij het woord ‘azuur’ geschreven: blauw, hemel, vorst van de hemel} metafoor wat ik dan wel weer kan plaatsen.

In de laatste zin bij het woord reuzenwieken staat dan weer een pijltje met daarbij: hoge poëzie, creativiteit. De algemene conclusie van de aantekeningenmaker luidt: Beeldspraak: schrijver die zich omringt voelt door suffe burgers. Van dit soort aantekeningen word ik heel blij maar misschien is het wel een afwijking van me. Hoe dan ook, voor wie nu pas echt nieuwsgierig is geworden hier het gedicht van Charles Baudelaire (1821-1867) uit zijn bundel ‘Les Fleurs du Mal’  uit 1857 in vertaling van Peter Verstegen.

.

De Albatros

.

Vaak vangt het scheepsvolk, om verveling te verdrijven,

De vogel albatros die op zijn wieken wijd,

Als lome reisgenoot, elk schip nabij kan blijven

Dat over het bitter diep der oceanen glijdt.

.

Maar amper dwingt men hem om op het dek te landen,

Of deze vorst van het azuur sleept gelijk twee

Peddels zijn vleugelpaar, groot en wit, als een schande

Grotesk en zielig aan weerszijden met zich mee.

.

Gevleugeld reiziger, nu krachteloos, onhandig!

Komiek en lelijk nu, vroeger een lust voor ’t oog!

De een brandt met een pijp zijn snavel en de ander

Aapt hinkend het onmachtig dier na dat eens vloog!

.

De Dichter is gelijk die prins der hemelkringen,

Hij die met storm verkeert, lacht elke schutter uit;

Verbannen aan de grond, waar spotters hem omringen,

Wordt hij door reuzenwieken in zijn gang gestuit.

.

In de beperking toont zich de meester

Johann Wolfgang von Goethe

.

De waarde van lezen ligt voor mij vooral in het ontdekken van nieuwe werelden, inzichten en verhalen. En natuurlijk geldt dit ook voor het lezen van poëzie. De uitspraak ‘In de beperking toont zich de meester’ kende ik, maar dat deze uitspraak van de Duitse wetenschapper, toneelschrijver, romanschrijver, filosoof, dichter, natuuronderzoeker en staatsman Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) was wist ik dan weer niet.

Dat ik nu weet dat Goethe deze uitspraak deed komt door het gedicht ‘Natuur en Kunst’ of ‘Natur und Kunst’ in het Duits, dat ik las in de bloemlezing ‘Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren’ De Westeuropese poëzie in honderd gedichten uit 1996. Hierin zijn 100 bekende en/of beroemde gedichten opgenomen die gerekend kunnen worden tot de beste uit vijf West-Europese taalgebieden; het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Spaans. Samensteller Peter Verstegen sloeg geen enkele beroemde dichter over in dit ruim 400 pagina’s tellende overzicht.

Dichters als Dante, Petrarca, Shakespeare, Keats, Baudelaire, Rimbaud, Goethe en Rilke, ze zijn allemaal vertegenwoordigd. De gedichten zijn opgenomen in de oorspronkelijke taal en in een vertaling en voorzien van commentaar door Peter Verstegen. Voor de volledigheid deel ik hier het gedicht ‘Natuur en Kunst’ in de vertaling en in het Duits.

.

Natur und Kunst

.

Natur und Kunst, sie scheinen sich zu fliehen,
Und haben sich, eh’ man es denkt, gefunden;
Der Widerwille ist auch mir verschwunden,
Und beide scheinen gleich mich anzuziehen.

.

Es gilt wohl nur ein redliches Bemühen!
Und wenn wir erst in abgemeßnen Stunden
Mit Geist und Fleiß uns an die Kunst gebunden,
Mag frei Natur im Herzen wieder glühen.

.

So ist’s mit aller Bildung auch beschaffen:
Vergebens werden ungebundne Geister
Nach der Vollendung reiner Höhe streben.

.

