Site-archief

Brein, ghetto van gedachten

Manja Croiset

.

Ik maakte kennis met Manja Croiset toen ze in 2009 contact met me opnam na de publicatie van haar autobiografie ‘Mijn leven achter onzichtbare tralies’. Sindsdien heb ik met enige regelmaat contact met haar gehad via de verschillende (sociale) media. Manja Croiset is geboren (1946) en getogen in Amsterdam. Ze is de dochter van een Joodse moeder en een vader die wegens illegaal drukwerk in verschillende kampen heeft gezeten en ook nog Joodse genen had. Ze heeft geen gemakkelijk leven (bepaald door de achtergrond van haar familie) gehad, zoals uit haar boeken blijkt. Na een lang leven van aanpassen en zwijgen is ze gaan schrijven.

Haar nieuwe en laatste bundel ‘BREIN, GHETTO van GEDACHTEN’ wordt met recht een hybride boek genoemd in de communicatie van uitgeverij Brave New Books. Zo schrijft de uitgeverij: In deze bundel zijn opgenomen, de bundel Bloemlezing of Rouwkrans “wie is de vrouw in de spiegel” Manjaforisme en de door haar ingevoerde Woordcartoons. “ rouwen om een verloren leven” Inzicht zonder Uitzicht KAFKA HEEFT ZICH MEER DAN WAARGEMAAKT.

Als je, zoals ik, van de rafelranden van de poëzie houdt, dan is een bundel als Brein, ghetto van gedachten’ een fijne uitdaging om te lezen. Dit is geen dichtbundel, dit is een reflectie van de gedachten, zorgen, ideeën en meningen van Manja Croiset, een unieke vrouw in vele opzichten. Natuurlijk staan er vele gedichten in de bundel, stuk voor stuk beladen gedichten, sterke, uitgesproken gedichten, maar er staat zoveel meer in dit boek.

Als we beginnen bij het omslag blijkt al dat dit een ego document is van een vrouw die zich niet laat kooien, niet door haar gedachten, niet door lezers, een uitgeverij, door niemand. Hier spreekt een krachtige vrouw, fysiek aan het einde van haar krachten maar psychisch en verbaal heel sterk. Het gedicht op pagina 42 met daaronder in een tekstvak de toevoeging “Koorddansen met een evenwichtsstoornis” is wat mij betreft daarin illustratief:

.

balancerend
als
een koorddanser
zoek ik mijn weg
niet wetend
wat mijn mogelijkheden
zijn

.
op mijn hoede
voor de toch nog
onverwachte
val

.

Dan de inhoud. Het boek ‘Brein, ghetto van gedachten’ is in alle opzichten een ego document waarbij alle onderdelen door Manja geplaatst zijn in de tijd. Haar leven was en is niet makkelijk maar door de vele verwijzingen naar boeken, uitspraken, gebeurtenissen en haar gedichten krijg je al lezend een idee van dat leven. Het boek is een soort collage van verschillende elementen (Manjaforismen, Woordcartoons, gedichten, uitspraken, herinneringen, gedachten, verwijzingen, foto’s) waarin je wordt meegezogen. Op het ene moment verwonder ik me over de spitsvondigheden en woordkunst van Manja en het andere moment ontroert ze met haar persoonlijke poëzie.

Tijdens het lezen heb ik het boek een paar keer weggelegd, dan werd het me allemaal wat teveel, te fragmentarisch, dan mis ik een lijn van vertellen maar wanneer ik dan weer verder las dan zat ik ook meteen weer in haar verhaal. Tussen de vele persoonlijke gedichten en gedachten door staan verwijzingen naar kunstenaars, kunstwerken, dichters (Vasalis, Diamand) schrijvers (Kafka) componisten, politiek, tot aan een liedtekst van de Beatles. Uit alles blijkt de belezenheid en culturele bagage van de schrijfster. Vermeng dit met een persoonlijk relaas van een Joods leven met de zwaarte van de Shoah, de overlevenden van de concentratiekampen, de verschrikkingen die plaats vonden tijdens de oorlog en daarna en je hebt een uniek ego document zoals ik er nog niet eerder een las.

Op de op een na laatste bladzijde schrijft Manja: Mijn laatste groet is voor hen, die mij in mijn onvolmaaktheid kenden
en mij liefhadden. Door dit boek heb ik het idee haar een beetje beter te hebben leren kennen. ‘Brein, ghetto en gedachten is te koop of te bestellen via de boekhandels.

.

EEN WAARNEMING

.
de wind is geluwd
het is gestopt met regenen
opgeworpen duinen van kletsnatte
bladeren
de zon breekt af en toe door
een deel van de bladerwal
droogt en begint te dansen en glinstert
buiten lonkt
kortom het is herfst

geen zuchtje wind
een briesje
wordt storm
zwelt aan tot orkaankracht
en dan opeens
doodse stilte
alles is verwoest
zie je wel
dat er geen god is

.

Overweeg de hel

Berthold Brecht

.

