Site-archief
Rozig
Dubbelgedicht
.
Vandaag een dubbelgedicht met twee gedichten over rozen.
Het eerste gedicht is van dichter, schrijver, taalkundige en politicus Jacob van Lennep (1802-1868) en is getiteld ‘Aan een Roosje’ waarbij Roosje duidelijk verwijst naar een meisje en niet zozeer de bloem. Het tweede gedicht is van P.A. Hoogwerf (waarvan ik verder geen informatie kan vinden behalve dat hij twee bundels heeft uitgegeven bij de Beuk eind jaren ’70 en begin jaren ’80 getiteld ‘De gehandicapte dichter’ en ‘Doorzichtige gedichten’) en is getiteld ‘De pracht der rozen’.
.
Aan een Roosje
.
Die selindes borstjes kust,
Die zo mollig op haar boezem,
Tussen donzen peulen rust!
Aartig roosjes, vers ontloken
ware uw zalig lot het mijn
.
De pracht der rozen
.
De pracht der rozen sterft, zomers sterven
de herfsten komen met het zachte klagen
van regens, die door de lege bossen zwerven
en het laatste bloeisel rukken van de hagen.
Maar in het voorjaar komt een nieuw verlangen,
ik voel in de tuin al knoppen openbreken,
dat is het vaste teken, dat weer een lente
komt met nieuwe bloemen en gezangen.
.