Ezel!

Dubbelgedicht

.

Vandaag een dubbelgedicht over een dier met een, onterecht, dubieuze naam; de ezel. Het eerste gedicht is van Jacob Israël de Haan (1881 – 1924), een schrijver, dichter, publicist en rechtsgeleerde. Het gedicht ‘Ezeltje’ komt uit de bundel ‘Kwatrijnen’ uit 1994.

Het tweede gedicht is van Lêdo Ivo (1924 – 2012) een Braziliaans dichter, schrijver, essayist en journalist. Zijn gedicht ‘De ezel’ komt uit de bundel ‘Vleermuizen en blauwe krabben’ uit 2000 vertaald door August Willemsen.

.

Ezeltje

.

Ezeltje op uwe sterke hertepootjes,

Wat gaat gij driftig door de smalle straat.

Gij struikelt niet over steenen en gootjes.

Een trouw en sober kameraad.

.

De ezel

.

Boven op de verschroeide oever

graast de ezel. Zijn grote gele tanden

vermalen het droge gras dat over is

van zo veel voorjaar.

De aarde is donker. In de volkomen blauwe hemel

werpt de zon zijn schitteringen en verwarmt

tomaten, artisjokken, aubergines.

De ezel overziet de dag die trilt

van zo veel licht

en balkt, zijn aandeel

in de schoonheid van de wereld.

.

Geplaatst op 26 juni 2023, in Dichtbundels, Dubbel-gedicht, Favoriete dichters en getagd als , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.