Site-archief

Structureel geweld

Gerard Reve

.

Dat Gerard Reve (1923-2006) niet alleen wereldberoemd in Nederland is door de roman ‘De Avonden’ mag de regelmatige lezer van dit blog wel bekend zijn. Overigens een leuk feitje; in het voormalig museum Meermanno Westrenianum, tegenwoordig het museum van het boek in Den Haag, is een zaal helemaal gewijd aan deze roman. In een groot aantal vitrines zijn van elke druk van de roman een exemplaar te zien, in totaal maar liefst 70 drukken. Nog een weetje; Er is drie keer een 4de druk gemaakt, twee keer een 59ste en twee keer een 61ste. En de 47ste druk ontbreekt, heb je die in huis kun je contact opnemen met het museum, ze zouden hem graag toevoegen.

Maar dit blog is gewijd aan poëzie, dus terug naar Reve als dichter. Schreef ik al eerder over het reisbrievenboek ‘Nader tot U‘ uit 1966, ‘Het zingend hart‘ uit 1973 en ‘Verzamelde gedichten’ uit 1987, vandaag wil ik het nogmaals over zijn bundel ‘Zingend hart’ hebben. In deze bundel weer veel gedichten die over het geloof gaan of daar mee te maken hebben. Zusters, heiligen en God, ze worden allemaal meegenomen in de gedichten van Reve. Maar er is ook voor hen die niets met het geloof te maken (willen) hebben veel te genieten. Zo is er een gedicht gewijd aan kunstbroeder Carmiggelt, de Boekenweek in 1973 en een gedicht voor zijn 47ste verjaardag. En het gedicht ‘Structureel geweld’. En dat wil ik hier graag met jullie delen.

.

Structureel geweld

.

Terwijl hij zijn 14de flesje pils uit de krat trekt

en met de wipper, zonder kijken, kreunend openduwt

-zoals de orang oetan, zonder zijn blik van het publiek te

wenden,

een pinda tussen zijn duim en dierenvinger knappend pelt-

klaagt Hugo R. luid tot mij voort:

‘Mijn lijn wordt afgetapt. Al maanden.’

‘Je wàt wordt afgetapt?’

‘Mijn telefoon. Ik wordt afgeluisterd: het klikt.’

‘Ongehoord,’ zeg ik, terwijl ik denk:

‘Wat valt er bij jou af te luisteren?’

.

Museum Vaals

Gedicht op een ‘muurtje’

.

Afgelopen zondag was ik bij museum Vaals, een bijzonder museum met 600 beelden van heiligen, broeders en andere religieuze figuren uit de katholieke kerk. Deze beelden zijn van eind 19e eeuw tot halverwege de 20ste eeuw gemaakt en opgesteld in een voormalige kerk. Deze kerk werd in de tweede wereldoorlog getroffen door een Amerikaanse bom en na de oorlog opnieuw opgebouwd. Voor wie van bijzondere en ook wel gekke musea houdt een absolute aanrader.

Behalve een levensgroot beeld van Jezus bij de ingang als een soort van Delftsblauwe superman staan er in de tuin van het museum ook verschillende beelden. Eén ervan is ietwat vreemd in de zin dat het eigenlijk niet bij de rest hoort. Het is geen beeld van een heilige, geen piëta, geen engel of kruisbeeld maar een soort modern beeld met een gedicht erop van een mij onbekende dichter. Dat gedicht wil ik hier met je delen evenals een paar foto’s van het museum.

Inmiddels weet ik via Jac Ques dat het gedicht uit de Hebreeuwse Bijbel komt en wel uit het boek Job, vers 7-10 en vers 23-24.

.

Zie ik schreeuw moord

maar ik krijg geen antwoord.

Ik roep om hulp maar er is geen recht.

.

Mijn pad heeft hij versperd –

ik kan niet verder –

over mijn banen

heeft hij duisternis gelegd.

.

Hij sloopt mij rondom – daar ga ik –

heeft als een boom

uitgerukt mijn hoop.

.

Wie geeft ooit dat

mijn beweringen worden beschreven –

wie geeft dat ze worden vastgelegd

.

in een boekrol?

Met een stift van

ijzer en lood – voor altijd

uitgehouwen in de rots!

.