Dodenpark
Gerrit Komrij
,
Vandaag moest ik aan Gerrit Komrij denken en daarom (elke reden is een goede reden nietwaar) een gedicht van hem.
.
Dodenpark
We wandelden des avonds door de tuinen
Van het crematorium; achter heg en hazelaar
Stond laag de vroege maan; ik at wat kruimels
Van mijn vest en jij genoot van een sigaar.
Je dacht wellicht aan zeer bezwete negers
Op hete plantages in de weer. Ook aan
Je gezicht meende ik zoiets af te lezen.
Ikzelf keek door de heg naar de maan.
We spraken niet. Wat viel er ook te zeggen?
We dachten maar aan een maan en aan zweet.
O, nergens heerste er ooit zo’n rust. Slechts
Af en toe klonk uit een urn een kreet.
Uit: Alle gedichten tot gisteren uit 1994
Geplaatst op 19 juni 2014, in Favoriete dichters en getagd als 1994, Alle gedichten tot gisteren, dichter, Dodenpark, gedicht, gedichten, Gerrit Komrij, poëzie. Markeer de permalink als favoriet. 2 reacties.





Mooi om Komrij weer tegen te komen. Wij zijn bezig met een vertaalproject van Komrij naar het Duits. Zijn veelzijdigheid is ongekend en moét gewoon ook bij de Oosterburen onder de aandacht worden gebracht. Zowel zijn gedichten, zijn romans, en zijn korte proza gaan we de grens over smokkelen.
Wat een mooi streven!