Wer Großes will, muß sich zusammen raffen;
In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister,
Und das Gesetz nur kann uns Freiheit geben.

.

Natuur en Kunst

.

Natuur en kunst lijken elkaar te mijden,

Maar eer je ’t weet komen zij tot elkaar;

Ook mijn afkerigheid is niet meer waar,

Ze lijken mij gelijkelijk te verleiden.

.

Slechts de intentie telt! Zolang wij maar

Eerst aan de kunst een aantal uren wijden

Met geest en ijver, is het geen bezwaar

Als de natuur het hart weer komt bevrijden.

.

Zo is het met cultuur van elke rang:

Vergeefs zullen door niets gebonden geesten

Naar vervolmaking van het hoogste streven.

.

Naar grootheid streven vergt veel zelfbedwang;

In de beperking pas toont zich de meester,

En wetten slechts kunnen ons vrijheid geven.

.

Andy Warhol

Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren

Umberto Saba

.

Wanneer het bijna Poëzieweek is en ik voor mijn boekenkast sta en daar de bundel ‘Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren’ zie staan word ik vanzelf nieuwsgierig. Tenslotte is de natuur het thema van deze Poëzieweek. In 1990 verscheen bij uitgeverij Bert Bakker de dikke bundel met die titel, met als ondertitel ‘De Westeuropese poëzie in honderd gedichten’. Niks natuur dus.

In de bundel gedichten van honderd vertaalde gedichten van West Europese dichters door de eeuwen heen bijeengebracht door Peter Verstegen. In zijn voorwoord schrijft Peter dat het hier toch vooral poëzie betreft primair uit het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Spaans. De andere taalgebieden zijn naar zijn mening steeds te klein om vertaald te worden. Nu is daar best iets tegen in te brengen maar in grove lijnen heeft hij wel een punt, zeker als het om bekende en beroemde dichters en gedichten gaat.

Daarom dus ook veel bekende namen als Goethe, Heine, Rilke, Rimbaud, Verlaine, Yeats, Auden, Keats en Shakespeare. Maar ook wat minder bekende namen als bijvoorbeeld de Italiaanse dichter Umberto Saba (1883 – 1957). De gedichten van Saba kenmerken zich door soms banale, soms uiterst verfijnde beeldentaal. Vaak vormen zijn dochter Lina of andere familieleden het onderwerp, maar hoogtepunten in zijn werk zijn de gedichten waarin hij zijn gevoelens ten aanzien van mannen uit.

In de bundel staat het gedicht ‘La Capra’ of ‘De geit’ en in het kader van het thema van de Poëzieweek koos ik voor dit gedicht, al heeft het gedicht een veel diepere lading. De half Joodse Saba leidt tijdens zijn leven aan vele psychische problemen.

.

De geit

.

Ik heb met een geit staan praten.

Alleen in de wei, van het grazen zat,

en van de regen druipend nat,

stond zij aan een lijn en blaatte.

.

Dat gelijkblijvend blaten was aan mijn

verdriet verwant. Ik antwoordde, eerst voor

de grap, toen omdat pijn er steeds zal zijn

en maar één stem heeft, zonder onderscheid.

Die stem klonk door

in de klacht van een eenzame geit.

.

Uit een geit die joodse trekken heeft

klonk het klagen van alle andere pijn,

al het andere dat leeft.

.

 

Horizontale zaken

Dichter van de maand

.

Ondanks dat dichter van de maand november E.E. Cummings (1894 – 1962) een grote schare fans kent in het Nederlands taalgebied, is zijn werk slechts zeer beperkt vertaald in het Nederlands. Ik schreef al eerder over vertalingen van zijn gedichten door Lepus op internet. Maar ook Jo Stevens en Luc Wenseleers vertaalden 11 gedichten voor de bloemlezing ‘Adam en Eva en de stad. Amerikaanse poëzie van de 20e eeuw’ uit 1966. In 1982 publiceerde Peter Verstegen Het driehoekig waarom , een tweetalige editie met 40 gedichten, waarna hij in 1996 opnieuw (dit keer 17 liefdesgedichten) vertaalde onder de titel ‘Jouw ogen hebben hun stilte’. En in 2019 werd opnieuw onder een vertaling gepubliceerd door vertaler Willy Spillebeen (1932) getiteld ‘Horizontale zaken’ bij uitgeverij P. De bundel heeft als ondertitel ‘69 gedichten over liefde, onliefde en lust & Belgium’. Het aantal gedichten verwijst vanzelfsprekend naar het erotische element in het werk van E.E. Cummings.

Het ‘& Belgium’ lijkt wat willekeurig gekozen in de ondertitel (E.E. Cummings heeft dat vast nergens zo geschreven of bedoeld. Eric van Loo geeft op de site van Meander een uitleg hierover:

“De toevoeging & Belgium zinspeelt op de tweede bundel van cummings, getiteld & (1925). Een ampersand als titel van een bundel, over eigenzinnig gesproken. Spillebeen geeft aan ‘Belgium’ meer als curiosum te hebben opgenomen, en minder vanwege de kwaliteit. Het is natuurlijk ook een knipoog van een Vlaming naar het feit dat deze Amerikaanse dichter middenin de Eerste Wereldoorlog –nog voordat hij naar Europa vertrok als vrijwillige ambulancier– een gedicht aan het door de oorlog zwaar getroffen België wijdde.”

Uit de bundel ‘Horizontale zaken’ het onderstaande gedicht (oorspronkelijk en in vertaling) dat oorspronkelijk verscheen in ‘Poetry, a magazine of verse’ uit 1939. Een mooie analyse van dit gedicht staat op de website van bulbapp

.

liefde is dikkerder dan vergeten
dunnerder dan blijven weten
zeldzamer dan een golf nat is
talrijker dan wat niet je dat is

zij is het meest dwaas en manig
en minder zal ze onzijn
dan de hele zee die danig
dieper dan de zee kan zijn

liefde is minder altijd dan winnen
minder nooit dan ze levend is
minder groter dan het minst beginnen
minder kleiner dan vergiffenis

zij is het meest gezond en zonnig
en meer kan zij niet sterven
dan de hele hemel die alleen nog
hoger is dan de hemel zelve

.

love is more thicker than forget
more thinner than recall
more seldom than a wave is wet
more frequent than to fail

it is most mad and moonly
and less it shall unbe
than all the sea which only
is deeper than the sea

love is less always than to win
less never than alive
less bigger than the least begin
less littler than forgive

it is most sane and sunly
and more it cannot die
than all the sky which only
is higher than the sky

.

Neem bijvoorbeeld dit

E.E. Cummings

.

Vandaag, zondag, een gedicht van dichter van de maand november E.E. Cummings (1894-1962). Dit gedicht zonder titel (heel gebruikelijk bij Cummings)  verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘&’ die Cummings in eigen beheer uitgaf in 1925. Het gedicht verscheen in een vertaling in van Peter Verstegen in De Tweede Ronde, jaargang 2 in 1981.

.

Take for example this:

if to the colour of midnight
to a more than darkness(which
is myself and Paris and all
things)the bright
rain
occurs deeply,beautifully

and i(being at a window
in this midnight)
for no reason feel
deeply completely conscious of the rain or rather
Somebody who uses roofs and streets skilfully to make a
possible and beautiful sound:

if a(perhaps)clock strikes,in the alive
coolness,very faintly and
finally through altogether delicate gestures of rain

a colour comes,which is morning,O do not wonder that

(just at the edge of day)i surely
make a millionth poem which will not wholly
miss you;or if i certainly create,lady,
one of the thousand selves who are your smile.

.

Michel Houellebecq

Zo lang

.

