Site-archief
Simon Vestdijk
Gedicht
.
Uit ‘Nagelaten gedichten’ (1986) en met dank aan Arie Boomsma, het gedicht ‘De zondaar’ van Simon Vestdijk (1898-1971).
.
De zondaar
.
Hij speelde met de schuwe lichaamsdelen,
Die voor de voortplanting zijn ingesteld,
Eén of twee keer, – een onaanzienlijk streelen:
Reeds werd er bij zijn vader aangebeld.
.
Toen heeft men hem twee uren lang gekweld –
Leeraar en vader – met de droevige vele
Voorbeelden van een straffend godsgeweld:
Tering en blindheid en and’re nadeelen. –
.
Men vond hem echter in die sloot nog gaaf.
De klas rouwde, de leeraar schudde braaf
Het hoofd, en heeft ons vragen afgeweerd. –
.
Waarom hebben wij niet, wij laffe honden,
Hem die als wraakengel was uitgezonden
Met zwarte inktpotscherven gecastreerd?
.




