Site-archief
Poëzieweek 2022
Bloesemingen en overvloed
.
Zoals elk jaar, sinds 2013, is het eind januari Poëzieweek in Nederland en Vlaanderen (en als zodanig een vervolg op de Gedichtendag die vanaf 2000 eind januari werd georganiseerd). De Poëzieweek begint op de laatste donderdag van januari en eindigt op de vrijdag acht dagen later. Elk jaar wordt een titel gekozen en een dichter gevraagd het poëzieweekgeschenk te schrijven. Alles over de Poëzieweek vind je op de Wikipediapagina van deze week.
Dit jaar is de titel Natuur en is als motto gekozen voor ‘Bloesemingen en overvloed’ uit een gedicht van de Poëzieweekdichter van dit jaar Ramsey Nasr (1974). Op de officiële website van de Poëzieweek vind je een overzicht van de activiteiten rondom deze week, nieuws, informatie over het thema en over Ramsey Nasr.
Omdat ik eigenlijk vind dat een poëzieweek eigenlijk drie weken tekort duurt, ik pleit al jaren voor een Poëziemaand naar het voorbeeld van bijvoorbeeld de Verenigde Staten, waar April Poetry Month is, zal ik de hele maand januari regelmatig stilstaan bij de Poëzieweek van dit jaar, van de afgelopen jaren, van de Gedichtendag, van de dichters die zich in de afgelopen 22 jaar hebben verbonden aan deze bijzondere initiatieven en aan de poëziegeschenken die daarmee gepaard gingen.
Maar vandaag sta ik stil bij Ramsey Nasr, voormalig Dichter des Vaderlands (2009 – 2013) en was hij eerder stadsdichter van Antwerpen (2005 – 2007). Ter gelegenheid van de Gedichtendag 2012 schreef hij het gedicht ‘Sonnet voor 456 letters’.
.
Sonnet voor 456 letters
.
En hier gebeurt het allemaal: vanbinnen
liggen de zinnen doodstil ingeklapt
als chromosomen, diep onder mijn kaft.
Ze wachten op een oog om te beginnen.
.
U leest — en loom weet zich een vers te ontspinnen.
Het was een val, u bent erin getrapt.
Geen geld of eeuwigheid wordt u verschaft.
Hooguit een ander heeft hier bij te winnen.
.
Andermans letters kapen uw gedachten:
mijn minutieus verzonnen DNA
heeft uit het niets al wat bestaat onttroond.
.
Mijn lichaam fonkelt op geroofde krachten.
Voel hoe ik groei en blakend openga.
Wie leest, wordt door het leven zelf bewoond.
.
Poëzieweek
31 januari t/m 6 februari 2019
.
Vandaag begint de Poëzieweek 2019, een week lang landelijke (Nederland en Vlaanderen) aandacht voor poëzie in de media, boekhandels, bibliotheken en andere plekken waar poëzie leeft. Na een aantal jaar de Nationale Gedichtendag te hebben georganiseerd is er nu alweer voor het zevende jaar sprake van de Poëzieweek. Ik schreef het al eerder en ik herhaal het nog maar een keer; liever zie ik, net als in de Verenigde Staten, een Poëziemaand maar ik ben al blij met een week.
Dit jaar heeft de Poëzieweek als thema ‘Vrijheid’. Een mooi algemeen thema waar je werkelijk alle kanten mee op kan. Tom Lanoye schreef het Poëzieweekgeschenk ‘Zonder handen, zonder tanden’ en dat krijg je in de Poëzieweek gratis bij besteding in de boekhandel van minimaal € 12,50 aan poëzie (zeg maar de aankoop van 1 poëziebundel). Dan wordt op 6 februari bekend gemaakt welke bundels genomineerd zijn voor de Grote Poëzie Prijs (de opvolger van de VSB Poëzieprijs) waarvan de winnaar op 16 juni bekend wordt gemaakt.
Maar er is meer. Op 2 februari is de finale van het NK Poetry Slam in Tivoli Vredenburg, en er zijn tal van voordrachten, projecten, podia rond en met dichters. Zo zijn er poëziewedstrijden, poëzievertaalwedstrijden, Poëzie en Kunst, een poëzieparcours, een light verse middag, interviews met dichters en ga zo maar door. En dan op 7 februari, na een week van tientallen en misschien wel honderden poëzieactiviteiten, wordt het stil.
Ik ben heel blij met de Poëzieweek, de dichtkunst staat een week lang in het centrum van de belangstelling en tegenwoordig in deze vluchtige maatschappij mogen we daar al heel blij mee zijn. Voor de ware liefhebber (en dat zijn er vele en worden er steeds meer) is het dan weer wachten op een initiatief, een project, een voordracht ergens in het land. Dat zou toch ander moeten. Hier op dit blog kan je dagelijks terecht voor een portie poëzie en wie weet komt het ooit zover dat poëzie net proza een vaste plek in het literaire landschap weet te veroveren.
Tot die tijd ook vandaag een gedicht. Van Tom Lanoye uiteraard, de Poëzieweek dichter van 2019. Uit de bundel ‘Hanestaart’ uit 1990 het gedicht ‘Programma’.
.
Programma
.
Weet ik veel hoe poëzie eruit
moet zien. Niet dat statische,
dat uniforme. Daar hou ik niet
zo van. Dezelfde toon herhaald
tot in den treure, en dat dan
‘vormvastheid’ noemen, of ‘een
eigen stem’, dat soort gelul.
Nee daar hou ik niet zo van.
Geef mij dan maar het favoriete
snoepgoed uit mijn jeugd. De
toverbal. Je zuigt en zuigt
maar, telkens komen er andere
kleuren te voorschijn en voor
je ’t weet, heb je helemaal
niets meer. Dát is het, vind
ik. Zoiets. Ongeveer.
.
Goed mens
Tonnus Oosterhoff
.
Via een rare link (namelijk die van brugwachtershuisjes.nl ) kwam ik erachter dat de Oost-Groningse dichter Tonnus Oosterhoff reservebrugwachter is geweest. Bij een brugwachter kan ik me wel wat voorstellen maar reservebrugwachter? Mag die komen opdraven als de reguliere brugwachter met vakantie is? Geen idee. Hoe dan ook, ik kwam op deze manier in aanraking met Tonnus Ooosterhoff en deze is dichter en dus, in mijn geval dan toch, ga ik op zoek naar zijn poëzie.
Tonnus Oosterhoff blijkt geen rasechte Groninger (want geboren in Leiden in 1953) maar woont daar al wel bijna zijn hele leven. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de universiteit van Groningen en hij schreef, voor hij literair werk publiceerde, verhalen voor Mijn Geheim. Voor wie Mijn Geheim niet kent, dit was een tijdschrift voor en door vrouwen waarin individuele levensverhalen centraal stonden. Eerlijk gezegd weet ik niet of het nog bestaat maar wat ik me er van kan herinneren stond het altijd bol van verhalen over relatieproblemen, echtscheiding, ziekte, de dood van een naaste, zwangerschap en traumatische ervaringen.
In 1990 debuteert Oosterhoff met de poëziebundel ‘Boerentijger’. Zijn oeuvre kenmerkt zich door een onderkoelde humor en verraadt de neiging zichzelf met ieder boek radicaal te willen vernieuwen. In 2001 initieerde hij bijvoorbeeld een website met bewegende gedichten. Voor zijn werk ontving hij vele literaire prijzen zoals de Herman Gorterprijs, de Multatuliprijs, de Jan Campert-prijs en de P.C. Hooft-prijs.
Uit zijn bundel ‘Wij zagen ons in een kleine groep mensen veranderen’ uit 2002 een gedicht zonder titel.
Een goed mens is iets heel eenvoudigs
maar laat je hem vallen, dan kun je hem weggooien.
Als het verband eruit is, krijgen
de knapste vaklui dat er nooit meer in.
Je kunt hem weggooien, hij is niets meer waard.
.
Koeien worden als ze gedwongen
elkaars merg en kop hebben gedronken
bij duizenden over de kling gejaagd:
want er mocht eens één zo’n kostbaar, uniek…!
.
Een mens is echter zo vervangbaar als een gloeilamp.
Draai in de fitting van een kapot goed mens
een nieuw goed mens en je hebt licht.
.
Ook een goed gedicht is eenvoudig.
.
Nooitvanzijnlangzalhijleven
.
Ik houd een onderdeel over
.
Zorro
Peter Verhelst
.
Van 25 januari tot en met 31 januari 2018 is het weer Poëzieweek in Nederland en Vlaanderen. Nog altijd geen poëziemaand helaas, ik blijf ervoor pleiten, een week is echt te kort. Maar terug naar de Poëzieweek in 2018. Regisseur van de Poëzieweek in 2018 is de Vlaamse dichter Peter Verhelst (1962). Natuurlijk ken ik het werk van Peter Verhelst maar ik zag tot mijn grote schik dat ik nog nooit een blogbericht vaan hem heb besteed. Shame on me. Peter Verhelst is namelijk misschien wel de meest gelauwerde dichter uit Vlaanderen. Hij won en kreeg voor zijn poëzie en poëziebundel zo ongeveer elke denkbare prijs die er is. Zijn werk is in veertien talen vertaald en hij schrijft niet alleen poëzie maar ook proza, theaterstukken en jeugdliteratuur (waar hij ook al verschillende keren prijzen voor heeft ontvangen).
Uit de 14 dichtbundels die hij heeft gepubliceerd heb ik uiteindelijk gekozen voor een gedicht dat misschien niet zo voor de hand ligt maar waar ik persoonlijk iets mee heb, niet zozeer met de inhoud (al is die zeker bijzonder) maar meer met de titel ‘Zorro’. ‘Zorro is het Spaanse woord voor Vos en onze kater (die helaas een paar jaar geleden is aangereden en overleden) heette zo.
Daarom uit de bundel ‘Vrede is eten met muziek’ uit 2005 het gedicht ‘Zorro’.
.
Zorro
.
Tussen Mexicaans gras hadden ze ons te pakken.
(Hun laarzen gewet.)
Ze hadden onze huidskleur niet en drongen
ons lichaam naar binnen. Trokken ons binnenstebuiten.
Lieten strepen na in de vorm van halve swastika’s.
Verder niks.
.