Site-archief
Vliegen naar Belfast
Craig Raine
.
Hoewel Belfast jarenlang een slechte naam had (door de burgeroorlog die er woedde in Noord Ierland) is een bezoek aan de stad, ook door de recente geschiedenis, juist de moeite waard. In een deel van de stad is het of de tijd heeft stil gestaan en lijkt het alsof de strijd tussen de katholieken en de protestanten nog altijd niet is gedoofd (wat waarschijnlijk ook zo is). De dichter Craig Raine (1944) is opgenomen met het gedicht ‘Flying to Belfast, 1977’ in ‘Honderd dichters uit vijftien jaar Poetry international 1970-1984, samengesteld door Remco Campert, Jan Eijkelboom, Joke Gerritsen en Martin Mooij.
Het gedicht van Raine werd door Jan Eijkelboom vertaald naar ‘Vliegen naar Belfast, 1977’.
.
Vliegen naar Belfast, 1977
.
Lachen was mogelijk
toen de motoren fluitend kookten
.
bedenken hoe de wolken waren-
geschepte sneeuw, appelcharlotte,
.
schuimpudding… ik genoot
van de Ierse zee, de schepen, weeffouten
.
in een grote lap donker linnen.
Toen Belfast onder ons, een radio,
.
de achterkant eraf gerukt,
in de agrarische abstractie
.
van velden. Ingewikkeld,
ordelijk en net. De vensters
.
glommen als druppels soldeer-
alles was bedraad.
.
Ik dacht aan huwelijkscadeaus,
witte theedingen
.
op een dressoir geëtaleerd,
toen wij de wolken ingingen
.
en nergens waren-
een bruid met een sluier, lachend
.
om het gebeuren, slechts
half bang voor een leeg huis
.
met gordijnen overkokend
uit het slaapkamerraam.
.
Einde van een cultuurperiode
50 jaar Poetry International
.
Afgelopen donderdag was de start van de 50ste editie van Poetry International in Rotterdam. Alle reden om deze week eens extra aandacht te besteden aan een aantal dichters van internationale naam en faam die in de loop van die 50 jaar optraden tijdens dit prachtige festival. in de loop van die 50 jaar zijn er verschillende keren boeken en bundels uitgegeven waarin de dichters ruimte kregen om hun poëzie te delen met de lezer. Altijd in de eigen taal en in een vertaling.
Ik wil beginnen met de dichter Erich Fried. die al in 1971 optrad tijdens Poetry International samen met 31 andere dichters uit 20 landen. De Rotterdamse dichter Jules Deelder opende toen het festival, een taak die tot 1983 aan een stadsgenoot of inwoner van het Rijnmondgebied was voorbehouden.
Erich Fried (1921 – 1988) was een Oostenrijks schrijver, dichter en essayist van Joodse afkomst. Het grootste deel van zijn leven woonde hij in Engeland. Hij schreef echter steeds in het Duits. In 1938 emigreerde hij naar Londen en werkte daar als arbeider, chemicus, bibliothecaris en redacteur. Fried was een geëngageerd dichter en schrijver, zo publiceerde hij in de jaren 60 twee anti-Vietnam bundels. Ook trok hij, Jood zijnde, de aandacht met zijn uitgesproken atheïstische en antizionistische opvattingen en zijn stellingname tegen Israëls Palestijnenpolitiek.
Uit de bundel ‘Honderd dichters uit vijftien jaar Poetry international’ 1970-1984 het gedicht ‘Einde van een Cultuurperiode’ of Ende einer Kulturepoche’ in een vertaling van Gerrit Kouwenaar.
.
Einde van een cultuurperiode
.
De kampcommandant
een ontwikkeld man
had zijn bekentenis
in het net geschreven
en nog een paar formuleringen
verbeterd
en hier en daar
een kwinkslag ingelast
.
Maar ze lachten niet
en hij zei ten slotte
‘Voor de humor voorzie ik
treurige tijden.’
.
Ende einer Kulturepoche
.
Der Lagerkommandant
ein gebildeter Mann
hatte sein Geständnis
ins reine geschrieben
und einige Formulerungen
noch verbessert
und da und dort
einen Schertz eingefügt
.
Aber sie lachten nicht
und er sagte zuletzt
‘Nun kommen schlechte Zeiten
für den Humor.’
.
100 dichters
100 dichters uit 15 jaar Poetry international
.
In een kringloopwinkel kocht ik vorig weekend het fijne werkje ‘100 dichters uit 15 jaar Poetry international’. Ruim 475 pagina’s voor de spotprijs van een paar Euro. In deze lijvige bundel 100 dichters die tussen 1970 en 1984 bij Poetry International hebben opgetreden. Geen Nederlandse dichters omdat “Hun werk is in de meeste gevallen voor de lezer beschikbaar”. Wel 100 soms verrassende dichters uit alle windstreken. samengesteld door Remco Campert, Jan Eijkelboom, Joke Gerritsen en Martin Mooij en uitgegeven door Manteau.
Vandaag zal ik van twee van hen een gedicht plaatsen. Allereerst de Hongaarse dichter György Dalos (trad op in 1980) in het Hongaars en het Nederlands.
.
Irodalmunk Istápolóinak
.
Követelöznek a fiatalok
Helyet a Nap alatt
/és a napilapokban/
En nem vagyok ilyen szerénytelen
a helyröl rég lemondtam
Hanem a Napot adjatok nekem
Ha ugyan nálatok van
.
Aan de weldoeners van onze literatuur
.
De jeugd eist met klem
een Plaats onder de Zon
(en in de dagbladen)
Ik ben niet zo onbescheiden
van een Plaats heb ik al lang afstand gedaan
Geef mij maar de Zon
Als jullie hem zelf soms hebben
.
(vertaling: Andras Vigh)
.
En van Vivian Lamarque trad in 1983 op. Van haar ook een gedicht in het Italiaans en het Nederlands.
.
A novi Mesi
.
A nove mesi la fattura
la sostituzione il cambio di madre
Oggi ogni volto ogni affeto
le sembrano copie cerca l’originale
in ogni cassetto affannosamente
.
Met negen maanden
.
met negen maanden de breuk
de wisseling de moederruil.
Nu lijkt elk gezicht elk liefdeblijk
een kopie ademloos zoekt ze
in alle laden naar het origineel.
.
(vertaling: Karin van Ingen Schenau)