Site-archief
Von Solo
De Jeff Koons van de vaderlandse poëzie
.
Ik heb al een tijdje niets meer vernomen van Von Solo, de self acclaimed Jeff Koons van de vaderlandse poëzie. Sinds het overlijden van zijn grote vriend Derrel Niemeijer is het, voor mij in ieder geval, wat stil geworden rond deze sympathieke dichter. Von Solo is een ware activist in de voordrachts- en slampoëzie. Sinds een vliegende start in het najaar van 2011 bestijgt hij podia door geheel Nederland en België. Hij wekt afschuw en afbraak en heeft hier een solide reputatie mee opgebouwd die hij maar al te graag tegelijk waarmaakt en ondergraaft. Dat staat op zijn website te lezen http://www.vonsolo.nl
Daar lees ik ook vooral columns van zijn hand, zeer leesbaar, actueel en gevat maar toch anders dan zijn poëzie. Zijn laatste optreden (en daar is Von Solo legendarisch om wat mij betreft), dateert alweer van 1 oktober jongstleden. Om de jonge lezers die Von Solo nog niet kennen te introduceren met zijn werk heb ik zijn gedicht ‘Pantserkruiser Potemkin’ gekozen om hier met jullie te delen. Wil je Von Solo ‘echt’ meemaken ga dan eens naar een voordracht van hem.
.
Pantserkruiser Potemkin
.
Aangedreven door schroeven
Grote kanonnen genoeg
Pompende machines in de buik
Doorklievend met een stalen boeg
In je haven aangemeerd
Tijd voor een groots onderhoud
De zaak moet doorgesmeerd
Pantserkruiser voor de ware liefde
Als graanschip vol met rijpe zaden
Pompende machines in de buik
Geen woorden meer, maar daden
Anker uit en trossen los
Hoe kan dat tegelijk
Net zo zinloos als je afvragen
Of ik op een pantserkruiser lijk
Toch is het zo, nu weet je het zeker
De ramboeg zit erin
Je maakt water nu, ontken het maar
Ontkennen heeft geen zin
De golven breken je, je verzuipt erin
En kreunt naar adem snakkend zacht
Pantserkruiser
Potemkin
.
Poëziebus 1
Martin Wijtgaard
.
Sinds de oprichting van stichting de Poëziebus ben ik voorzitter van de raad van toezicht en als zodanig dan ook betrokken bij het wel en wee van dit prachtige initiatief. Net als vorig jaar rijdt ook dit jaar de Poëziebus met een groot aantal dichters door Nederland en Vlaanderen en doet daar 10 steden aan.
En net als vorig jaar zal ik voordat de Poëziebus gaat rijden een week lang elke dag een dichter die meerijdt belichten op dit blog. Ik wil beginnen met de Amsterdamse dichter Martin Wijtgaard. Op 28 november 2015 stond ik nog samen met Martin op het reuring podium van Alja Spaan in Alkmaar en daar kocht ik zijn, in eigen beheer uitgebrachte bundeltje met de titel ‘Zwijgend naar de tering’.
Op zijn blog http://martinwijtgaard.blogspot.nl/ staat bij zijn biografie:
Martin Wijtgaard (1971) woont en werkt in Amsterdam. Sinds een paar jaar schrijft hij gestructureerde, neo-romantische poëzie, waarin thema’s als dood en vergankelijkheid, onmin, misantropie en geschiedenis (en de dwarsverbanden daartussen) een grote rol spelen. In 2015 publiceerde hij in eigen beheer het bundeltje ‘Zwijgend naar de tering’.
Het gedicht ‘Hamburg’ komt uit deze bundel.
.
Hamburg
.
Het achterland spert hebberige kaken,
gaapt hongerig tussen containerdokken,
en wacht gespannen op het hoge tij,
op droogvoer voor zijn roestige giraffen
.
op zwervers om portieken mee te vullen.
De ebstroom die de kademuren scheurt,
het vuur aanzuigt, diaspora’s verstrooit,
trekt stil door opgeblazen winkelstraten.
.
Het regent in kartonnen koffiebekers
met handjes kleingeld voor een bed en vreten.
De pakhuizen zijn leeg, de banken blut,
.
de wirschaftswunderwinkelwagens steken
verwrongen uit de modder van de fleeten
blindgangers tikken in de diepe prut.
.






