Site-archief

Tot de jonge dichter

Friedrich Hölderlin

.

In mijn vakantie kocht ik een fraai uitgegeven bundel ‘Hölderlin De mooiste gedichten, uitgegeven door Davidfonds/Literair in 2000. Toen ik in mijn blog zocht naar deze Duitse dichter bleek dat ik nog nooit een bericht aan hem gewijd had. Zijn naam werd wel genoemd in verschillende berichten maar een gedicht van hem plaatsen daar was (nog) geen sprake van. En dat terwijl Friedrich Hölderlin (1770-1843) toch niet de eerste de beste dichter was.

Hölderlin schreef in zijn leven vooral (romantische) gedichten maar ook een roman (Hyperion) en een treurspel ‘De dood van Empedocles’ dat hij niet voltooide. Daarnaast vertaalde hij een van de drie grote Attische tragediedichters Sophocles en schreef hij beschouwingen over poëzie, filosofie en esthetiek.

In de bundel staan gedichten van Hölderlin vertaald door Piet Thomas en Ludo Verbeeck verfraaid met prenten van William Blake. De gedichten worden voorafgegaan door een inleiding door Ludo Verbeeck.  De gedichten zijn opgenomen in het Duits en in de vertaling. Ik koos voor het gedicht ‘Tot de jonge dichters’ of ‘An die jungen Dichter’ zoals de titel in het Duits is.

Het gedicht brengt een boodschap van advies en aanmoediging over aan aspirant-dichters. De toon is formeel en de Hölderlin presenteert zijn aanbevelingen met hartstochtelijke ernst. Inhoudelijk richt Hölderlin zich op ‘jonge dichters’, wat suggereert dat het ‘lyrische zelf’ een oudere, ervaren dichter vertegenwoordigt die zijn wijsheid en advies doorgeeft aan de volgende generatie. Hij spreekt van rijping, zowel in relatie tot de jonge dichters als tot hun kunst. Hölderlin benadrukt het belang van bescheidenheid, respect voor de oude meesters en liefde voor de natuur en de mensheid als fundamentele principes voor goede poëzie. Het advies om advies te vragen aan de natuur benadrukt de diepe verbinding tussen natuur en poëzie.

.

Tot de jonge dichters

.

Beste broers! Misschien rijpt onze kunst.

heeft zij reeds lang zoals de jeugd gegist,

in schoonheid wordt zij weldra stil;

wees vroom, want zo ook was de Griek!

.

Hou van de goden en denk als een vriend aan de mensen!

Haat de roes en de vorst! Leer een beschrijf niet!

Zijn jullie bang voor de Meester,

vraag dan de grote natuur om raad.

.

An die jungen Dichter

.

Lieben Brüder! es reift unsere Kunst vielleicht,
Da, dem Jünglinge gleich, lange sie schon gegärt,
Bald zur Stille der Schönheit;
Seid nur fromm, wie der Grieche war!

.

Liebt die Götter und denkt freundlich der Sterblichen!
Haßt den Rausch, wie den Frost! lehrt, und beschreibet nicht!
Wenn der Meister euch ängstigt,
Fragt die große Natur um Rat.

.