Site-archief

Emily en Yentl

Yentl van Stokkum

.

Behalve redactielid bij Hard//Hoofd en redacteur bij De Revisor maakt Yentl van Stokkum (1991) ook deel uit van het drietal dat het instagramkanaal @Poëzieiseendaad bedacht en maakt (samen met Joost Oomen en Stefanie Liebreks). Ze was kort kunstdocent in het middelbaar onderwijs. Nu schrijft ze theaterteksten, hoorspelen, poëzie en essay’s.

In 2017 studeerde ze af aan de HKU-opleiding Writing for Performance. Van 2017 werd ze geselecteerd voor het talentontwikkelingstraject Slow Writing Lab van het Nederlands Letterenfonds, waar ze het spanningsveld tussen poëzie en seance onderzocht aan de hand van het werk van Emily Brontë. Daarnaast is ze actief bij het onvolprezen Raadgedichten, verschenen haar gedichten in Tirade, de Revisor, op Samplekanon en Hard//hoofd, en publiceerde ze twee dichtbundels; ‘Ik zeg Emily’ (2021) en ‘Winterbloeiers (2023).

Uit de bundel ‘Ik zeg Emily’ komt het volgende gedicht getiteld

.

Gesprek met Emily

.

je denkt dat je schrijver bent maar je bent een vrouw
bijt in vruchten bij volle maan
er druipen sappen langs je mondhoeken
langs je kin
op de grond
het is filmisch en aangeleerd
je knipoogt erbij
je hebt altijd publiek
dat is een gegeven

.
voor het slapen verwijder je de vlekken van de vloer
je gebruikt een geel doekje
ook dat is aangeleerd
je kijkt nachtenlang naar de maan
terwijl je verlangt naar een man
een vrouw
een geliefde
of kind

.

Foto Oscar van Beest

 

 

Geef dat ik slapen mag

Emily Brontë

.

Afgelopen maandag is een zeer dierbare oom van me overleden. Een geweldige man die van het leven hield maar de strijd tegen de voortwoekerende ziekte in zijn lichaam niet kon winnen. Reden voor mij om gedichten over de dood en rouw te herlezen. In Het laatste anker; 300 gedichten over dood en wat troost uit de hele wereld uit 2003 vond ik een prachtig gedicht van Emily Brontë over de dood en de verlossing van het lijden.

.

Geef dat ik slapen mag

.

Geef dat ik slapen mag en geen

bewustzijn mij meer plaagt,

dat sneeuw zich legt over mij heen

of regen langs mij vlaagt-

Het is de hemel niet, die het heet

verlangen in mij stilt,

het helse vuur, bij wat ik deed,

bij wat ik wil, wordt mild!

.

Dit heb ik eens gezegd, dit blijf

ik zeggen, altijd weer:

drie goden, in dit tenger lijf,

gaan dag en nacht tekeer-

Al is de hemel voor hen te klein,

ik draag hen in mij om,

en weet: zij zullen in mij zijn

tot ik voorgoed verstom!

.

Geef dat van hun verwoed tumult

ik eens zal zijn bevrijd,

dat ik door stilte word omhuld

en nooit meer, nooit meer lijd!

.

dood

 

Foto: Marsel van Oosten