Site-archief
Hoe zich een dichter troost
P.A. de Génestet
.
Petrus Augustus de Génestet (1829 – 1861) was een Nederlands dichter en theoloog. De Génestet had een kort en verdrietig leven. In 1852 werd hij predikant maar in 1859 stierven zowel zijn vrouw als éen van zijn vier kinderen aan Tuberculose en moest hij zelf ontslag nemen als dominee wegens zijn zwakke gezondheid. Twee jaar later, in 1861, overleed hij zelf aan Tuberculose.
Door zijn humoristische en ontroerende gedichten was de Génestet erg populair. Zijn poëzie was toegankelijk voor een breed publiek. Maar ook godsdienst was een belangrijk thema in zijn gedichten. De Génestet was vrijzinnig-protestant, maar hij neemt even scherp stelling tegen de oppervlakkige vrijzinnigheid als tegen de steile onverdraagzaamheid. Samen met Nicolaas Beets wordt hij gezien als een deel van de Nederlandse navolging van het Byronisme (aanduiding van de navolging in de romantische literatuur van de eerste helft van de 19e eeuw van het werk van de Engelse dichter Lord G.G. Byron (1788-1824), die met zijn individualistische vrijheidsidealen, zijn gevoelens van melancholie over de onvervulbaarheid van het ideaal, zijn heldendom, wanhoop en cynisme, talloze West-Europese bewonderaars en navolgers kende).
De Génestet heeft in zijn korte leven toch nog heel wat gedichten geschreven die na zijn dood zijn gepubliceerd in ‘Dichtwerken’. Later werden zijn gedichten ook uitgegeven door N.V. Wereldbibliotheek en mijn (tweede) druk uit 1934 heeft als titel P.A. de Génestet, Complete Gedichten’. Uit deze bundel het gedicht ‘Hoe zich een dichter troost’.
.
Hoe zich een dichter troost
Probatum est
Geen goud heeft ooit mijn oog getrokken
Dan ’t zijden goud van maagdelokken,
Dan ’t purpren goud van d’avondstond;
Dan, rijke Muze dezer dalen,
Aurora met den krans van stralen!
De gouden rozen in uw mond;
Dan ’t bruine goud der beukeblaêren,
Het blonde goud der ruischende aren,
Het maatgeluid van gouden snaren;
Dan ’t heilig goud, dat Liefde en Echt
Door ’s Bruigoms witbesneeuwde haren
In groene mirtekransen vlecht,
Of – op des voorjaars milde wegen
De stromen van den gouden regen.
.
Op de hoogte van de vogels
Recensie
.
Dirk Kroon (1946) debuteerde op aanraden van zijn leermeester Victor E. van Vriesland, met ‘Materiaal voor morgen'(1968). In april 2017 verscheen zijn meest recente bundel, ‘Op de hoogte van de vogels – verzamelde gedichten’ waarvan hieronder een recensie.
Tussen de uitgave van deze twee bundels studeerde hij Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit van Leiden en werkte hij als part-time docent in het hoger onderwijs, tot hij zich in 2006 geheel aan het schrijven kon wijden. Hij publiceerde gedichten, bloemlezingen en aandachttrekkende compilaties over o.a. Leopold, Nijhoff, Slauerhoff en Vasalis.
In literaire tijdschriften publiceerde hij recensies en essays over dichters van zijn voorkeur, wat leidde tot de omvangrijke uitgave ‘Is het werkelijk? Verkenningen van dichters’ (2015). Meer informatie over Dirk Kroon vind je op www.dirkkroon.nl
Recensie ‘Op de hoogte van de vogels’.
Na een liefdevolle inleiding van Leo van Wetering, waarin hij 35 jaar dat ze elkaar nu kennen doorneemt aan de hand van de poëzie van Dirk Kroon, en waarin hij ook al aangeeft hoe de poëzie van Kroon zich heeft ontwikkeld, wat zijn belangrijkste thema’s zijn en wat Kroon nog meer gedaan heeft in de halve eeuw die hij als dichter actief is, volgen alle gedichten die Dirk Kroon gepubliceerd heeft tussen 1968 en 2016.
De bundel ‘Op de hoogte van vogels’ kreeg ik van Dirk en ik moet zeggen dat ik onder de indruk ben. Meer dan 500 pagina’s poëzie, gedichten die je makkelijk leest maar waarnaar je, zo merkte ik, soms ook weer even naar terugbladert. Om nogmaals te lezen, te begrijpen wat Dirk je precies voorschotelt.
In zijn oudste werk is de anekdote nooit ver weg. Persoonlijk lees ik graag poëzie die serieus is, die dieper gaat dan wat er staat en me zo nu en dan ook laat glimlachen. Dirk Kroon is een dichter die zulke poëzie schrijft. Zoals bijvoorbeeld in het gedicht ‘Heldendom’
.
Vertederd geweerschot,
minzame verminking.
.
De soldaat zorgt
net niet voor zelfmoord.
.
De volgende dag
staan de kranten er vol van.
.
Zoals Leo van Wetering in zijn inleiding als schrijft, zijn de liefde en sterfelijkheid nooit ver weg in Kroons poëzie. Een mooi voorbeeld vind ik het gedicht ‘Beladen’.
.
Laadmeester dood,
je vaartuig ligt klaar,
volgens standaardcontract
wacht de bemanning.
.
Slaap nu maar lang
tot je gewekt wordt,
de angst van je gast
is diep verankerd.
.
Achter zijn ogen
de zelfkant van de wimpers,
brandt nu een vuurrode zon
voor zijn verbleekte geliefden.
.
Geen traan die men laat
kan dit nog stoppen.
Het schroeien neemt tijd,
vaagt genietingen weg.
.
Slaap tot het water
verlangens ook dooft,
loodzware last
die je wel wilt tillen.
.
Maar niet alleen de dood, de sterfelijkheid en de vergankelijkheid zijn thema’s van Kroon. Ook de liefde ontbreekt niet, soms zelf erotisch getint. Misschien niet altijd meteen herkenbaar maar in het gedicht ‘Geven en nemen’ spat de lust en het plezier van de pagina.
.
Zij komt handen tekort
om liefde te geven;
jij biedt haar een bed
voor een ferme omstrengeling.
.
Wanneer zij in haar warme
kleine strijd ontbrandt,
krijgt zij je meest geheime
verlangens te pakken.
.
Ze neemt je bazig te grazen,
beetje voor beetje,
met de tanden gewapend
om niet te vergeten
waar zij geweest is.
.
Als zij haar sporen
zo ruimschoots verdient,
valt ze jou lovend
en biedend in handen.
.
Alle bundels in deze vuistdikke verzameling kennen een vaste structuur, gedichten met een titel, van een kort tot gemiddelde lengte. Zo lees ik ze graag. Alleen in de bundel ‘Vergeefs verweer’ uit 2016 wijkt Kroon hiervan af. Het gedicht ‘Thema met variaties’ beslaat maar liefs 13 pagina’s. De index achterin de bundel is voor mij een bron van vreugd en plezier. Aan de titels van de gedichten kun je een dichter ook beter leren kennen. Voor een poëzie schrijver zoals ik, is een gedicht zoeken bij een gebeurtenis dan ook niet moeilijk.
Al met al heb de bundel ‘Op de hoogte van vogels’ met veel plezier gelezen. Een bundel waarin zijn werk in de volle breedte genoten kan worden. Dirk Kroon schrijft gedichten voor ervaren poëzie lezers maar zeker ook voor beginnende poëzie lezers. Zijn taal en thema’s zijn begrijpelijk en helder. De vele extra informatie in de bundel zijn een plus voor wie de dichter Dirk Kroon nog beter wil leren kennen. De bundel in hardcover is overal in de (web-)winkels te koop voor € 35,-.
.
Paradise lost
John Milton
.
Pas geleden zag ik op televisie een programma waarin iemand een exemplaar van Paradise Lost kwam aanbieden bij een pandjesbaas. Het was niet de oudste versie maar wel een zeer fraai exemplaar met illustraties van Gustave Doré. Paradise Lost is een episch gedicht in blank vers ( poëzie geschreven in vijfvoetige ongerijmde jamben of pentameters) door de 17e-eeuwse Engelse dichter John Milton. Hoewel Milton het bijna tien jaar eerder schreef, werd het pas in 1667 gepubliceerd.
Deze publicatie bestond uit tien delen met in totaal meer dan tienduizend versregels. Een tweede editie volgde in 1674, met een herverdeling over twaalf boeken (in navolging van de wijze van verdelen bij Vergilius’ Aeneis). Het grootste deel van het gedicht schreef Milton toen hij al blind was, zodat hij het moest dicteren.
Het gedicht heeft als onderwerp het christelijke verhaal van de zondeval van de mens: de verleiding van Adam en Eva door de gevallen engel Satan en hun verdrijving uit de Hof van Eden. In het gedicht volgde Milton een aantal van de klassieke epische conventies zoals teruggevonden wordt in Homerus’ Ilias en Odyssee, en Vergilius’ Aeneis.
Zo begint Paradise Lost net als vele klassieke heldendichten met een invocatie van de Muze, ligt de nadruk op de ‘verheven onderwerpen’ zoals oorlog, liefde en heldendom en het gebruik van ‘In medias res’. In medias res betekent dat je een verhaal niet bij het begin begint, maar ergens in het midden of mogelijk zelfs al rond het einde.
Hier een stukje uit Paradise lost waarbij begonnen wordt met een invocatie ( een aanroeping of afsmeking) van de Muze.
.
Sing Heav’nly Muse, that on the secret top
Of Horeb, or of Sinai, didst inspire
That shepherd, who first taught the chosen seed,
In the beginning how the heav’ns and earth
Rose out of chaos; or if Sion hill
Delight thee more, and Siloa’s brook that flowed
Fast by the oracle of God: I thence
Invoke thy aid to my advent’rous song,
That with no middle flight intends to soar
Above the Aonian mount, while it pursues
Things unattempted yet in prose or rhyme.
.