Site-archief

Lai

Versvormen

.

Vandaag weer een bijzondere versvorm de ‘Lai’ .

De Lai is mogelijk afkomstig uit de Provence (Frankrijk) en bestaat uit 4 maal drie regels waarbij het rijmschema aab wordt gehanteerd. Of zoals de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren het beschrijft: Een 12e- of 13e-eeuws Oudfrans verhaal in paarsgewijs rijmende verzen van acht lettergrepen (wat dus een andere uitleg is dan hetgeen hieronder staat, wat maar eens benadrukt dat er geen consensus bestaat over wat een lai precies is). Weer een andere bron geeft als betekenis van lai een Keltische vorm van verhalende poëzie. De vraag wat een lai precies is, is nog nooit tot ieders tevredenheid beantwoord schrijft de DBNL dan ook terecht.

Het metrum is: de a regel: 3 jamben, de b regel 1 jambe. Niet al te ingewikkeld dus maar met een verrassend effect. Hieronder twee voorbeelden de eerste is van Quinty Leeuwenvacht.

.

 Sweet dreams

We zoenen lekker loom
Als in een zoete droom
Pom pom

.

Dan neem je het condoom
En schuift het zonder schroom
Er om

.

Eerst doen we het heel sloom
Mijn lichaam wasemt stoom
Ik grom

.

Dan ga je zonder toom
Je zet me onder stroom
Ik kom!

.

Psalm 17 1-5

.

Heer luister naar mijn bee.

Ik dien uw zaak der vree.

Aanhoor.

 .

Mijn ogen zien naar u,

Dus vel uw oordeel nu.

Ga door.

 .

Geen onrecht is in mij,

Mijn taal oprecht en blij.

Bekoor.

 .

Ik volg ’t Pad der Wet,

Ik ga met vaste tred

Ervoor.

.

lai

In ons hoofd zit wat voorbij is

Ankie Peypers (1928 – 2008)

.

Gistermiddag was ik bij het afscheid van een collega en in een van de speeches  hoorde ik daar de zin ‘In ons hoofd zit wat voorbij is’.

Die zin intrigeerde me en ik heb hem gelijk genoteerd. Vandaag heb ik er naar gezocht en het blijkt een citaat te zijn van Ankie Peypers.

Eig. Johanna Annie Peijpers, Nederlandse dichteres en prozaschrijfster (Amsterdam 29.9.1928). Aanvankelijk journaliste bij het socialistische bladDe Vlam en bij Het Vrije Volk. Ze debuteerde met poëzie in Libertinage en in 1951 verscheen haar bundel October. Haar gedichten vertonen verwantschap met de poëzie van de Vijftigers, vooral door de associatietechniek, maar ze heeft nooit echt deel uitgemaakt van deze groep. (Bron: dbnl.org).

Een voorbeeld van een van haar gedichten:

.

 Dood

        De vogels, executeurs-testementair
        van de verzen die ik heb geschreven,
        komen als het herfst wordt naar mij toe,
        denkend dat het einde van mijn leven
        samenvalt met het beginnend sterven
        in de bomen rond hun vogelnesten,
        met de onrust in hun vogelbloed.

        Zij vliegen snel om nog op tijd te zijn
        voor het bladerritselend verwaaien van mijn leven
        en vragen mij:
        dood-zijn is dat
        zoals een telefoondraad is,
        tussen twee palen strakgespannen,
        omgeven door de ijle lucht
        en roerloos zijn, een heel klein zwart,
        dat niet kan zingen en geen antwoord geven?
.