Er zijn schrijvers van proza en er zijn dichters. Wat me steeds meer opvalt is dat deze twee totaal verschillende disciplines toch vaak door een en dezelfde persoon worden gecombineerd. Dichters die romans gaan schrijven en schrijvers die poëzie gaan schrijven. Over het algemeen is de eerste groep de meest voorkomende. Ik heb hier al eerder geschreven over schrijvers waarvan ik niet wist dat ze ooit als dichter zijn begonnen. Mooie voorbeelden van schrijvers die ook dichter zijn (en waarvan ik het niet wist) zijn Hella Haasse https://woutervanheiningen.wordpress.com/2021/03/22/hella-haasse/, Rita Mae Brown https://woutervanheiningen.wordpress.com/2017/06/13/rita-mae-brown/, Abdelkader Benali https://woutervanheiningen.wordpress.com/2017/12/13/ik-zag-jou-laatst-versnellen/ en Maarten ’t Hart https://woutervanheiningen.wordpress.com/2012/11/18/een-vrouw/ .

Aan dit rijtje wil ik vandaag de Franse Schrijver Michel Houellebecq (1958, pseudoniem voor Michel Thomas) toevoegen.  Van hem is de uitspraak: “In mijn poëzie kan ik gelukkig zijn, dat is vrijwel onbereikbaar in romans” en “In tegenstelling tot de literatuur weten zij (poëzie en schilderkunst) het geluk te vatten. Daarvoor is het genre van de roman niet geschikt”.

In Frankrijk kennen ze hem behalve als romancier wel ook als dichter. Hij debuteerde in 1985 in literair tijdschrift ‘La Nouvelle Revue’, publiceerde in 1992 de bundel ‘La Poursuite du bonheur’, die werd bekroond met de Prix Tristan Tzara, en hij bleef gedurende de rest van zijn loopbaan poëzie publiceren waaronder in 2010 zijn verzamelde gedichten. Vertaler Peter Verstegen (Heine, Rilke, Dante, Emily Dickinson) heeft zich over de poëzie van Houellebecq ontfermd en een deel van zijn vertalingen gepubliceerd in literair tijdschrift ‘Kort Verhaal’.

Onderstaand gedicht is er één van vijf die op de website https://www.actualidadliteratura.com/nl/michel-houellebecq-gedichten/ werden gepubliceerd.

.

Zo lang

.

Er is altijd een stad, met sporen van dichters
Dat ze tussen de muren hun lot hebben doorkruist
Overal water, de herinnering mompelt
Namen van mensen, namen van steden, vergeetachtigheid.

.

En hetzelfde oude verhaal begint altijd opnieuw,
Ongedaan gemaakte horizonten en massageruimtes
Aangenomen eenzaamheid, respectvolle buurt,
Er zijn echter mensen die bestaan ​​en dansen.

.

Het zijn mensen van een andere soort, mensen van een ander ras,
We dansen verheven een wrede dans
En met weinig vrienden bezitten we de hemel,
En de eindeloze vraag naar ruimtes;

.

De tijd, de oude tijd, die zijn wraak plant,
Het onzekere gerucht van het leven dat voorbijgaat
Het gesis van de wind, het druipen van water
En de gelige kamer waarin de dood voortschrijdt.

.

E.E. Cummings

De Tweede Ronde

 

Ik ben een groot liefhebber van de poëzie van de Amerikaanse dichter E.E. Cummings (1894 – 1962). En hoewel ik het Engels uitstekend beheers is een vertaling van zijn poëzie toch erg prettig om te lezen. In het literaire tijdschrift De Tweede Ronde, jaargang 2, nummer 1 uit 1981 stonden een aantal gedichten van Cummings in vertaling van Peter Verstegen. De Tweede Ronde was een Nederlands literair tijdschrift met ruime aandacht voor vertalingen en verscheen tussen 1981 en 2010. Genoeg reden om hier een gedicht, dat is genomen uit ‘Eight Harvest Poets’ (1917) in vertaling en in het Engels, met jullie te delen.

 

.

