Site-archief

Gedicht over Stalin

Osip Mandelstam

.

In mijn vorige bijdrage over de bundel ‘Gezanten uit Alexandrië, schreef ik al dat ik zou terugkomen op een gedicht van de Russische dichter Osip Mandelstam dat hij schreef over de dictator Joseph Stalin in 1933. Mandelstam droeg dit gedicht in hem vertrouwde kringen voor maar die vertrouwde kringen bleken minder vertrouwd dan hij had gehoopt. Hij werd gearresteerd, opgesloten en weer vrijgelaten op persoonlijke voordracht van Stalin. Hij zwierf daarna met zijn vrouw vier jaar door de Sovjet Unie, opgejaagd en rechteloos zonder enig uitzicht om aan die situatie te ontsnappen of een echt pardon van de leider. In 1938 werd hij uiteindelijk alsnog opgepakt door de geheime politie en naar Siberië vervoerd waar hij vermoord werd.

Het gedicht ‘Stalin’ is in de bundel opgenomen en en vertaald door Nadjezdja Mandelstam zijn vrouw. Na Osips tweede arrestatie en overlijden in een doorvoerkamp in 1938 leidde Nadjezdja Mandelstam een zwervend bestaan om arrestatie te voorkomen, waarbij ze regelmatig van adres en baan wisselde. Ze zag het als haar levenstaak de poëzie van Osip te bewaren voor het nageslacht. Ze leerde daarvoor het oeuvre van haar man uit haar hoofd.

Meer informatie over Mandelstam en zijn poëzie is hier https://woutervanheiningen.wordpress.com/2012/07/12/het-ene-isme-is-het-andere-isme-niet/  te lezen.

In 1970 verscheen in Engeland het boek ‘Hope against hope’ met de memoires van Nadjezdja Mandelstam van haar leven met Osip. In dit boek staat de oorspronkelijke vertaling van haar hand dat je hieronder kunt lezen. In het Engels en voor de die hards in het Russisch.

.

(Stalin)

.

We live. We are not sure our land is under us.
Ten feet away, no one hears us.

.

But wherever there’s even a half-conversation,
we remember the Kremlin’s mountaineer.

.

His thick fingers are fat as worms,
his words reliable as ten-pound weights.

.

His boot tops shine,
his cockroach mustache is laughing.

.

About him, the great, his thin-necked, drained advisors.
He plays with them. He is happy with half-men around him.

.

They make touching and funny animal sounds.
He alone talks Russian.

.

One after another, his sentences hit like horseshoes! He
pounds them out. He always hits the nail, the balls.

.

After each death, he is like a Georgian tribesman,
putting a raspberry in his mouth

.

Мы живем, под собою не чуя страны …

.

Мы живем, под собою не чуя страны,
Наши речи за десять шагов не слышны,
А где хватит на полразговорца,
Там припомнят кремлевского горца.
Его толстые пальцы, как черви, жирны,
И слова, как пудовые гири, верны,
Тараканьи смеются смезтся гюлеся смезтся смезтся гюезся гюесся гюеяся
гири верны.

.

А вокруг него сброд тонкошеих вождей,
Он играет услугами полулюдей.
Кто свистит, кто мяучит, кто хнычет,
Он один лишь бабачит en тычет.
Как подкову, дарит за указом указ –
Кому в пах, кому в лоб, кому в бровь, кому в глаз.
Что ни казнь у него – то малина
И ирокая грудь осетина.

.

Jean-Bédel Bokassa

Bloemen van het kwaad

.

In de vuistdikke uitgave ‘Bloemen van het kwaad’ samengesteld en geschreven door Paul Damen, staat niet alleen heel veel zeer boeiende informatie te lezen over tal van dictators, maar ook veel van hun “poëzie”.  Jean-Bédel Bokassa (1921-1996) was één van de dictators waar ik ten tijde van zijn bewind al een fascinatie voor had. Hoe kwamen Afrikaanse leiders aan de macht, wisten ze zich tot dictator en alleenheerser te ontwikkelen en raakten ze vervolgens volledig van god los? Bokassa kwam, zoals zovele machthebbers in Afrika aan de macht door een staatsgreep te plegen. Hij benoemde zichzelf vervolgens tot president voor het leven en Keizer van Centraal Afrika (waar hadden we dat eerder gehoord?). Hij was niet alleen megalomaan maar hield er ook een schrikbewind op na (zoals veel dictators) waar dieven na twee veroordelingen een oor werd afgesneden en bij de derde veroordeling een hand.

In 1979 werd hij afgezet door paramilitairen en ging hij in Frankrijk in ballingschap waar hij leefde van al het geld dat hij tijdens zijn schrikbewind had geroofd. Uiteindelijk keerde hij terug naar, wat toen inmiddels de Centraal Afrikaanse Republiek heette en werd daar ter dood veroordeeld. Dat werd later omgezet in levenslang maar na 6 jaar kwam hij al vrij en leefde tot 1996 in de voormalige hoofdstad Bangui als vrij man.

In de gedichten die Boakssa schreef gaat het over zijn leven als staatsman en daar is duidelijk zijn visie terug te lezen op zijn invulling van die rol. Niet heel poëtisch, zijn eigen rol verkleinend en ‘het volk’ als belangrijkste naar voren schuivend maar ondertussen zijn eigen zin doen (vaak) tegen de wil van dat zelfde volk in (waar zien we dat tegenwoordig vaker!).

Over de authenticiteit van deze gedichten is inmiddels veel discussie, in een goed artikel van Bart FM Droog blijkt dat het gedicht hieronder wel erg veel lijkt op ‘Je ne suis pas un héros’ van Daniel Balavoine. Doorlezend op Internet blijken meer van de gedichten in dit boek discutabel te zijn zoals de ‘vermeende’ gedichten van Adolf Hitler. Lees het artikel hier http://www.bartfmdroog.com/droog/dd/bokassa.html Dit is het gedicht waarop Bart FM Droog doelt.

.

Ik ben helemaal geen held.

Fouten blijven me beklijven.

Geloof niet wat de kranten schrijven.

Ik ben absoluut geen held.

.

Ik ben overal en nergens niet.

Ik zie niets, terwijl ik alles merk.

Beluister niets, maar het ontgaat me niet,

dat is een staatshoofd zijn werk.

.

Je schrijft ook geen geschiedenis

zonder échte offers erin,

maar offers blijven zonder zin

als er bij het volk geen steun voor is.

.

Jean-Bedel Bokassa

Poëzie en politiek

Lincoln Silva

Lincoln Silva (1945) is een schrijver, dichter en journalist uit Paraguay. Momenteel schijnt hij in Amsterdam te wonen. Naast twee romans (‘Rebelión despuéus’ uit 1970 en ‘General, General’uit 1975) schrijft hij ook poëzie. In zijn geschriften hekelt Silva op humoristische maar groteske wijze de politieke realiteit in Paraguay. Met name tijdens het bewind van generaal en dictator Alfredo Strössner.

Op de website http://www.doorbraak.eu/ vond ik een mooi strijdbaar gedicht van Silva.  In dit gedicht komen gevoelens van woede en machteloosheid en de weigering zich neer te leggen bij onrecht duidelijk naar voren.

.

Woede

Ik neem geen genoegen meer met een schreeuw
met het heffen van een vuist
en me te pletter lopen tegen een muur
Mezelf nu in brand steken
is de helft van niets;
verkoold sterven
terwijl je je eigen as opeet.

Het is veel te weinig alleen maar Paraguayaan te zijn
nauwelijks een Zuid-Amerikaan
een wereldburger.
Wat betekent het nu om christen te zijn
en je wonden likkend
van deur tot deur te gaan.
Vandaag viert de ellende
zijn bruiloft van as
en luiden de klokken
voor al onze martelaren.
Ik neem er geen genoegen meer mee een mens te zijn
zonder in de anderen
mijn woede te ontsteken.

.

lincoln-silva-foto-asaje vove-memoria-viva-2013-UH-portalguarani

Kim Jong il en de poëzie

Hofdichter Jang Jin-sung

.

Vandaag in de Volkskrant een artikel over de hofdichter van Kim Jong-il, de dictator en alleenheerser over Noord Korea. Deze hofdichter Jang Jin-sung is gevlucht uit Noord Korea en geeft in het artikel een aardig inzicht in het reilen en zeilen in Noord Korea en hoe hiermee als westers land om te gaan, om verandering te kunnen bewerkstelligen.

Het politieke deel van dit artikel, hoe interessant ook, daar wil ik het hier nu niet over hebben maar het gedicht dat is afgedrukt bij het artikel, dat is dan weer wel de moeite waard om aandacht aan te besteden. Eerst het gedicht.

.

Lente rust op de geweerloop van de Heer

.

Dus dit is het Wapen

dat in handen van een minderwaardige man

alleen een moord kan plegen

maar, gehanteerd door een groot man,

alles kan overwinnen.

Zoals de geschiedenis heeft geleerd,

behoren oorlogen en bloedvergieten,

bij de zwakken.

Generaal Kim Jong-il,

de Generaal alleen,

is heer van het Wapen,

Heer van de gerechtigheid,

Heer van de vrede, Heer van de Eenwoording,

O, de ware Leider van het Koreaanse Volk!

.

Als je aan mij zou vragen wat er mis is met dit ‘gedicht’ dan ben ik nog wel even bezig. Dat is ook niet waarom ik hier aandacht aan besteed. Juist de vorm, de overdrijving, de woordkeus, de absurde verheerlijking, de kleffe onderdanigheid boeit me. Hoe, heb ik me weleens afgevraagd, komt een mens zover dat ie dit kan schrijven? Natuurlijk, in Noord Korea weet men niet beter en als men beter weet en dit uit komt men vanzelf in één van de meest vreselijke strafkampen terecht. En als je dit soort propagandistische gedichten maar vaak genoeg hoort ga je er vanzelf een keer in mee (zeker als je dit van jongs af aan gewend bent te horen).

Hoe het ook kan bewijst Alfred Schaffer, dichter te Kaapstad, over Nelson Mandela.

.

Gedicht zonder woorden

.

Vier vrouwen steken uitgelaten arm in arm de straat over.
Op weg naar een kantoor van glas en moeizaam op hun hakken.
Hebben ze het nieuws gehoord vraag ik me af
de wind jaagt dwars door Adderly richting de haven.

Op perron 9 loopt de trein uit Bellville leeg.
Een koele vrouwenstem roept een vertraging om
die van de trein van 8 uur 10 uit Kapteinsklip maar wie goed luistert
hoort haar begeesterd zingen en zingt mee.

Bij de broodafdeling in de supermarkt heeft zich een lange rij gevormd.
Verse broodjes en een kopje koffie voor de dag begint
voordat de dag opnieuw en weer opnieuw begint maar wie scherp kijkt
ziet geen afzonderlijk gezicht alleen een menigte.

Een echtpaar staart verwonderd naar de wolken
die bewegingloos de Tafelberg af rollen, auto’s trekken op of
houden netjes stil voor rood, een man groet iemand niet
en loopt dan door misschien een bedelaar

het lijkt een doodgewone ochtend in de stad wat valt er verder
ook te zeggen – dat het een warme lentedag zal worden ja
en dat wanneer je iemand naar de weg zou vragen
je geen antwoord kreeg vandaag, alleen een trieste glimlach.

En dat een heel klein meisje ergens
in dit huis een grote boom met vogeltjes en slingers en ballonnen
in de bladeren zal tekenen en zeggen deze geef ik
aan Mandela als ik in de hemel ben.

.

kim-jong-il_796226c

 

nelson-mandela

%d bloggers liken dit: