Site-archief

Eerste gedicht

Chrétien Breukers

.

Ik lees het boek ‘Over het eerste gedicht: over het lezen van poëzie’ van Chrétien Breukers. Ik zag het boek bij de nieuwe boeken in de poëziecollectie liggen en werd vooral door de titel getrokken. Welk eerste gedicht? Dat blijken eerste gedichten te zijn uit 36 bundels van verschillende dichters.

Voordat Breukers zijn zeer lezenswaardige besprekingen van eerste gedichten begint beschrijft hij in 9 pagina’s zijn ideeën over de hedendaagse poëzie. Zeer vermakelijk want Breukers heeft een nogal uitgesproken visie op de poëzie in Nederland. Zo merkt hij op dat de verkoop van poëziebundels in Nederland (en België) de laatste 20 jaar is ingezakt en dat er steeds minder poëzie wordt gelezen. Er is volgens hem een verschuiving gaande van het lezen en doorleven van poëzie naar het ondergaan van poëzie (tijdens manifestaties e.d.). De mens van nu heeft geen tijd/zin/concentratie om poëzie op een goede manier tot zich te nemen. De poëzie heeft zijn urgentie verloren, het is verworden tot een poëzie Teletubbieland met hartverscheurend saaie toestanden.

Daarnaast vindt hij dat Gedichtendag, Gedichtenweek en de Dichter des Vaderlands terstond moeten worden afgeschaft of tenminste 5 jaar moeten verdwijnen. Gedichtendag en Gedichtenweek zorgen ervoor dat er op één moment in het jaar een overdaad aan aandacht is voor poëzie en de Dichter des Vaderlands is een vredig en gezellig instituut geworden

Volgens Breukers is de poëzie haar fundament kwijt. Heel boeiend om te lezen allemaal. Deels ben ik het wel met Breukers eens maar of zijn oplossing de redding van de poëzie in Nederland gaat worden, ik vraag het me af. Wat ik zelf merk is dat de poëzie de laatste jaren steeds meer aanwezig is. Juist door de Gedichtenweek, de Dichter des Vaderlands maar ook vooral door de podia her en der in het land, de stichtingen die zich met literaire activiteiten bezig houden, de dichterskringen, de dichtersgroepen en de vele (vaak amateur) dichters die ervoor kiezen om hun werk in eigen beheer uit te geven.

Ik ben niet van de school die vindt dat poëzie er is om een verschil te maken. Poëzie mag ook genoten worden om haar schoonheid, als troost, als motivatie. Poëzie gaat de wereld niet veranderen, ze kan er (op onderdelen) hooguit een bijdrage aan leveren. Dichters (semi-professioneel, professioneel en amateur) geven het leven van zeer veel mensen kleur. Een aantal dichters zal door de aard van hun poëzie vallen binnen de groep waarvan Breukers vindt dat zij een verschil maken en een hele grote groep zal hierbuiten vallen. Desalniettemin heb ik de inleiding met zeer veel plezier gelezen.

De manier waarop Breukers vervolgens de verschillende eerste gedichten behandeld zijn ook zeer lezenswaardig. Vaak geeft hij een bijzondere kijk op de gedichten en een enkele keer geeft hij ook eerlijk aan dat hij ook niet weet waar een gedicht precies over gaat. En zo vergaat het de lezer van poëzie ook, de ene keer begrijp je een gedicht volledig en de andere keer niet maar kun je toch genieten van dat gedicht om taalgebruik, vorm of iets anders. Een boek om te lezen kortom. Van de behandelde eerste gedichten hieronder het gedicht ‘Tsjechov’ van Erik Bindervoet.

.

Tsjechov

.

De Russische toneelschrijver Tsjechov

Woonde in Baltimore

Met een emoe die kon apporteren.

Zelf gaf hij een cursus,

Laatste hulp bij zelfdoding.

Toen ik dit bedacht zag ik

Acht flamingo’s boven de Ceintuurbaan,

Maar niemand geloofde me

En ik wilde bloemen.

.

Uit: Het spook van de vrijheid, 2010

 

 

over het eerste

 

het-spook-van-de-vrijheid---erik-bindervoet[0]