Copla
Hendrik de Vries
.
De Copla is een kort, uit één strofe bestaand, vaak ondeugend gedicht. De colpa’s worden onderverdeeld in cuartetas (of kwarten) die uit vier regels bestaan van elk acht lettergrepen, en seguidillas (strepen), eveneens vierregelig, doch afwisselend van zeven en vijf lettergrepen. De meeste copla’s kunnen gezongen worden en vele ervan zijn reeds zeer oud. Sinds de middeleeuwen is de copla de geliefde vorm waarin Spanjaarden uitdrukking geven aan hun gevoelens van liefde, haat, heimwee, verlangen en smart.
De onderstaande copla is uit het Spaans vertaald door Hendrik de Vries. De Vries vertaalde verschillende copla’s in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw. Later schreef hij ze ook zelf, de tweede copla is van zijn hand. Hendrik de Vries (1896 – 1989) was schilder en dichter. Ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag werd door de gemeente Groningen de Hendrik de Vriesprijs ingesteld. De Vries ontving voor zijn werk ook de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Constantijn Huygensprijs, de Jan Campertprijs en de P.C. Hooft-prijs voor zijn hele oeuvre.
.
Ach, hoe heerlijk zijn de vrouwen,
Ach, hoe zoet is ’t suikergoed;
Ja, een vrouw met suiker,
Moet wel zoeter zijn dan zoet.
.
Ook wanneer ik tusschen de bloemen
Op een baar in de kerk was gelegen —
Als iemand je naam zou noemen
Zou ik zeker het hoofd bewegen.
.
Geplaatst op 21 oktober 2022, in (bijna) vergeten dichters, Favoriete dichters, Versvormen en getagd als 1896, 1989, één strofe, Constantijn Huygensprijs, Copla, Copla's, cuartetas, de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, dichter, gedicht. gedichten, geziongen, Groningen, haat, heimwee, Hendrik de Vries, Hendrik de Vriesprijs, Jan Campert prijs, jaren '20, jaren '30, kwarten, lettergrepen, liefde, Middeleeuwen, oud, P.C. Hooft-prijs, poëzie, schilder, seguidillas, smart, Spaans, Spanje, strepen, verlangen, versvormen, vierregelig. Markeer de permalink als favoriet. 4 reacties.





Dit is op Jan Bontje – CULTUUR herblogd.
Copla’s die uit vier regels bestaan van elk acht lettergrepen, en seguidillas (strepen), eveneens vierregelig, doch afwisselend van zeven en vijf lettergrepen.
Ja, een vrouw met suiker
(Hier tel ik zes lettergrepen…)
Ook wanneer ik tusschen de bloemen
(heir tel ik negen lettergrepen…)
Op een baar in de kerk was gelegen
(Hier tel ik tien lettergrepen…)
Zou ik zeker het hoofd bewegen
(Hier tel ik negen lettergrepen…)
Het voorbeeld komt uit het Lexicon der poëzie van Buddingh’ .
Ik lees op de Wikipedia dat de Copla’s feitelijk geen vaste vorm heeft maar het merendeel deze ‘vaste’ vorm heeft.