Site-archief

Poëten in het parlement

Vlaanderen & Co

.

In 2002 bestond het Vlaams parlement dertig jaar en naar aanleiding van dit jubileum én de opening van het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers, organiseerde het Vlaams parlement een poëziefeest. Vierentwintig dichters lazen voor uit eigen werk. En er werd een bundel uitgegeven met daarin gedichten van deze vierentwintig dichters.

De dichters kwamen uit alle hoeken en gaten van de wereld waar het Nederlands (of een dialect van het Nederlands) gesproken wordt: 10 Vlamingen, 8 Nederlanders, 1 Antilliaan, 1 Surinamer, 1 Zuid Afrikaan en ook 2 Franstalige Belgen en een Duitstalige Belg. Verrassende namen ook (voor mij dan) zoals Frank Martinus Arion (ik kende hem niet als dichter), Shrinivási (Suriname) en William Cliff (een Franstalige dichter).

De bundel is samengesteld door Jozef Deleu en van elke dichter zijn zo’n vijf gedichten opgenomen. Van de Frans- en Duitstalige gedichten ook de Nederlandse vertalingen.

Misschien is dit voor het Nederlandse Parlement ook een goed idee, laat alle parlementariërs hun favoriete gedicht kiezen en bundel deze. Voor dit moment doen we het met dit mooie initiatief uit Vlaanderen. Ik koos voor een gedicht van Gwij Mandelinck (1937).

Mandelinck (pseudoniem van Guido Haerynck) richtte in 1980 de Poëziezomers van Watou op die hij artistiek leidde tot 2008 samen met zijn echtgenote Agnes Hondekyn.

.

Beschuldigde

.

Ben ik vermengd met wolvenbloed,

kwam de stem van het gebroed in mij terecht?

Niet dat ik ben beducht voor averij

al zwakte mijn duim de schokken af

.

van deuren in het waaigat dichtgeklapt,

al zijn er messen aan te slijpen op mijn

onbehouwen kant. Een hand ligt in

de richting van mijn haar. Verbijt

.

jij straks de vinger die mij heeft beticht?

.