Op het forum https://bukowskiforum.com kwam ik terecht nadat ik de vraag had gesteld welke dichter te vergelijken was met Charles Bukowski. Het kan heel boeiend zijn om te lezen wat lezers en fans van een bepaalde dichter vinden van andere dichters die, wellicht, vergelijkbaar zijn met hun idool. In dit geval kwam de naam van Paul Celan naar boven. Op zichzelf geen vreemde suggestie maar doorbladerend kwam ineen de naam van Berthold Brecht naar voren, geïllustreerd door het gedicht ‘Contemplating hell’.

Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (1898 – 1956) was een Duits dichter, (toneel)schrijver, toneelregisseur en literatuurcriticus wiens werk sterk politiek geëngageerd was . Brecht wordt gezien als de grondlegger van het episch theater. Hij werkte veel samen met de componisten Hanns Eisler en Kurt Weill. In 1933 vluchtte Brecht uit Duitsland voor de nazi’s en kwam na omzwervingen in de Verenigde Staten terecht. In de koude oorlog periode werd hij echter vervolgd worden wegens on-Amerikaanse activiteiten (lees communistische of crypto-communistische activiteiten in de McCarthyperiode) , waarna hij vertrok naar Oost-Berlijn.

Uit de periode waarin hij in de Verenigde Staten leefde (in Los Angeles) stamt dit kritische gedicht.

.

Contemplating Hell

Contemplating Hell, as I once heard it,
My brother Shelley found it to be a place
Much like the city of London. I,
Who do not live in London, but in Los Angeles,
Find, contemplating Hell, that it
Must be even more like Los Angeles.

Also in Hell,
I do not doubt it, there exist these opulent gardens
With flowers as large as trees, wilting, of course,
Very quickly, if they are not watered with very expensive water. And fruit markets
With great leaps of fruit, which nonetheless

Possess neither scent nor taste. And endless trains of autos,
Lighter than their own shadows, swifter than
Foolish thoughts, shimmering vehicles, in which
Rosy people, coming from nowhere, go nowhere.
And houses, designed for happiness, standing empty,
Even when inhabited.

Even the houses in Hell are not all ugly.
But concern about being thrown into the street
Consumes the inhabitants of the villas no less
Than the inhabitants of the barracks.

.

Pleasure and punishment

Thomas Moore

.

Deze week dichters uit Ierland. De eerste is Thomas Moore (1779 – 1852). Thomas Moore was een dichter, zanger, liedjesschrijver en entertainer. Hij is heden ten dagen nog vooral bekend van zijn tekst van ‘The Minstrel Boy’ (een Iers patriottisch lied) en ‘The Last Rose of Summer’. Moore wordt gezien als de nationale bard van Ierland. Beroemde componisten als Hector Berlioz, Robert Schumann en Benjamin Britten, hebben werk van Moore op muziek gezet. Een aantal liederen van Moore komen ook terug in werk van een andere beroemde Ierse schrijver James Joyce, bijvoorbeeld in zijn boek Dubliners.

Alle gedichten van Thomas Moore zijn te lezen via de Gutenberg bibliotheek op http://www.gutenberg.org/ebooks/8187

Hieronder een vrolijk gedicht van zijn hand en hoewel al bijna twee eeuwen oud nog altijd actueel en herkenbaar.

.

An Argument

I’ve oft been told by learned friars,
That wishing and the crime are one,
And Heaven punishes desires
As much as if the deed were done.

If wishing damns us, you and I
Are damned to all our heart’s content;
Come, then, at least we may enjoy
Some pleasure for our punishment!

.

Moore

 

Met dank aan the poemhunter en Wikipedia.

Toeval bestaat niet

Pham Duy en Guillaume Apollinaire

.

Afgelopen zaterdag was ik bezig met een blogbericht waar ik niet helemaal uitkwam. Het betrof een gedicht van Guillaume Apollinaire waar ik de tekst niet van kon achterhalen. Dat was ook de reden dat ik ergens anders over schreef die dag. Tot ik op zondag via Goodreads, waar ik al eerder over schreef, een bericht las over het overlijden van een bekend Vietnamees componist Pham Duy. Niet dat ik Pham Duy kende maar toen ik het stukje las bleek dat deze componist een muziekstuk heeft gecomponeerd “Mùa Thu Chết”  of “De herfst is dood” zoals de vertaling luidt, dat gebaseerd is op een kort gedicht van, jawel, Guillaume Apollinaire met de titel “L’Adieu,”.

Omdat ik hier vaker schrijf over de relatie tussen film en poëzie en ook over de poëzie in muziek leek me dit een mooie gelegenheid dit met jullie te delen.

.

L’Adieu

.

J’ai cueilli ce brin de bruyère
L’automne est morte souviens-t’en
Nous ne nous verrons plus sur terre
Odeur du temps brin de bruyère
Et souviens-toi que je t’attends

.

Pham Duy ( 1921-2013) was een populaire  Vietnamese componist.  Hij wordt samen met  Van Cao en Trinh Cong Son gezien als een van de drie meest opmerkelijke componisten van de moderne, niet-klassieke, Vietnamese muziek. Pham Duy was meer dan 50 jaar actief en heeft in die tijd duizenden liedjes geschreven.

Met dank aan Wikipedia en Goodreads.com

.

ga

phamduy2

%d bloggers liken dit: