Hermetische poëzie
Met vis op weg
.
Naar aanleiding van het gedicht dat ik gisteren plaatste heeft Ger Belmer gereageerd. Deze reactie gaat ondermeer over het toevoegen van onbegrijpelijke elementen aan gedichten waardoor deze vrijwel onleesbaar worden. Elementen die op het eerste gezicht niets met elkaar en het gedicht te maken hebben. Hoewel mijn gedicht Met vis op weg bedoeld was als een stukje absurde tekst zonder enige betekenis (gewoon omdat het kan en ik er zin in had zoiets te schrijven) heeft dit me wel aan het denken gezet.
Ook ik lees weleens poëzie waarvan ik denk; waar gaat het eigenlijk over? Poezie die ondoorgrondelijk en eigenzinnig is (zou je ook kunnen zeggen) maar waar ik niets mee kan. Nu weet ik dat er mensen zijn die dit ook van (delen) van mijn poëzie vinden. Hierover schreef ik al in Zoet en Fruitig versus Zoet en Bitter (27 april). Soms kan mijn poëzie wat abstract zijn. Toch denk ik dat mijn poëzie niet als hermetisch gekenschetst moet worden. Zoals ik in mijn reactie op de reactie van Ger schreef heeft Joris Lenstra een zeer duidelijk en leesbaar stuk voor Meander geschreven over wat hermetische poëzie is, wat de kenmerken zijn en hoe deze vorm van poëzie te (leren) waarderen. Dit stuk kun je hier lezen: https://meandermagazine.nl/2007/09/7-hermetische-pozie/
Tot slot een voorbeeld van hermetische poëzie van Hans Faverey. Met dank aan gedichten.nl
Zodat ik uitzie
.
Zodat ik uitzie
door het oog
van mijn naald
.
en sneeuwblind herken
de zwerfsteen,
sterfsteen onder
.
mijn tong: splinter
voor splinter
.
slaagt hij erin
niets te wegen,
niets voor te stellen.
.
Geplaatst op 26 juni 2012, in Literaire kunst, Meander en getagd als dichter, gedicht, gedichten, Hans Faverey, hermetische poëzie, Joris Lenstra, Meander, met vis op weg, poëzie, reactie, Zodat ik uitzie. Markeer de permalink als favoriet. 3 reacties.




Dus bovenstaand is Hermetische Poëzie? Ik zie het meer als een metaforisch geheel. Ach, wie weet zijn er over tig jaren weer andere termen voor;-)
Dag Wouter,
Leuk dat jij Meander aanhaalt. Mijn nepreactie op jouw visversje was een persiflage op de wijze waarop op die site een gedicht besproken kan worden. Uitgebreide verhalen met allerlei beweringen over wat de dichter bij het schrijven toch wel bewogen moet hebben.
Doet mij altijd denken aan die keer lang geleden dat ik de beeldhouwer en schilder Nic Jonk voor het Noordhollands Dagblad interviewde.
De post bezorgde hem een boek dat een zeergeleerde heer in de kunstkennis over het werk van Jonk geschreven had.
Hij las er een stukje uit voor. De professor beschreef in zeer wollige taal een kunstwerk van Nic Jonk. Hij moest er om lachen en zei quasi-verbaasd: ‘Dus dát heb ik met dat beeld willen zeggen!!’.
Groeten van Ger
Pingback: Gerrit Kouwenaar | ZICHTBAAR ALLEEN