Site-archief

Ontdooid

Onbeperkte poëzie

.

In 2014 verscheen de dichtbundel ‘Ontdooid’ op de internationale dag van personen met een handicap. In opdracht van de Vereniging Personen met een Handicap (VFG) ging Mustafa Kör samen met Ivo Konings en David Troch aan de slag met vijfentwintig dichters in spe bij het schrijven van hun eigen gedicht rond het leven met een handicap. Deze onbeperkte poëzie laat zien dat mensen met een handicap in de eerste plaats mensen met dromen, wensen en relaties zijn. Ze willen erkend worden en hun plaats opeisen in een maatschappij die claimt inclusief te zijn.

De gedichten gaan over blind zijn, in een rolstoel zitten, een bipolaire stoornis hebben, een verlamming, chronisch ziek zijn en andere beperkingen.  De bundel is, in de woorden van Mustafa Kör, “een collage van verschillende, ‘buitengewone’ mensen met hun eigen kijk op en benadering van de dingen”. Toen ik er voor het eerst over las vreesde ik dat het een bundel met getuigenispoëzie zou zijn geworden. En zoals de regelmatige lezer van dit blog waarschijnlijk wel weet, is dat niet ‘my cup of tea’ omdat het getuigen van iets dat zo ingrijpend is meestal ten koste gaat van de poëtische zeggingskracht van gedichten.

Maar de coaches Kör, Konings en Troch hebben zeer goed werk verricht. De gedichten zijn van een hoog niveau en vooral een gedicht dat er uitspringt voor mij wil ik hier graag delen. Het betreft hier het gedicht ´Rolstoelblues´ van Margot Vanderstraeten, waarin ze je als lezer laat meekijken vanuit het perspectief van iemand die in een rolstoel zit. Hoe het is dat je leven zich afspeelt met de kruizen van de mensen om je heen op ooghoogte.

.

Rolstoelblues

.

Duizend keer denk ik:

ik moet het hun zeggen,

na al die jaren dat hun kruis

lip en lul, dik en dun, los en strak,

rechts- en linksdragend,

met en zonder gele rand

vlak voor mijn ogen passeert,

moet ik het hun zeggen:

dat mijn gekraakte botten

me niet maken

dat ik meer ben dan T 5 en T 11 in gruis,

meer dan een man van onder lam

.

En nadat ik duizend keer heb gedacht:

dit moet ik hun zeggen

is de ochtend in de middag omgeslagen

ik glijd in mijn Permobil C300 TS,

met optionele elektrische rugversnelling,

voorbij benen en billen

langs pronte edele delen die wrijven voor mijn neus

mijn mond staat op een kier

maar nog zeg ik het hun niet:

dat mijn verkrampte lijf

minder verkrampt is dan hun darmen die

beuken van de overtuiging

dat de mensheid pas volwaardig is als ze

op twee voeten staat

.

 

Horizon-taal

Charlotte de Raad

.

De Hilversumse Charlotte de Raad (27) is dichter en spoken word artist. In 2018 debuteerde ze met de poëziebundel ‘En ze leefde nog’ bij Uitgeverij Rorschach. Daarvoor was ze onder andere actief voor het optredend literair gezelschap Poetry Circle 020. Op dit moment werkt ze als programmamaker en redactiemedewerker bij Stichting Granate. Deze stichting bevordert met haar projecten en activiteiten meer culturele diversiteit en inclusiviteit in de Nederlandse film en poëzie. Daarnaast schrijft Charlotte de Raad veel poëzie voor haar eigen social media kanalen en draagt ze regelmatig voor tijdens festivals en evenementen.

Charlotte de Raad is sinds 2021 de nieuwe stadsdichter van Hilversum, ze is benoemd voor een periode van 2 jaar. Charlotte de Raad is de opvolger van Mieke van Zonneveld die de afgelopen 3 jaar stadsdichter was. Het onderstaande gedicht van Charlotte getiteld ‘Kompas’ verscheen in het tijdschrift Sintel

.

Kompas

.

het ritme van poëzie zit in ogenblikken

in de afstand tussen twee lichamen

het voert door gedachtegangen

en is niet in één woord te vangen

maar in het naderen en aanraken

in loslaten en verlangen

.

het waren de klanken die de letters grepen

en deden dansen op papier

het is de beweging in elk woord

die ons leidde naar hier

tussen de regels

aan de kust van een verhaal

.

in de breedste zin

is poëzie horizon-taal

.