Jaarringen
Geef me nu eindelijk wat ik altijd al had
.
Na een aantal mooie liefdesgedichten van Herman de Coninck de afgelopen zondagen, vandaag een wat ander, wat schurender gedicht van deze meesterlijke dichter. Het gedicht zonder titel uit ‘Geef me nu eindelijk wat ik altijd al had’ uit 2009.
.
Hij ziet in de kleedkamerspiegel de jaarringen
rond zijn ogen, als kringen van stenen in een poel:
ze hebben gezien, gezien, gezien, maar blijven bezig
met niet meer glad te strijken gevoel.
.
Ze zien Bedrogen Echtgenoot. Theater.
Hij is de man in de verkeerde
reus, de waarheid in het cliché, hij zeult maar.
De rol is eeuwig. het wordt nooit meer later.
.
Alles trekt scheef als in een farce.
Armen waaien van hem los in gestes, taal
gaat wapperen, barse wanhoop wankelt door de holle
.
hallen van zijn stem, slingerende grootspraak slaat
een arm om hem heen: hij en hem, de laatste twee dapperen.
Zijn lul verschrompelt. Hij hoort zijn kloten knarsen.
.
Geplaatst op 17 januari 2016, in Favoriete dichters, Vlaamse dichters en getagd als 2009, België, dichter, gedicht, gedichten, Geef me nu eindelijk wat ik altijd al had, Herman de Coninck, Herman de Coninckzondag, jaarringen, Liefdesgedicht, poëzie, poëziebundel, schurend, Vlaams dichter, Vlaanderen, zondag. Markeer de permalink als favoriet. 2 reacties.





Ik heb van die man nog nooit iets gelezen dat ik niet goed vond, wat een talent
Helemaal met je eens Myriam