Site-archief
Jotie T’Hooft
Ansicht
.
In 1981, vier jaar na zijn vroegtijdig overlijden aan een overdosis heroïne , verscheen bij uitgeverij Manteau in Antwerpen de bundel ‘ Verzamelde gedichten’ van Jotie T’Hooft (1956 – 1977). In deze bundel zijn de drie bundels die tijdens zijn leven werden gepubliceerd opgenomen, een boodschap die door zijn uitgever als Laatste gedichten werd gepubliceerd en een aantal ongepubliceerde gedichten opgenomen. Deze ongepubliceerde gedichten waren talrijk (honderden) en daarom werd een selectie gemaakt op basis van de literaire of de poëtische waarde van elke gedicht. In totaal omvatten alle gedichten in deze ‘Verzamelde gedichten’ zo’n tien jaar van het leven van Jotie.
Ik lees nog met enige regelmaat in deze bundel en elke keer sta ik weer versteld van het talent van deze jonge dichter. Hier wil ik het gedicht ‘ Ansicht’ met jullie delen uit de sectie ‘ Verspreide gedichten’.
.
Ansicht
.
Van vele reizen ben ik al teruggekeerd :
verbrand, verbleekt, verschroeid en stukgevroren
toch met al mijn breuken en gebreken duidelijker
deel van een geheel. Een reis is een wonde
die nooit meer geheel geneest en in zijn litteken
.
dat trekt en teugelt, de weg terug toont
naar waar het goed was, maar bij herhaling
nooit meer worden zal. Want de mens vat vlam
in zijn schede en woedt onzichtbaar geruis-
loos verder.
.
In den vreemde wordt de beschuit van stilte
verkruimeld tussen vingers van zonlicht
en lawaai : de herinnering verbleekt, drijft
tenslotte met de stroming als een strandbal
weg en wordt nauwelijks nagezwommen.
.
Terugreizen wist geen sporen uit :
wij zijn geen strand en leven haveloos verder
binnen onze bange dijken, ons huis is veranderd
onder de zonnebrand van tijd en ruimte,
huisdieren aan de wand geprikt, gestorven
.
en vergeeld.
.
Wie zie je het liefst?
De hectaren van het geheugen
.
Zondag dus een gedicht van Herman de Coninck. Vandaag is mijn keuze komen te vallen op het titelloze gedicht dat begint met de regel ‘Wie zie je het liefst, de poes’ uit de bundel ‘De hectaren van het geheugen’ uit 1985.
.
‘Wie zie je het liefst, de poes
of mij?’ vraagt ze.
En zoent me, niet om mij,
maar om haar lippen te proberen.
Als ik haar optil, slaat ze haar armen
om me heen omdat ze anders valt.
Als ik haar neerzet loopt ze weg
en ik haar na.
Nader is een comparatief die nooit
eindigt, zoals vader.
.
En wat dan?
Jotie T’Hooft
.
Het verhaal van Jotie T’Hooft (1956 – 1977) is bekend, op de middelbare school ernstige aanpassingsproblemen; door zijn zwakke resultaten, opstandige karakter en zijn onhandelbaar gedrag van meerdere scholen gestuurd zocht hij zijn heil in drugs, literatuur, poëzie en muziek. Op zijn 14e was hij al verslaafd. Op zijn 17e ging hij op kamers wonen in Gent, verdwaalde daar nog verder in het drugsmilieu en deed hij een mislukte zelfmoord.
Zijn ouders namen hem terug naar zijn geboorteplaats Bevere. Daar brak een periode van relatieve rust aan. In 1975 trouwt Jotie met zijn nieuwe liefde Ingrid Weverbergh. Zijn schoonvader, directeur van uitgeverij Manteau, bezorgde hem niet alleen werk als lector bij deze uitgeverij, maar zorgde er ook voor dat zijn eerste bundel ‘Schreeuwlandschap’ in 1975 gepubliceerd werd.
Het drugsmisbruik bleef echter en in 1977 verlaat Ingrid Jotie en pleegt hij uiteindelijk zelfmoord door een overdosis cocaïne te nemen.
Jotie T’Hooft is in de eerste plaats een neoromantisch dichter en de thema’s in zijn werk zijn dan ook de thema’s uit de deze stijlperiode: het onvervulbare verlangen, de spanning tussen ideaal en werkelijkheid, de droom, het ontvluchten van de werkelijkheid, het verlangen naar zuiverheid. De belangrijkste thema’s bij Jotie T’Hooft, zijn die zaken die een rechtstreekse vlucht vormen voor het bestaan: druggebruik, dood en zelfmoord, erotiek en seks.
Het oeuvre van Jotie T’Hooft is door zijn dood op jonge leeftijd beperkt (tijdens zijn leven verscheen nog ‘Junkieverdriet’ en meteen na zijn dood ‘de laatste gedichten’) maar nog steeds wordt zijn werk verkocht en gelezen.
Uit de bundel ‘Schreeuwlandschap’ het gedicht ‘En wat dan?’.
.
En wat dan?
.
Op een dag zal ik weg zijn en
wat dan? Verdwenen zonder een
teken te geven of te nemen en
het puin dat ik achterlaat is
niet langer lachwekkend.
.
Want wie zoals ik nooit heeft
gebouwen laat niets achter dan
verwachting en verwarring en
wat dan?
.
Wellicht in uw herinnering zal ik
stollen verstijven, niet lang meer
blijven maar verbleken tot verleden
en wat toen? Te doen?
‘Het was waar’ zult gij zeggen ‘hij speelde
met woorden als geen ander maar wat
heeft dat te betekenen’. Zo bleek zal
ik zijn.
.
In u…
.
en wat dan…?
.
Jotie en Ingrid
100 dichters
100 dichters uit 15 jaar Poetry international
.
In een kringloopwinkel kocht ik vorig weekend het fijne werkje ‘100 dichters uit 15 jaar Poetry international’. Ruim 475 pagina’s voor de spotprijs van een paar Euro. In deze lijvige bundel 100 dichters die tussen 1970 en 1984 bij Poetry International hebben opgetreden. Geen Nederlandse dichters omdat “Hun werk is in de meeste gevallen voor de lezer beschikbaar”. Wel 100 soms verrassende dichters uit alle windstreken. samengesteld door Remco Campert, Jan Eijkelboom, Joke Gerritsen en Martin Mooij en uitgegeven door Manteau.
Vandaag zal ik van twee van hen een gedicht plaatsen. Allereerst de Hongaarse dichter György Dalos (trad op in 1980) in het Hongaars en het Nederlands.
.
Irodalmunk Istápolóinak
.
Követelöznek a fiatalok
Helyet a Nap alatt
/és a napilapokban/
En nem vagyok ilyen szerénytelen
a helyröl rég lemondtam
Hanem a Napot adjatok nekem
Ha ugyan nálatok van
.
Aan de weldoeners van onze literatuur
.
De jeugd eist met klem
een Plaats onder de Zon
(en in de dagbladen)
Ik ben niet zo onbescheiden
van een Plaats heb ik al lang afstand gedaan
Geef mij maar de Zon
Als jullie hem zelf soms hebben
.
(vertaling: Andras Vigh)
.
En van Vivian Lamarque trad in 1983 op. Van haar ook een gedicht in het Italiaans en het Nederlands.
.
A novi Mesi
.
A nove mesi la fattura
la sostituzione il cambio di madre
Oggi ogni volto ogni affeto
le sembrano copie cerca l’originale
in ogni cassetto affannosamente
.
Met negen maanden
.
met negen maanden de breuk
de wisseling de moederruil.
Nu lijkt elk gezicht elk liefdeblijk
een kopie ademloos zoekt ze
in alle laden naar het origineel.
.
(vertaling: Karin van Ingen Schenau)