‘k zal het veld inwaden
tot mijn dijen baden in brandende bloemen
Ik neem de zon in mijn mond
en spring de rijpe lucht in
Levend
met ogen dicht
om op het donker te botsen
in de slapende rondingen van mijn lijf
Zullen soepel volleerde vingers ingaan
met kuisheld van zee-meisjes
Zal ‘k het mysterie voleinden
van mijn vlees
Ik zal opstaan
Na duizend jaar
bloemen
zoenen
En mijn tanden zetten in het zilver van de maan
.
*
i will wade out
till my thighs are steeped in burning flowers
I will take the sun in my mouth
and leap into the ripe air
Alive
with closed eyes
to dash against darkness
in the sleeping curves of my body
Shall enter fingers of smooth mastery
with chasteness of sea-girls
Will i complete the mystery
of my flesh
I will rise
After a thousand years
lipping
flowers
And set my teeth in the silver of the moon
.
.

 

Uit mijn boekenkast

Een vrouw

.

Staand voor mijn boekenkast viel mijn oog op de bundel ‘Denk ik aan Duitsland in de nacht’. Deze bundel, in 1988 uitgegeven door Bert Bakker, bevat gedichten van de Duitse dichter Heinrich Heine (1797 – 1856). De gedichten komen uit de bundels ‘Buch der Lieder’ uit 1827, uit ‘Neue Gedichte’ uit 1844, uit ‘Romanzero’ uit 1851 en uit ‘Letzte Gedichte’ uit 1852, zowel in het oorspronkelijke Duits, als in een Nederlandse vertaling van Marko Fondse en Peter Verstegen.

‘Ein Weib’ in vertaling van Verstegen ‘Een vrouw’ komt uit ‘Neue Gedichte’ is een vrolijk makend gedicht over een vrouw die niet deugde en een dief.

.

Ein Weib

.

Sie hatten sich beide so herrlich lieb,

Spitzbübin, war sie, es war ein Dieb,

Wenn er Schelmenstreiche machte,

Sie warf sich aufs Bett und lachte.

.

Der Tag verging in Freud und Lust,

Des Nachts lag sie an seiner Brust.

Als man in Gefängnis ihn brachte,

Sie stand am Fenster und lachte.

.

Er liess ihr sagen ‘O komme zu mir,

Ich sehne mich so sehr nach dir,

If rufe nach dir, ich schmachte -‘

Sie schüttelt das Haupt und lachte.

.

Um sechs des Morgens ward er gehenkt,

um sieben ward er ins Grab gesenkt;

Sie aber schon um achte

Trank roten Wein und lachte.

.

Een vrouw 

.

Zij hadden elkander zo innig lief

Zij wou niet deugen en hij was een dief

Als hij weer het recht verkrachtte,

Wierp zij zich op bed en lachte.

.

De dag gaf vreugde en vrolijkheid,

’s Nachts lag zij aan zijn borst gevlijd.

Toen ze hem het gevang in brachten,

Stond zij aan het raam en lachte.

.

Hij liet haar zeggen: ‘O kom toch gauw,

‘k Verlang zo smartelijk naar jou,

Laat me niet langer smachten.’

Zij schudde het hoofd en lachte.

.

Om zes uur maakte de beul hem af,

Om zeven uur zonk hij in het graf;

Maar zij – reeds tegen achten –

Dronk rode wijn en lachte.

.

Thief icon

Definitie van de liefde

Francisco de Quevedo

.

De Spaanse edele, politicus, schrijver en dichter Francisco Gómez de Quevedo y Santibáñez Villegas of Francisco de Quevedo (1580 – 1645) was een van de belangrijkste dichters van zijn tijd. De stijl waarin de Quevedo schreef wordt de ‘Conceptismo’ genoemd. De Conceptismo was een stijl uit de Barokke periode van de Portugese en Spaanse literatuur en duurde van het eind van de 16e eeuw tot en met de 17e eeuw. Conceptismo wordt gekarakteriseerd door snel ritme, directheid, eenvoudig taalgebruik, grappige metaforen en het spelen met woorden. De Quevedo was de belangrijkste vertegenwoordiger van deze stijl waarbij zijn ironie en scherpe satire opviel. Conceptismo zette zich af tegen een andere literaire stroming uit die tijd de Culteranismo die wordt gekenmerkt door een opzichtige woordenschat, complexe syntactische volgorde, meerdere gecompliceerde metaforen, maar ook door een zeer conventionele inhoud.

In de bundel ‘Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren’ de westeuropese poëzie in honderd gedichten, zijn een aantal gedichten van de Quevedo opgenomen in het Spaans en in een vertaling van Peter Verstegen. Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Definiendo el amor’ of ‘Het definiëren van de liefde’.

.15

Het definiëren van de liefde

.

Ze is én kou die schroeit én ijzig branden,

een wond die schrijnt én zich niet voelen laat,

een droom van ’t goede, een aanwezig kwaad,

een rust die als vermoeidheid overmande.

.

Is zorgeloosheid die tot zorgen leidt,

is lafheid die voor dapperheid moet doorgaan,

is eenzaam in een menigte teloorgaan,

is liefde die slechts eigenliefde vleit.

.

Ze is een vrijheid die gekerkerd is,

en dat zal blijven tot ons laatste beven;

een ziekte die na ’t kuren erger is.

.

Zo is de liefde en zo is haar hel.

Zie toch: zij kan, in alles aan zichzelf

tegengesteld, met niets in vriendschap leven!

.

Geheim

Heinrich Heine

.

In 1988 verscheen in de Tweede ronde reeks 5 de bundel ‘Denk ik aan Duitsland in de nacht’bij uitgeverij Bert Bakker. In deze bundel gedichten van de Duitse dichter Heinrich Heine (1797 -1856).

Heinrich Heine was van Joodse afkomst. Hij werd geboren als Harry Heine, maar liet zich in 1825 Luthers dopen onder de naam Heinrich Heine. Een meer innerlijke band met het geloof kreeg hij echter pas toen hij aan het eind van zijn leven verlamd op zijn ziekbed in Parijs lag, waar hij sinds 1831 in zelfgekozen ballingschap woonde. Hij ligt begraven op de begraafplaats van Montmartre.

Heine behoorde tot de Romantiek en maakte vele ironische en spitsvondige gedichten die ook tegenwoordig nog mensen aanspreken. Innerlijk was Heine een tegenstrijdig mens, enerzijds voelde hij zich Duitser, anderzijds wereldburger; dezelfde soort dubbele gevoelens had hij ook ten aanzien van het jodendom en de romantiek.

In de bundel met gedichten van Heine die zijn vertaald door Marko Fondse en Peter Verstegen, staan gedichten uit zijn beroemde bundel ‘Buch der Lieder’ maar ook uit ‘Neue Gedichte’, ‘Romanzero’ en ‘Letzte Gedichte’. Ik koos voor het gedicht ‘Geheimnis’ of ‘Geheim’ uit ‘Neue Gedichte’ uit 1844.

.

Geheim

.

Wij zuchten niet, droog zijn de ogen,

Een glimlach vaak en zelfs een lach!

In niet één blik of ander teken

Komt het geheim ooit aan de dag.

.

’t Geheim dat met woordloos lijden

In ’t diepste van de ziel verbloedt;

Krampachtig blijft de mond gesloten,

Al schreeuwt het in het wild gemoed.

.

Vraag het de zuigling in zijn wiegje,

Vraag het de doden in het graf,

Misschien dat zij je wel verraden

Wat ik je nooit te kennen gaf.

.

Geheimnis

Wir seufzen nicht, das Aug’ ist trocken,
Wir lächeln oft, wir lachen gar!
In keinem Blick, in keiner Miene,
Wird das Geheimnis offenbar.

Mit seinen stummen Qualen hegt es
In unsrer Seele blut’gem Grund;
Wird es auch laut im wilden Herzen,
Krampfhaft verschlossen bleibt der Mund.

Frag du den Säugling in der Wiege,
Frag du die Toten in dem Grab,
Vielleicht daß diese dir entdecken,
Was ich dir stets verschwiegen hab.

.

%d bloggers liken dit: