Gedichten op vreemde plekken
Deel 61: In een parkeergarage
.
In een parkeergarage in Leeuwarden staat de eerste zin van het gedicht ‘Morgen rijd ik’ van J.J. Slauerhoff (1898 – 1936) onder de ruit van de bewakers/portierspost.
Hier het gedicht in zijn geheel uit de bundel ‘Serenade III’.
.
MORGEN RIJD IK
Morgen rijd ik met bedwelmende bloemen naar je toe.
Ik wil niet langer wachten, eindelijk weten hoe
Je bent; de bloemen zullen je verraden.
Als je liefdeloos bent, zullen ze kwijnen en treuren;
Als je kwijnt van verlangen, heviger geuren;
Als je brandt van verlangen, hun knoppen scheuren
En jij in een groot gebaar al je gewaden.
.
Geplaatst op 28 augustus 2012, in Gedichten op vreemde plekken en getagd als 1898, 1937, bundel, dichter, gedicht, gedichten op vreemde plekken, J.J. Slauerhoff, leeuwarden, morgen rijd ik, parkeergarage, poëzie, Serenade III. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.





Een reactie plaatsen
Comments 0