Vakantiegedichten
Menno Wigman
.
Vanaf vandaag is het vakantie voor mij. Dat betekent dat ik nog steeds elke dag een gedicht hier zal delen (want een dag zonder poëzie is een dag niet geleefd) maar dat de informatie die ik daar bij deel summier zal zijn. Waar heb ik heb gedicht vandaan, welke bundel uit welk jaar, welke dichter en dat is het wel zo’n beetje. Het gedicht dat ik deel zal de komende weken voor zichzelf spreken. Vandaag maar gelijk goed aftrappen met een gedicht van Menno Wigman (1966-2018) getiteld ‘Mijn helft’ dat ik nam uit de bundel ‘Vlaanderen & Co, Poëten in het parlement, bloemlezing 2002’.
.
Mijn helft
.
Haar lichaam is een teken, een bewijs
dat alles op de wereld wijst naar ons.
Maar ’s nachts schuift er een grijze
zwaardvis over het plafond en schrik
ik wakker op mijn helft. Ik heb het koud
.
en teken stil mijn kansen uit. Nog één
keer één te zijn, twee blinde dieren, god
in bed en diep en echt, een leven lang
uit haar spelonk van bont opstaan:
.
hoe zou dat zijn? De zwaardvis zwijgt.
In alle talen dromen mannen van genot
en dode liefdes die geen graven kregen.
.
En ik? Ik lig verblind naast het bewijs
dat alles wijst naar haar en mij.
.
Geplaatst op 27 juli 2024, in Dichtbundels, Favoriete dichters, Liefdespoëzie, Vakantie poëzie en getagd als 1966, 2002, 2018, Bloemlezing, dichtbundel, dichter, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, liefde, Liefdesgedicht, liefdespoëzie, Menno Wigman, Mijn helft, Poëten in het Parlement, poëzie, poëziebundel, vakantie, vakantiegedicht, vakantiepoëzie, Vlaanderen & co. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.





Een reactie plaatsen
Comments 0