Site-archief
Derde prijs Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2020
Monica Boschman
.
De derde prijs van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2020 is gewonnen door Monica Boschman met haar gedicht ‘Voorbij Maas en Waal’. De jury schrijft over dit gedicht in haar juryrapport:
.
Al bij de eerste woorden neemt de dichter de lezer mee een herinnering in. Een haarscherpe herinnering, de beelden zijn helder. Door in te zoomen op een detail wordt deze terugblik onmiddellijk tot leven gewekt.
Het onverwachte en bijna terloops aandoende
‘(…) en dingen waarvan je zou willen
dat ze anders waren.’
in de tweede strofe valt op, intrigeert. Mede vanwege het contrast met het gedetailleerde voorgaande en het veelzeggende van het nu niet nader benoemde. In de derde strofe wordt er verder afstand genomen, met zinnen als
‘(…) De toekomst
rolde zich op tot een laatste thuiskomst.’
en
‘Tijd laat zich niet rekken.’ .
Ze zijn concluderend, enigszins nuchter te noemen. Er wordt melding gedaan van een gegeven. Het vervolg voorkomt het verlies van aandacht. De dichter laat het algemene gezegde los en trekt de lezer de persoonlijke ruimte in.
‘Midden in de kamer staat de veerman
klaar.(…)’
Zowel de onverwachte locatie als de poëtisch geformuleerde vragen die hierop volgen, verhoeden dat het te sentimenteel wordt. Ook zorgen ze ervoor dat een niet fonkelnieuwe metafoor toch fris aandoet en wakker maakt. Het is diezelfde vraagstelling die ook belet dat het gedicht te kabbelend wordt en daarmee spanningsloos.
‘Voorbij Maas en Waal’, want dat is het gedicht waar het over gaat, doet persoonlijk aan, maar overstijgt het particuliere. In sobere en heldere bewoordingen wordt een groot thema aangeraakt. Dat dit gedicht slechts één bijvoeglijk naamwoord bevat, is geen gemis. Integendeel. Dit is volledig in harmonie met de andere keuzes die de dichter maakte.
Niet alleen stijlregister, maar ook beeldgebruik, strofe-indeling, wisselingen in tijd en perspectief, en de subtiele samenhang in klank zijn hier passend, ondersteunend en in evenwicht. Ze ogen natuurlijk. ‘Voorbij Maas en Waal’ is beheerst, het vliegt nergens uit de bocht. Ook in die dosering toont zich de dichter.
.
Voorbij Maas en Waal
.
Aan het eind van de straat liepen we
tegen de rivier aan. Twee fietsers zochten
naar de plek waar de pont zou aanmeren.
.
Wij bleven aan deze kant van het water
voor wijn en vis in het café, verhalen over
verleden en dingen waarvan je zou willen
.
dat ze anders waren. De toekomst
rolde zich op tot een laatste thuiskomst.
Tijd laat zich niet rekken.
.
Midden in de kamer staat de veerman
klaar. Hoeveel moet je nog inleveren
voor het vertrek? Welke grap vertel je
.
tijdens de overtocht over de munten
op je ogen? Water draagt een lach
naar hier. Ik luister, blijf nabij
.
aan deze kant van de rivier.
.
Derde prijs Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2016
Wouter Veldboer
.
De derde prijs van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd ging naar Wouter Veldboer met het gedicht ‘(G)razende wolven’. De jury schreef in haar juryrapport over dit gedicht:
Dit is een van de weinige gedichten waarin echt met taal gespeeld wordt.
Zowel met woorden als met bestaande uitdrukkingen. Over ieder woord is nagedacht.
Aan de hand van een eenvoudig beeld, een wolf te midden van schapen, wordt iets wezenlijks over de menselijke natuur gezegd.
.
(G)razende wolven
door meer dan alleen
wol geverfd
wolf geworden
eenmaal beland
onder schapen
is het moeilijk
tanden in de bek te houden
ook al voeden we ze braaf
water loopt
in een universele taal
klinkt de wens
om meer dan alleen
gras
.
Derde prijs Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2015
Miranda de Haan
.
De derde prijs in de Ongehoord! gedichtenwedstrijd 2015 is gewonnen door Miranda de Haan met het gedicht ‘alle straten dragen sporen’. Uit het juryrapport:
In het gedicht alle straten dragen sporen, worden opmerkelijke woorden gevat in een strak metrum. Het is een gedicht dat gehoord wil worden en de jury is benieuwd naar de voordracht.
.
alle straten dragen sporen
maar bouwen onbewogen
mensen tot kastelen
op de trappen van jouw stad
dragen kinderen op ruggen
benen werden bomen
vastgegroeid tot muren
ruwer dan jouw ongeschoren wang
ze drinken stierenbloed en zweten
doornen, branden
vlees met hete stenen,
en ik verdwaalde elke dag
versliep me op de stranden
brak golven van de branding
met scherven van je glas
en zocht naar jou in ruzie,
loog van gouden kusten
waar niets me nog vertelde
dat jij er niet meer was.
.








