Site-archief
alles is
App van Spinvis en International Silence
.
Regelmatig verschijnen er apps die over poëzie gaan of zijdelings met poëzie te maken hebben. Daarnaast komen er ook nog steeds apps bij die voor de poëzieliefhebber een meerwaarde kunnen hebben door hun vorm en inhoud. De app ‘alles is’ is daar een voorbeeld van. Spinvis en International Silence (die ik ken van hun project ‘Wolk’, een app met augmented reality poëzie die voor bibliotheken is ontwikkeld waaronder mijn bibliotheek https://digitalliterature.uvt.nl/wolk-poezie-in-augmented-reality/) is er nu een nieuwe app ‘alles is’.
Deze app bevat een augmented reality mini concert met vijf songs in exclusieve uitvoeringen, om te bekijken en te beluisteren waar en wanneer je dat zelf wilt. Of zoals de makers Erik de jong, Saartje van Camp, Twan Janssen en Johannes Verwoerd zelf zeggen: Een concert op afstand, maar ook heel dichtbij. Omdat alles wat ons nu gescheiden houdt ons eigenlijk nog meer verbindt met elkaar en met alles wat er is.
Terwijl Spinvis (Erik de Jong) en cellist/zangeres Saartje Van Camp vijf nummers spelen, zeilen alledaagse voorwerpen (bestek, citroenen, tandenborstels, poëzieplaatjes, koortsthermometers, doosjes valium) door de ruimte van je eigen kamer (of in mijn geval door mijn tuin).
Ga die app vooral bekijken, zeer de moeite waard. En als opwarmertje hier een songtekst van Spinvis ‘Hallo, maandag’.
.
Hallo, Maandag
.
Hallo halte, hallo flat
Hallo namen bij de bel
Hallo kamer, hallo bed
Hallo daar, kom maar met de rest
Beelden van een kampioen
En dan een pretpark en een vrouw die iets verkoopt
Ik weet niet wat
En dan een kind dat niemand wou
Oud en dom, maar alles went
En boven maandag is het grijs
Denk ook voor jou, waar je ook bent
Mensen komen, mensen gaan
Wat is gezegd, wordt altijd waar
Wat is geweest, heeft nooit bestaan
Hallo maandag, hallo mij
Hallo uitzicht, hallo tijd
Draag mijn kleren, neem mijn hart
Welkom weemoed, welkom storm
Hallo schaduw op de grond
Van wat wat nog moet, en zal
En alles wat nog komt
Er wordt een huisraad op gehaald
Tienduizend folders op de mat
Van de dunne man, die met zijn hond
Vaak op het winkelcentrum zat
Je wordt hier dagelijks gemist
Je wordt hier dagelijks verwacht
Je brieven worden goed bewaard
Gelezen wat er niet in staat
Er schuiven geesten door de gang
En wat ik verder ook probeer
Het wordt niet minder, alleen maar meer
Steeds meer sterren op mijn huid
Steeds meer beelden in een uur
En steeds meer stappen naar de muur
Hallo maandag, hallo mij
Hallo uitzicht, hallo tijd
Draag mijn kleren, neem mijn hart
Welkom weemoed, welkom storm
Hallo schaduw op de grond
Van wat wat nog moet, en zal, en nog komt
Hallo maandag, hallo mij
Hallo uitzicht, hallo tijd
Draag mijn kleren, neem mijn hart
Welkom weemoed, welkom storm
Hallo schaduw op de grond
Van wat wat nog moet, en zal, en alles wat nog komt
De nek van het paard
J. Eijkelboom
.
Soms komen dingen samen die je van te voren niet had zien aankomen. Zo liep ik afgelopen weekend in het plaatsje Wemeldinge in Zeeland en in de hoek van een tuin tussen twee heggen zag ik daar een paard. Niet zomaar een paard, nee een paard van kunststof. Naast dat ik mij meteen afvroeg waarom iemand een kunststof paard zou willen bezitten en dit in zijn tuin zou willen plaatsen kwam ook meteen de vraag op waarom je zo’n bezit dan ergens wegstopt in een hoek verscholen achter twee heggen.
Maar dat is niet de reden dat ik er hier over schrijf. De reden is dat ik daags daarvoor in de bundel ‘Tot zo ver’ De meeste gedichten van J. Eijkelboom (1926 – 2008) uit 2002 had zitten lezen en ik bij het aanzicht van dat paard (en dan met name de achterkant en dus de nek van dat paard) meteen moest denken aan een gedicht uit die bundel getiteld ‘de nek van het paard’. Dit gedicht verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘Het arsenaal’ uit 2000. Allerlei details en onderdelen (trottoir, de nek, de staart, het gebogen hoofd) deden me aan dit gedicht denken. Uiteraard heb ik een foto van dit paard gemaakt omdat ik daar en toen wist dat ik dit bericht op mijn blog ging plaatsen.
.
De nek van het paard
.
De weg is bekend en precies
weet ik nog waar de mustang toen liep,
tussen trottoir en trottoir
dwars door de straat.
.
Maar was het cowboy of indiaan
die hem bereed? En van het paard
zie ik in feite niet meer dan de nek,
die strakgespannen boog
.
en ja, een golvende staart,
bijna reikend tot aan de grond.
Je kende wel het briesende paard
van horen zingen, maar
.
dat gebogen hoofd was trotser
dan wat ik ooit had meegemaakt:
ons leven in deemoed
met trappelpasjes achterhaald.
.
December-elegie
Maurice Gilliams
.
Het Vlaams literaire kwartaalblad ‘Yang’ verscheen van 1963 tot en met 2009. In ‘Yang’ werd ruime aandacht besteed aan hedendaagse poëzie en proza van zowel Nederlandstalige auteurs als in vertaling en er stonden kritieken en essays in. In 2009 is het samengesmolten met het tijdschrift ‘freespace Nieuwzuid’ tot het nieuwe platform ‘nY’. In ‘Yang’ het tijdschrift voor Literatuur Kommunikatie (ja zo schreef men dat destijds) uit 1980, staat een passend gedicht voor deze tijd van het jaar. Wellicht iets te vroeg (het is nog november) maar niet minder mooi. Het is het gedicht ‘December-elegie’ van de Vlaamse schrijver en dichter Maurice Gilliams (1900 – 1982). Op zeventienjarige leeftijd debuteerde Gilliams met gedichten en proza onder de naam Floris van Merckem, een pseudoniem dat hij later introk. Hij brak op 36-jarige leeftijd door met zijn sterk autobiografische roman ‘Elias of het gevecht met de nachtegalen’.
Gilliams ontving voor zijn werk onder andere de Constantijn Huygensprijs (1969) en de Prijs der Nederlandse Letteren (1980). In de tuin van het Elzenveld in Antwerpen staat een standbeeld van hem van de hand van beeldhouwer Rik Poot. Op de arduinen sokkel staat Gilliams’ tekstregel ‘De onrust schenkt vleugels aan de verbeelding’, die in 2018 het motto werd van de roman ‘De avond is ongemak’ van dichter en schrijfster Marieke Lucas Rijneveld.
.
December-elegie
Verre reis
Maarten Mourik
.
Van diplomaat, publicist en dichter Maarten Mourik (1923 – 2002) werd in 2003 de bundel ‘Sluitingstijd’ gepubliceerd waarin het volgende vakantiegedicht staat te lezen getiteld ‘Verre reis’. Een verre reis die dit jaar denk ik heel veel mensen zullen maken.
.
Verre reis
.
Hangmat tussen dennen,
hommel zoemt om canna’s,
muggen dansen rond oleander,
vliegtuigsporen tegen hardblauwe lucht,
witte vlinder
op bougainvilla,
tortels koeren
in wuivende toppen
als in Luxor’s tuinen,
bleke sikkel van late maan:
zomaar een
verre reis
in eigen tuin.
.
Blue tits
Phoebe Hesketh
.
Afgelopen zaterdag droeg ik voor tijdens de Dag van de Roos in het Westbroekpark in Den Haag. In dit mooie park vol bomen, struiken, rozen en andere bloemen moest ik denken aan een bundel die ik ooit kreeg van Elisabeth getiteld ‘Poems for gardeners’ samengesteld door Germaine Greer uit 2003. Deze Engelse bundel (hoe kan het ook anders, een dichtbundel over tuinieren), met een collectie gedichten van de antieke oudheid tot de 21ste eeuw staat vol tuingedichten. Over specifieke bloemen en planten, over tuinieren, over bomen en zelfs over gemaaid gras. Maar ook over de dieren in de tuin, zoals de ‘Blue tit’ of Pimpelmees. Het aardige van dit boekje is dan ook nog, speciaal voor de echte natuurliefhebber, dat achterin de bundel informatie staat over het onderwerp van het gedicht. In het geval van de Blue tit over wat de Pimpelmees eet, en waar en wanneer hij nestelt.
De dichter die ‘Blue Tits’ schreef, Phoebe Hesketh (1909-2005) kwam uit Lancashire en was vooral bekend door haar gedichten over de natuur. Zij schreef in haar lange leven 17 dichtbundels.
.
Blue Tits
.
Bobbing on willow branches, blue and yellow
Acrobatic blue tits swing and sway
In careful somersault and neat gyrations
Grub-picking deftly down and bending spray.
.
Now one rebuffs an alien intruder-
Humdrum sparrow, drab among the gold-
Churrs and scolds in azure crested anger,
Scuttles down a twig in blue and bold
Defiance at this urchin gutter-haunter
Till all the blues combine against one grey:
Active whirr and flutter, feathered thunder
Of tiny wings to drive the foe away.
.
Brave blue tit, white-cheeked like a painted toy
Jerking to life from pavement-seller’s string,
Twirls round twigs, his natural trapezes,
Darts to snap a moth upon the wing.
Plumb-as-willow-catkin, primrose-breasted,
This sky-capped morsel magnifies the Spring.
.
Nieuwsgierig? Kom gewoon langs!
Zomerpodium Ongehoord!
.
Vandaag in de Jacobustuin in Rotterdam (op 5 minuten lopen van het centraal station) in de Jacobusstraat, het Zomerpodium van Ongehoord!. En waarom je daar naartoe zou moeten komen? Elf redenen waarom je het toch zou moeten doen:
1.Dirk Kroon, 2. Evy van Eynde, 3. Daniël Dee, 4. Karin van Kalmthout, 5. Alex Gentjens, 6. Anna Borodikhina, 7. Frans Terken, 8. Emma Beukelman, 9. De mooiste (binnen)stadstuin van Rotterdam en 10. Drankjes, (gratis) hapjes, mooi weer en fijne mensen, 11. Open podium!
Vanaf 12.00 uur is de tuin geopend en vanaf 13.00 uur zal het programma beginnen. Wil je (maximaal) drie gedichten voordragen op het Open Podium geef dit dan aan (van te voren of in de pauze) bij de presentator Maiko. Toegang is uiteraard gratis.
Kom dus genieten van Rotterdamse poëzie, Vlaamse poëzie, prachtige dichters, en de mooie muziek van Emma. Om je alvast een klein stukje op weg te helpen hier een gedicht van de Vlaamse Evy van Eynde die je zal betoveren met haar prachtige performance.
.
Infinitief
.
In een droom sprak je
(altijd alleen in dromen)
zonder wrok (ik stond op
het punt je te stropen, in je
te kruipen, je vel binnenstebuiten,
je honderdduizend snikkels geprikt
in de buisjes van mijn koortsige bloed
naar het oppervlak van mijn huid)
Ben je vergeten
dat ik steeds al vol leegte
dat we oneindig mogelijk
buitensporig en wankel
dat mijn bast barst
van sappen, meanderend
in en uit elkaar, in die marge
van het bestaan waar wij
ons onbegrensd
vieren
.
Zomerpodium Ongehoord!
Jacobustuin Rotterdam
.
Op zondag 7 juli is er na een tijd stilte rondom stichting Ongehoord! weer een poëziepodium en wel in de mooiste binnentuin van Rotterdam, de Jacobustuin. Voor wie de tuin niet kent verwijs ik je graag door naar de website van ongehoord! https://stichtingongehoord.com/ die opent met een foto van de Jacobustuin in een eerdere editie.
Natuurlijk zijn er weer bijzondere dichters te beluisteren en bekijken. Zo komen uit Rotterdam de dichters Daniél Dee (voormalig stadsdichter van Rotterdam), Dirk Kroon, Karin van Kalmthout en Anna Borodikhina naar de tuin en verder Evy van Eynde (uit Vlaanderen), Alex Gentjens (Deventer) en Frans Terken (Leiden). Uiteraard is er een open podium. Hiervoor kun je je ter plekke opgeven bij de presentator Maiko.
Zondag 7 juli is de tuin open vanaf 12.00 uur, er zijn drankjes en hapjes verkrijgbaar en de toegang is natuurlijk gratis. Om 13.00 uur begint het programma en dat duurt tot ca. 17.00 (met uitloop). We hopen dat iedereen weer naar de tuin komt om te genieten van de sfeer, de plek, eten en drinken en natuurlijk de Poëzie.
Om je alvast in de stemming te brengen een gedicht van de nestor van die dag Dirk Kroon, uit zijn prachtige verzamelbundel ‘Op de hoogte van de vogels’ het gedicht ‘Aan een nieuwe generatie’ dat oorspronkelijk verscheen in ‘Bijna oud’ uit 2011.
.
Aan een nieuwe generatie
.
Ik zal je vertellen
hoe het werkt:
.
je geboortehuis
dat is er niet meer,
.
je gaat nooit meer samen
naar het heerlijke droomland,
.
de mailbox is leeg,
regenvlagen uitentreuren,
.
de telefoon rinkelt
nog maar zelden,
.
de stapel gewisselde
wenskaarten slinkt jaar na jaar
.
en bij de dagelijkse post
vind je alleen een rekening
of bedelbrief van goede doelen
om samen iets gedroomds te bouwen.
Eenzaamheid wil niemand delen.
.