Site-archief

De tijdvrouw

Velimir Chlebnikov

.

In 2015 kreeg ik de bundel ‘Verzameld werk’ Poëzie 1 van Velimir Chlebnikov en ik schreef daar destijds al een stuk over. De gedichten in deze bundel van de Russische dichter Chlebnikov (1885 – 1922) zijn geschreven tussen 1904-1908 en in een vertaling van Willem G. Weststeijn.

Ik koos voor een gedicht zonder titel uit 1907 met als eerste zin ‘Ik bereikte de tijdvrouw’ of in het Russisch ‘Vremjanin ja’ omdat ik het woord ‘tijdvrouw’ zo’n bijzonder woord vind. In dit geval een vrouw die hem in zijn droom bezocht.

.

Ik bereikte de tijdvrouw,

Tijdeling, ik

En schiep met haar

Een kusogenblik.

En toen werd ik wakker

En vloog ervandoor

En dook in de diepte

En raakte te loor.

En vaardig met vleugels

Put ik de daggodin,

Uit de voorraad van het blauw

Put ik de watergodin.

.

Wat boeken doen

Daniel Billiet

.

De uit Gent afkomstige Daniel Billiet (1950) is schrijver, dichter, scenarist en leraar. Hij begon zijn carrière als leraar Nederlands en Engels in het voortgezet onderwijs. Later is hij gestopt met lesgeven om nieuwe technieken te bedenken voor het brengen van poëzie in de klas. Met lesgeven op de middelbare school is hij gestopt en nu weidt hij zijn tijd aan het promoten van het betere jeugdgedicht, zo geeft hij onder andere lezingen over jeugdpoëzie, zowel in het basisonderwijs als op universiteiten. Daarnaast is Billiet docent creatief schrijven.

Oorspronkelijk begon Billiet met het schrijven van gedichten voor volwassenen. In 1974 verscheen zijn poëziedebuut ‘De rib van Magdalena’. Pas later merkte hij dat er nauwelijks poëzie voor jongeren bestond. Daarom ging hij zich meer richten op het schrijven van jeugdpoëzie. ‘Bananenschillen in jeans’ was zijn debuut in de jeugdliteratuur. Toch richten zijn gedichten zich tot iedereen, want, zo stelt hij,  ‘ik schrijf voor hedendaagse jongeren van 13 tot 133 jaar’.

Hij werkte mee aan poëziepagina’s in verschillende tijdschriften, organiseerde poëziemanifestaties en stelde bloemlezingen samen. Hij is een van de belangrijkste hedendaagse Nederlandstalige jeugddichters. Aan de ene kant schrijft hij directe, ongekunstelde poëzie, en aan de andere kant maakt hij meer complexe gedichten. Jongeren houden vooral van de gedichten met meer openheid omdat ze niet zweverig zijn, maar to the point. Dit wil echter niet zeggen dat deze directe gedichten geen diepere betekenis hebben. Er is meestal een dubbelzinnigheid aanwezig die je niet bij de eerste lezing terugvindt. Je kan het gedicht wel al grotendeels begrijpen, maar als je dieper zoekt, merk je de dubbele bodem in het gedicht op.

Door zijn verschillende onderwerpen, zijn ritmische beeldende taal en zijn gevoel voor humor wordt Daniël Billiet in Vlaanderen gerekend tot een van de belangrijkste schrijvers van de nieuwe romantiek. Motieven als weemoed, dood, liefde, de troost in de kunst en in de droom, verlangen naar het onbereikbare, verdriet, tederheid, de drang naar vrijheid en ongekende verten zijn kenmerkend voor deze stijl.

In 1999 kwam van zijn hand de bundel ‘Moenie worry nie’ uit (gedichten voor 13+), uit deze bundel het fraaie gedicht ‘Wat boeken doen’.

 

Wat boeken doen

 

Ook de stoel kan niet meer
blijven zitten.

.

Zo woelen woorden
zich los van de zinnen, vlammen
op in mij, binden mij
vleugels aan, zingen van de wereld
in dit boek.

.

Mijn lezen vreet de kamer
leeg. Nu duurt nu geen ogenblik
maar uren avonturen.

.

Het raam barst open
en voert mij, ontvoert mij
naar de hele wereld buiten
in mijn boek.

.

Droom

Patricia Lasoen

.

Tweede dichter in de week van de vakantiepoëzie is de Vlaamse dichteres Patricia Lasoen (1948). Uit ‘Landschap met roze hoed’ haar bundel uit 1981, het licht erotische gedicht ‘Droom’.

.

Droom

 

Ik droomde van de zon
hij was een gladde
bol van bloedkoraal
en werd toen op mijn smeken
een gespierde jongeling
in strak zwart trainingspak
met glanzend rode haren.
Het was onder een pereboom
dat hij mij toen besprong:
een zalige ervaring.

.

Kleermaker

Herman Leenders

.

De Vlaamse dichter Herman Leenders werd in 1960 geboren in Brugge. Hij studeerde Germaanse filologie. In 1992 debuteerde hij met de bundel ‘Ogentroost’ waarvoor hij de C. Buddingh’-prijs en de Hugues C. Pernath-prijs won alsmede de Prijs van de Provincie West-Vlaanderen.  Ook publiceerde hij een verhalenbundel en twee romans. In 2016 – 2017 werd hij aangesteld als vrije Brugse stadsdichter. In zijn werk behandelt hij vooral de spanning tussen droom en werkelijkheid. Hij doet dat in een directe taal die beeldend en zintuiglijk is. Uit zijn bundel ‘Landlopen’ uit 1995 het gedicht ‘Kleermaker’.

.

Kleermaker

.

Hij meet de afstand tussen mijn kruis en de grond.

Hij legt zijn centimeter om mijn hals als een strop.

Zijn vingers betasten de stof.

.

Ik hou mijn armen stijf uiteen:

een vogelschrik in de binnenkant van kleren.

De naalden prikken door de voering heen.

.

Ik word opgemeten als een partij land.

Zijn vrouw stelt mij te boek.

Hij dicteert haar.

.

-de spelden in zijn mond-

drie rijen getallen

die nooit zullen krimpen bij het wassen.

.

En wat dan?

Jotie T’Hooft

.

Het verhaal van Jotie T’Hooft (1956 – 1977) is bekend, op de middelbare school ernstige aanpassingsproblemen; door zijn zwakke resultaten, opstandige karakter en zijn onhandelbaar gedrag van meerdere scholen gestuurd zocht hij zijn heil in drugs, literatuur, poëzie en muziek. Op zijn 14e was hij al verslaafd. Op zijn 17e ging hij op kamers wonen in Gent, verdwaalde daar nog verder in het drugsmilieu en deed hij een mislukte zelfmoord.

Zijn ouders namen hem terug naar zijn geboorteplaats Bevere. Daar brak een periode van relatieve rust aan. In 1975 trouwt Jotie met zijn nieuwe liefde Ingrid Weverbergh.  Zijn schoonvader, directeur van uitgeverij Manteau, bezorgde hem niet alleen werk als lector bij deze uitgeverij, maar zorgde er ook voor dat zijn eerste bundel ‘Schreeuwlandschap’ in 1975 gepubliceerd werd.

Het drugsmisbruik bleef echter en in 1977 verlaat Ingrid Jotie en pleegt hij uiteindelijk zelfmoord door een overdosis cocaïne te nemen.

Jotie T’Hooft is in de eerste plaats een neoromantisch dichter en de thema’s in zijn werk zijn dan ook de thema’s uit de deze stijlperiode: het onvervulbare verlangen, de spanning tussen ideaal en werkelijkheid, de droom, het ontvluchten van de werkelijkheid, het verlangen naar zuiverheid. De belangrijkste thema’s bij Jotie T’Hooft, zijn die zaken die een rechtstreekse vlucht vormen voor het bestaan: druggebruik, dood en zelfmoord, erotiek en seks.

Het oeuvre van Jotie T’Hooft is door zijn dood op jonge leeftijd beperkt (tijdens zijn leven verscheen nog ‘Junkieverdriet’ en meteen na zijn dood ‘de laatste gedichten’) maar nog steeds wordt zijn werk verkocht en gelezen.

Uit de bundel ‘Schreeuwlandschap’ het gedicht ‘En wat dan?’.

.

En wat dan?

.

Op een dag zal ik weg zijn en

wat dan? Verdwenen zonder een

teken te geven of te nemen en

het puin dat ik achterlaat is

niet langer lachwekkend.

.

Want wie zoals ik nooit heeft

gebouwen laat niets achter dan

verwachting en verwarring en

wat dan?

.

Wellicht in uw herinnering zal ik

stollen verstijven, niet lang meer

blijven maar verbleken tot verleden

en wat toen? Te doen?

‘Het was waar’ zult gij zeggen ‘hij speelde

met woorden als geen ander maar wat

heeft dat te betekenen’. Zo bleek zal

ik zijn.

.

In u…

.

en wat dan…?

.

ingrid

Jotie en Ingrid

schreeuwlandschap

Poverty poetry

Send the fire

.

Op de website van send the fire (http://www.sendthefire.ca) vond ik het gedicht ‘Dear Poverty’. The organisatie Send the fire heeft in haar visie haar droom verwoord:

  • be a catalyst & hub for our younger generation to be connected in community, formed spiritually and inspired to action.
  • spark a wildfire of young people leading the way in society in terms of their passion for life, faith and making a difference in the lives of others locally & globally.

.

Een mooi streven en het gedicht wordt dan ook geïntroduceerd door de volgende woorden:

At SendTheFire we love the beauty of poetry. Words are like art. Carefully crafted like in poetry they paint a beautiful picture.

Here’s some word art (poetry) that we came across recently that we thought you’d enjoy. As you read the words and engage fully with your mind and emotions, it will speak to you.

Read, reflect then leave a comment below about the picture these words painted for you or the thoughts and emotions they stirred up.

Dear Poverty

My name is hopelessness

But you can call me misery, despair, depression or any other term that pops up when you Press shift F7 on your pc while writing your paper about Darfur, Congo, Xinjiang, Chechnya or… Port-au-Prince from your climate controlled classroom far, far away from me.

I live in the foundations of fallen buildings,
in the cracks of concrete, and just left of the air pockets
under the rubble.

Reside in the front of supply trucks
after all the pallets have been removed,
and the empty space under the parachute
where the helicopter supposedly dropped more food.

I love the bottoms of bottles of water,
formula, canned and baby food
and whisper there’s not enough to families,
and say to aid workers, there’s nothing you can do.

I love the phrases irreconcilable differences
and hang out at negotiation table in NGO’s board rooms
and come up with conflicts of interest and difference of opinion.
All you can see is me when you can’t see a way out.
And if I hang out long enough my family comes around.

My brother is poverty and my cousin is exploitation
And when the sky stops raining or the earths quits shaking
they are sending pimps to find sex slaves
and johns to exchange services for donations
Traffickers snatch up victims, taken for slave labor.

I inhabit that space in your brain
that makes your question your donation
the con artists are my kin because
they capitalize on these situations.

I will be here

long after the Washington Post and the New York Times.
Long after I’m not mentioned in the headlines.

Still here.

when NBC and CNN are gone
and Anderson Cooper’s chopper has lifted off.

I’ll be here.

Until you come and chase me away
but based on history,
me and my family have no reason to be afraid.

.

spokenword

Gedicht van Ingmar Heytze

Troost

Soms kan een gedicht troost bieden, zelfs op een onverwachte manier. Zo schreef Ingmar Heytze het volgende gedicht.

Droom II

 

Er stond een vrouw
onder de douche te huilen.
Dat was handig, zei ze,
Zo zag niemand haar verdriet.

Of ik?

ik loog en zei van niet.

 

%d bloggers liken dit: