Site-archief

In dit gevecht wint het leven

Dmitri Progov

.

De Russisch dichter en beeldend kunstenaar Dmitri Aleksandrovitsj Prigov was één van de pioniers van het Moskouse conceptualisme en is het meest bekend om zijn poëzie. Conceptuele kunst is een kunstvorm waarbij het idee ofwel het concept belangrijker is dan esthetische of materiaal-technische afwegingen. Denk hier bijvoorbeeld aan de urinoir van Marcel Duchamp.

Prigov (1940 – 2007) werd geboren in Moskou als zoon van een ingenieur en een pianiste. Zijn tienerjaren beleefde hij tijdens de periode van de Dooi onder Chroesjtsjov. Na het afmaken van de middelbare school werkte hij enige tijd als slotenmaker in een fabriek. In 1957 begon Prigov met het schrijven van poëzie, die later niet alleen in Rusland, maar ook in het Westen als samizdat (clandestien gedrukte en uitgegeven literatuur die als ongewenst werd beschouwd door de machthebbers) circuleerde.

Het conceptualistische idee vond bij Prigov uitdrukking in zijn bijna primitieve poëzie. Hij maakte veelvoudig gebruik van tautologie (het benadrukken van een woord met een ander woord dat (zo goed als) dezelfde betekenis heeft) en herhalend rijm en veronachtzaamde de regels van de interpunctie. Hierdoor komt de nadruk te liggen op de compositie van het gedicht. Prigov organiseerde zijn gedichten vaak in cycli, die uit tien tot twintig gedichten bestaan.

Eén van de genres dat hij veel gebruikte voor zijn gedichten, was dat van het alfabet (Azbuka), dat gebaseerd is op Kerk-Slavische gebeden. Ook zijn alfabetten waren dankbaar materiaal voor zijn voordrachten, waarvoor zijn typische manier van voordragen kenmerkend was. Opvallend is Prigovs enorme productiviteit: hij zag het als een project om in een tijdsbestek van dertig jaar 25.000 gedichten te maken, die hij overal opschreef: op vazen, decors, kladjes, veelal in een bijzondere grafische vormgeving. In 2005 had hij bijna 36.000 gedichten geschreven in verschillende genres, zoals epiek en lyriek.

.

In het café van het huis van de literatoren

Drinkt de militieman zijn bier.

Hij drinkt het op zijn gewone manier

zonder zelfs te kijken naar de literatoren.

.

Zij ook kijken niet naar hem.

Rond hem is het leeg en licht.

En al hun verschillende kunsten

Zijn bij hem zonder enig gewicht.

.

Hij stelt zich het voor, het leven,

Verschijnend in de vorm van de plicht.

Het leven is kort, de kunst is lang.

In dit gevecht wint het leven.

.

 

Chanson

Jotie ‘T Hooft

.

Zo nu en dan lees ik de berichten op mijn blog terug. Ik kies dan bijvoorbeeld een dichter en zoek dan naar berichten waarin die dichter voor komt. Dit doe ik om twee redenen. De eerste reden is om te zien of ik wel eens over een dichter heb geschreven en als dat zo is, hoe vaak en hoe lang dat is geleden. Een tweede reden is om te controleren of ik een bepaald gedicht al eens geplaatst heb. Het is me bijvoorbeeld weleens gebeurd dat ik een bericht had geschreven en klaar had gezet voor publicatie waarna ik nog even controleerde of ik al iets over de desbetreffende dichter had geschreven, om er vervolgens achter te komen dat ik het gedicht al een keer behandeld had. Zonde van al het werk natuurlijk.

Waarom deze inleiding? Ik wilde weer eens een gedicht van Jotie ‘T Hooft plaatsen. Ik was zijn ‘Verzamelde gedichten’ aan het lezen en kwam daar veel moois tegen. Na controle bleek dat het valweer ruim 3 jaar geleden was dat ik iets over Jotie publiceerde. Daarom vandaag een gedicht uit ‘Verzamelde werken’ uit 1981,  uit het hoofdstuk ‘Verspreide gedichten’ het gedicht ‘Chanson’.

.

Chanson

.

Grafelde popdeun, stukgezongen blues

& versteende jazz of geroeste rock

en mijn eeuwenoude lied:

.

nooit iemand te hebben ontzien,

nooit troost te hebben geboden

dan om eigen bestwil, nooit of

nooit een gemeend gebed of offer.

.

Als een ziekte, onverhoeds en onnaspeurbaar.

Als hitte die in alle hoeken woedde

en waarvoor geen schuilplaats bestaat

was mijn leven dat ik zag opbranden,

.

een toeschouwer, niet bij machte

de verschrikkelijke zaal te verlaten.

.

Het lied van een eenzame vrouw

Lucebert

.

Als je op mijn website zoekt op Lucebert dan kom je heel veel posts tegen waarin Lucebert genoemd wordt. Vaak als één van de vijftigers of als dichter met een gedicht in een bloemlezing, als inspiratie of als kunstenaar. In al de jaren dat ik dit blog nu schrijf echter, heb ik maar weinig over en van hem zelf gepost. Daar gaat vandaag verandering in komen. Uit zijn ‘Verzamelde gedichten’ uit 2002 heb ik hgekozen voor het gedicht ‘Het lied van een eenzame vrouw’. Een tragisch gedicht eigenlijk, weemoedig en rauw maar daarom niet minder mooi.

.

Het lied van een eenzame vrouw

.

toen haar gelaat nog maar een kamerplant was
en zijn wrokkig gezicht een ondoordringbare baard
en de laatste resten van het wrak
door de kinderen verbrast
verging ook dit gezin
tot nog maar een herinnering
aan lentedagen op een zonnig terras
toen alle bomen donker opvlogen
achter blakende oogkleppen
een een noodklok bombamde
tussen blozende dovemansoren

.

Doktersverklaring

Menno van der Beek

.

De, in 1967 in  Rotterdam geboren, dichter Menno van der Beek was voor mij een onbekende naam. Toen ik wat meer informatie over hem opzocht kwam ik de volgende zaken tegen. Hij werd opgeleid tot organisch chemicus en is werkzaam als computerprogrammeur. Vanaf 2002 is hij medewerker aan een langlopend her-vertaalproject van alle Hebreeuwse psalmen.
Van der Beek is sinds 2004 poëzieredacteur van het literaire tijdschrift ‘Liter’. Hij was ook medewerker aan o.a. ‘Woordwerk’, ‘Zulma’, ‘Meander’ en ‘Rottend Staal’. Menno van der Beek publiceerde 4 dichtbundels en een bundel waarin Lambert Wierenga 12 gedichten van van der Beek analyseert.

Uit de bundel ‘Waterdicht’ uit 2002 het gedicht ‘Doktersverklaring’.

.

Doktersverklaring

.

Ik vraag de dokter zelf even te spreken.
Hij blijkt een heel gewone man te zijn;
zo sterk zelfs, dat ik durf te vragen of hij
misschien zijn witte jas weer aan wil trekken

voor het effect. Hij knikt en hij verstrekt
in uniform zijn informatie. Wij
zijn vrienden want hij weet dingen van mij
en ik heb altijd naar hem opgekeken.

Ik zeg: ‘Ik weet dat u betrouwbaar bent:
u kent precies mijn houdbaarheid. Alleen
een ingreep van uw hand kan mij bewaren.’

Hij zegt: ‘Ik heb uw vader nog gekend.’
Dat zal zo zijn, want ik herken meteen
de strakgetrokken scheiding in zijn haar.

De dokter test mijn ogen. Wijst mij op een kaart
een aantal letters aan. Ik weet niet wat er staat.

.

Op de hoogte van de vogels

Recensie

.

Dirk Kroon (1946) debuteerde op aanraden van zijn leermeester Victor E. van Vriesland, met ‘Materiaal voor morgen'(1968). In april 2017 verscheen zijn meest recente bundel, ‘Op de hoogte van de vogels – verzamelde gedichten’ waarvan hieronder een recensie.

Tussen de uitgave van deze twee bundels studeerde hij Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit van Leiden en werkte hij als part-time docent in het hoger onderwijs, tot hij zich in 2006 geheel aan het schrijven kon wijden. Hij publiceerde gedichten, bloemlezingen en aandachttrekkende compilaties over o.a. Leopold, Nijhoff, Slauerhoff en Vasalis.

In literaire tijdschriften publiceerde hij recensies en essays over dichters van zijn voorkeur, wat leidde tot de omvangrijke uitgave ‘Is het werkelijk? Verkenningen van dichters’ (2015). Meer informatie over Dirk Kroon vind je op www.dirkkroon.nl

Recensie ‘Op de hoogte van de vogels’.

Na een liefdevolle inleiding van Leo van Wetering, waarin hij 35 jaar dat ze elkaar nu kennen doorneemt aan de hand van de poëzie van Dirk Kroon, en waarin hij ook al aangeeft hoe de poëzie van Kroon zich heeft ontwikkeld, wat zijn belangrijkste thema’s zijn en wat Kroon nog meer gedaan heeft in de halve eeuw die hij als dichter actief is, volgen alle gedichten die Dirk Kroon gepubliceerd heeft tussen 1968 en 2016.

De bundel ‘Op de hoogte van vogels’ kreeg ik van Dirk en ik moet zeggen dat ik onder de indruk ben. Meer dan 500 pagina’s poëzie, gedichten die je makkelijk leest maar waarnaar je,  zo merkte ik,  soms ook weer even naar terugbladert. Om nogmaals te lezen, te begrijpen wat Dirk je precies voorschotelt.

In zijn oudste werk is de anekdote nooit ver weg. Persoonlijk lees ik graag poëzie die serieus is, die dieper gaat dan wat er staat en me zo nu en dan ook laat glimlachen. Dirk Kroon is een dichter die zulke poëzie schrijft. Zoals bijvoorbeeld in het gedicht ‘Heldendom’

.

Vertederd geweerschot,

minzame verminking.

.

De soldaat zorgt

net niet voor zelfmoord.

.

De volgende dag

staan de kranten er vol van.

.

Zoals Leo van Wetering in zijn inleiding als schrijft, zijn de liefde en sterfelijkheid nooit ver weg in Kroons poëzie. Een mooi voorbeeld vind ik het gedicht ‘Beladen’.

.

Laadmeester dood,

je vaartuig ligt klaar,

volgens standaardcontract

wacht de bemanning.

.

Slaap nu maar lang

tot je gewekt wordt,

de angst van je gast

is diep verankerd.

.

Achter zijn ogen

de zelfkant van de wimpers,

brandt nu een vuurrode zon

voor zijn verbleekte geliefden.

.

Geen traan die men laat

kan dit nog stoppen.

Het schroeien neemt tijd,

vaagt genietingen weg.

.

Slaap tot het water

verlangens ook dooft,

loodzware last

die je wel wilt tillen.

.

Maar niet alleen de dood, de sterfelijkheid en de vergankelijkheid zijn thema’s van Kroon. Ook de liefde ontbreekt niet, soms zelf erotisch getint. Misschien niet altijd meteen herkenbaar maar in het gedicht ‘Geven en nemen’ spat de lust en het plezier van de pagina.

.

Zij komt handen tekort

om liefde te geven;

jij biedt haar een bed

voor een ferme omstrengeling.

.

Wanneer zij in haar warme

kleine strijd ontbrandt,

krijgt zij je meest geheime

verlangens te pakken.

.

Ze neemt je bazig te grazen,

beetje voor beetje,

met de tanden gewapend

om niet te vergeten

waar zij geweest is.

.

Als zij haar sporen

zo ruimschoots verdient,

valt ze jou lovend

en biedend in handen.

.

Alle bundels in deze vuistdikke verzameling kennen een vaste structuur, gedichten met een titel, van een kort tot gemiddelde lengte. Zo lees ik ze graag. Alleen in de bundel ‘Vergeefs verweer’ uit 2016 wijkt Kroon hiervan af. Het gedicht ‘Thema met variaties’ beslaat maar liefs 13 pagina’s.  De index achterin de bundel is voor mij een bron van vreugd en plezier. Aan de titels van de gedichten kun je een dichter ook beter leren kennen. Voor een poëzie schrijver zoals ik, is een gedicht zoeken bij een gebeurtenis dan ook niet moeilijk.

Al met al heb de bundel ‘Op de hoogte van vogels’ met veel plezier gelezen. Een bundel waarin zijn werk in de volle breedte genoten kan worden. Dirk Kroon schrijft gedichten voor ervaren poëzie lezers maar zeker ook voor beginnende poëzie lezers. Zijn taal en thema’s zijn begrijpelijk en helder. De vele extra informatie in de bundel zijn een plus voor wie de dichter Dirk Kroon nog beter wil leren kennen. De bundel in hardcover is overal in de (web-)winkels te koop voor € 35,-.

.

 

Licht

De 100 beste gedichten

.

Het VSBfonds heeft aangegeven te gaan stoppen met de VSB poëzieprijs. Dat is om verschillende redenen heel spijtig. Hier is al veel over geschreven en het is echt te hopen dat een grote partij deze prijs (onder een andere naam) kan en wil voortzetten. Behalve het uitreiken van deze prijs voor de beste poëziebundel van een jaar was een bijeffect of bijproduct de publicatie van ‘De 100 beste gedichten van dat jaar’. In deze bundel vaak heel interessante, meer en minder bekende dichters die met een of meerdere gedichten werden opgenomen.

Voor mij ligt de editie van 2002. Al bladerend kom ik dan namen tegen van mij onbekende dichters die vaak heel fraaie poëzie schrijven. Zo ook de dichter J.W. Oerlemans.

Jacobus Willem Huibert Oerlemans (1926 – 2011), beter bekend als J.W. Oerlemans, was een Nederlands dichter en historicus. Van 1986 tot 2002 was hij hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Tussen 1962 en 2011 zijn er negen bundels van zijn hand verschenen. Oerlemans wordt meestal gezien als de dichter van bundels met veelal korte, romantische, vrije gedichten in sobere taal, waarin melancholie en het besef van vergeefsheid en vergankelijkheid domineren. In 1992 kreeg hij de Anna Blaman Prijs voor zijn gehele oeuvre.

In ‘De 100 beste gedichten van 2002’ staat het gedicht ‘Licht’. Dit gedicht verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘De tuinen van dodenman’ een bundel die, vreemd genoeg, ontbreekt in het bibliografisch overzicht op zijn Wikipediapagina.

.

Licht

.

Vaak slaat het licht dwars door de huizen

maar niemand lijkt iets te zien

.

mensen blijven gewoon zitten, lopen rond

met een poes of een handdoek of staan

voor de spiegel iets te doen, eten iets

uit een kast of gaan gewoon met de lift mee

.

intussen slaat het licht door hun oren heen

en door hun boezeroenen en hun botten.

.

Zorro

Peter Verhelst

.

Van 25 januari tot en met 31 januari 2018 is het weer Poëzieweek in Nederland en Vlaanderen. Nog altijd geen poëziemaand helaas, ik blijf ervoor pleiten, een week is echt te kort. Maar terug naar de Poëzieweek in 2018. Regisseur van de Poëzieweek in 2018 is de Vlaamse dichter Peter Verhelst (1962). Natuurlijk ken ik het werk van Peter Verhelst maar ik zag tot mijn grote schik dat ik nog nooit een blogbericht vaan hem heb besteed. Shame on me. Peter Verhelst is namelijk misschien wel de meest gelauwerde dichter uit Vlaanderen. Hij won en kreeg voor zijn poëzie en poëziebundel zo ongeveer elke denkbare prijs die er is. Zijn werk is in veertien talen vertaald en hij schrijft niet alleen poëzie maar ook proza, theaterstukken en jeugdliteratuur (waar hij ook al verschillende keren prijzen voor heeft ontvangen).

Uit de 14 dichtbundels die hij heeft gepubliceerd heb ik uiteindelijk gekozen voor een gedicht dat misschien niet zo voor de hand ligt maar waar ik persoonlijk iets mee heb, niet zozeer met de inhoud (al is die zeker bijzonder) maar meer met de titel ‘Zorro’. ‘Zorro is het Spaanse woord voor Vos en onze kater (die helaas een paar jaar geleden is aangereden en overleden) heette zo.

Daarom uit de bundel ‘Vrede is eten met muziek’ uit 2005 het gedicht ‘Zorro’.

.

Zorro

.

Tussen Mexicaans gras hadden ze ons te pakken.

(Hun laarzen gewet.)

Ze hadden onze huidskleur niet en drongen
ons lichaam naar binnen. Trokken ons binnenstebuiten.
Lieten strepen na in de vorm van halve swastika’s.

Verder niks.

.

Maand van de geschiedenis

Leo Vroman

.

Oktober is sinds enige jaren alweer de maand van de geschiedenis. Dit jaar is het thema van deze maand geluk. Het leek me een uitdaging daar een gedicht bij te vinden. Ik ben uiteindelijk uit gekomen bij Leo Vroman (1915 – 2014) en de bundel Psalmen en andere gedichten uit 1995. Het gedicht dat ik koos is getiteld ‘Ja wie niet’ en gaat over reïncarnatie en het geluk dat we geen herinnering hebben aan vorige levens (mijn interpretatie).

.

Ja wie niet

.

Haast elk is in een vorig leven

beslist Cleopatra geweest

en enkelen waren eerder even

een huisdier of uithuizig beest

.

maar wie schiet nog het jaar te binnen

dat wij raderdiertjes waren

of wier, te weerloos om te paren

te popelen laat staan beminnen?

.

En toch als in die eerste dagen

twee algen heel dicht samen lagen

ontblootte hij die toen nog zweeg

.

of al geleerd had eerst te vragen

een bult van louter zelfbehagen

en barstte in haar leeg.

.

Dichter van de maand

Antoinette Sisto

.

Vandaag op deze zondag, de dag van de dichter van de maand oktober Antoinette Sisto, een gedicht uit haar laatste bundel ‘Hoe een zee een woord werd’. Opnieuw een gedicht waarin de dood een prominente rol speelt. Wanneer ik het lees gaan mijn gedachten terug naar die mooie zaterdag, 4 februari van dit jaar in Perdu, toen ze vol trots en met de mensen die ze liefhad, haar vriend en haar moeder, deze bundel presenteerde en nog niets wees op de dramatische gebeurtenissen en zwakke gezondheid later dit jaar die tot haar overlijden hebben geleid.

.

Vloedlijn

.

Met de tijd zal alles verdwijnen

de zee die de gedachte aan jou kan zijn

de zee van tijd

die een woord wordt

om te herinneren

.

het koor in de branding

dat geen stem

van betekenis durft te zijn.

.

Met de tijd zal ieder lichtschip

aan de kim dat de radar aangeeft

een vergissing

van het bijziend oog blijken

zoals toen jouw woord op slag

in de golven verdween.

.

En zelfs als ik aan je terugdenk

aan hoe je het zei

hoe het zong uit jouw mond

als een zee oneindig

en zonder tastbare tijd

.

zal er ergens nog

een zee zonder jou zijn

het tij dat een van ons bijblijft

een van ons in zich verliest.

.

Grafschrift

Gert Vlok Nel

.

Het is alweer enige tijd geleden dat ik aandacht besteedde aan de Zuid-Afrikaanse poëzie. Daar gaat vandaag verandering in komen. Gert Vlok Nel (1963) is een Zuid-Afrikaans dichter en zanger. In 1993 debuteerde hij met de dichtbundel ‘Om te lewe is onnatuurlik’. Gert Vlok Nel werd geboren in Beaufort-West, Zuid-Afrika. Hij studeerde Engels, Afrikaans en geschiedenis aan de Universiteit van Stellenbosch en werkte daarna als gids, barman en bewaker. Voor de dichtbundel ‘Om te lewe is onnatuurlik’ ontving hij de Ingrid Jonker Prize. In ‘De Afrikaanse poëzie in 1000 en enige gedichten’ nam Gerrit Komrij 8 gedichten van Gert Vlok Nel op.

Van de CD en DVD  ‘Beaufort Wes se Beautiful Woorde’ uit 1998 het gedicht ‘Grafschrift’ of in het Afrikaans ‘Epitaph’.

.

Epitaph

.

Laasnag het ek gedroom dat ek weer in 1975 woon, die jaar
toe ek laas gelukkig was. Toe het ek afgekom by die trap &
vir my water getap in die kombuis dit was so stil in die huis.
Die mooiste jare is verby. Anyway & toe het ek gedroom dat
ek in ’n jaar so ver as moontlik van 1998 af gaan woon.Laasjaar het ek gedroom dat ek weer in my eie mooiste
woorde woon in my mooiste dorp & dat ek weer gesond
begin te word. Toe het ek wakkergeskrik & iets was nie pluis
nie ek was so lost ek was nie in my eie huis nie.
Die mooiste woorde is verby. Anyway & toe het ek gedroom
dat ek in ’n taal so ver as moontlik van Afrikaans af kan
gaan woon.In my boyhood het ek ’n meisie gehad sy was beautiful
beyond Afrikaans sy kon heelnag my so hartseer dans & sy
was somehow Gert se laaste stance. En toe het sy gedroom
dat sy in ’n lyf so ver as moontlik van my lyf af gaan woon.
Die mooiste liefde is verby. Anyway & toe het ek gedroom
dat ek by haar lyf so ver as moontlik van my lyf af gaan
woon.Somewhere het ek gedroom dat ek my eie begrafnis bywoon
& Pa was daar & Ma was daar & al my gelifdes soos in my
gelukkigste jaar. Maar die mooiste was dat dit die mooiste was
dit dit was dat ek afgebuk het na die grond & myself gesoen
het op my eie mond.
Die mooiste drome is verby. Anyway & toe het ek gedroom
dat ek in ’n droom so ver as moontlik van hier & nou af kan
gaan woon.

Laasnag het ek gedroom dat ek weer in 1975 woon, die jaar
toe ek laas gelukkig was. Toe het ek afgekom by die trap &
vir my water getap in die kombuis dit was so stil in die huis.
Die mooiste jare is verby. Anyway & toe het ek gedroom dat
ek in ’n land so ver as moontlik van Suid-Afrika af gaan
woon. & toe het ek gedroom dat ek in ’n land so ver as
moontlik van Suid-Afrika af gaan woon.

.
Grafschrift
.
Vannacht droomde ik dat ik weer in 1975 woonde, het jaar
toen ik het laatst gelukkig was. Toen liep ik de trap af &
ging water halen in de keuken het was zo stil in huis.
De mooiste jaren zijn voorbij. Hoe dan ook, & toen droomde ik dat
ik in een jaar zover mogelijk van 1998 ging wonen.Vorig jaar droomde ik dat ik weer in mijn eigen mooiste
woorden woonde in mijn mooiste dorp & dat ik weer gezond
begon te worden. Toen schrok ik wakker & er was iets niet pluis
ik was zo de weg kwijt dat ik niet in mijn eigen huis was.
De mooiste woorden zijn voorbij. Hoe dan ook, & toen droomde ik
dat ik in een taal ging wonen zover mogelijk van het Afrikaans
vandaan.In mijn jeugd heb ik een meisje gehad ze was mooi
het Afrikaans voorbij ze kon de hele nacht zo innig verdrietig dansen & ze
was ergens Gerts laatste pose. En toen droomde ze
dat ze in een lijf ging wonen zover mogelijk van het mijne vandaan.
De mooiste liefde is voorbij. Hoe dan ook, & toen droomde ik
dat ik met mijn lijf zover mogelijk van haar lijf ging
wonen.Ergens heb ik gedroomd dat ik mijn eigen begrafenis bijwoonde
& Pa was er & Ma was er & al mijn geliefden
net als in mijn gelukkigste jaar. Maar het mooiste was het mooiste was
dat ik me bukte naar de grond & ik mezelf zoende
op mijn eigen mond.
De mooiste dromen zijn voorbij. Hoe dan ook, & toen droomde ik
dat ik in een droom ging wonen zo ver mogelijk van hier & nu
vandaan.

Vannacht droomde ik dat ik weer in 1975 woonde, het jaar
dat ik voor het laatst gelukkig was. Toen liep ik de trap af &
ging water halen in de keuken het was zo stil in huis.
De mooiste jaren zijn voorbij. Hoe dan ook, & toen droomde ik dat
ik in een land ging wonen zover mogelijk van Zuid-Afrika
vandaan. & toen droomde ik dat ik in een land ging wonen zover
mogelijk van Zuid-Afrika vandaan.

.
Met dank aan poetryinternationalweb
%d bloggers liken dit: