Site-archief
Gedichten op vreemde plekken
Deel 85: Op een stalmuur
.
Vanaf 2009 wordt in het kleine plaats Watou in West Vlaanderen een kunstenfestival georganiseerd.
Kunstenfestival Watou is een internationale kunsttentoonstelling met beeldende kunst, poëzie en literatuur op de snijlijn tussen taal en beeld. Zo valt te lezen op de website van het kunstenfestival http://www.kunstenfestivalwatou.be/ De 2013 editie vindt plaats tussen 6 juli en 1 september.
Vrijwel alle grote namen uit de poëzie zijn in de afgelopen 4 jaar aanwezig geweest bij dit bijzondere festival; van Remco Campert tot Vrouwkje Tuinman van Lucebert tot Rutger Kopland.
In deze traditie werd op een stal van een boerderij in Watou het gedicht ‘Ezel Ambroos’ van Hugo Claus aangebracht.
.
Ezel Ambroos
.
Deze ezel heet Ambroos.
Hij drentelt langs hond en lam.
Tussen zijn saffraangele tanden
zit een halve boterham, ambrosia.
.
Vele meesters reden op zijn rug,
Heer Jezus, Heer Honger, Heer Dood.
Om zijn dagelijks brood
balkt hij: Glorie, gloria.
.
Op de vlucht naar een of ander Egypte
verloor hij onderweg de os, zijn vriend,
met wie hij redeneerde
over de stro, de kribbe, het kind.
.
Soms buigt een vreemde rouw
zijn pluizige kop nog verder naar voren.
De schuwte van de paria
in de wereld waarin ook wij dolen.
.
Waarom duldt hij onze grillen
als de vliegen in zijn wimpers,
de horzels op zijn billen?
Wat is het waarom van zoveel
nederige vrede? Herinnering aan Arcadia?
.
Al is Ambroos al eens duister en duivels
op zijn tijd en stond,
zijn ogen zijn de gewonde ogen
van de eeuwigheid.
.
Uit: De Sporen
(De ezel Ambroos was een gift van dichter Roger de Neef aan Hugo Claus)




