Site-archief

Nieuwe versvorm

Wim Meyles

.

Tweevoudige Nederlands kampioen plezierdichten Wim Meyles (1949) is geen onbekende op dit blog. Zo schreef ik twee jaar geleden al over zijn bundel ‘Ietsnut’ en was hij een van de light verse dichters in editie 8 van MUGzine samen met Remko Koplamp, Inge Boulonois en Frank van Pamelen. En nu is er weer een nieuwe bundel van Wim Meyles uit getiteld ‘Kortjakje’ waarin Kortjakjes, (snel)sonnetten, Trijntje Fops, limericks, lobbertangen en nog vele andere vormen van light verse zijn opgenomen.

Dat Meyles al lang meeloopt in het vak van het plezierdichten blijkt uit zijn inmiddels grote oeuvre. Zo heeft hij al 29 boeken op zijn naam staan en schrijft hij ook korte verhalen, sprookjes en fabels. Het Kortjakje is een versvorm die door Meyles is bedacht (zoals heel veel versvormen zijn bedacht door dichters als Drs. P, Joz Knoop, Bas Boekelo, Katja Bruning en Frits Criens). Het Kortjakje is als volgt gevormd: kort-jak-je: 4-3-2dus vier regels, drie regels en twee regels, met verder als kenmerken: jambische viervoeters en het rijmschema AAAA BBB CC.

Hier een voorbeeld kortjakje uit Meyles zijn nieuwe bundel met de gelijknamige titel.

.

Kortjakje

.

Op zondag is ze opgeknapt.
Kijk hoe ze fris naar buiten stapt,
mascara, lipstick, chic gekapt.
Wel jammer dat zo’n meid niet snapt
dat iemand lopend naar de kerk
getooid in sexy kledingmerk
gedecoreerd met zilverwerk
echt om een volgend koutje vraagt
als zij zo’n bloot kort jakje draagt.

.

 

Katja!

Nieuwe versvormen

.

Schreef ik hier al eerder over verschillende versvormen, vandaag wil ik stilstaan bij het vernoemen van een versvorm naar de bedenker van die versvorm. Op de sites.google.com versvormen staat een mooi voorbeeld van een nieuwe versvorm vernoemd naar de bedenkster Katja Bruning. Katja is actief op het vrije vers en deze nieuwe versvorm bestaat uit:

12 regels, metrum 4 trochaeën, waarbij regels 1,5 en 9 intern rijmen

.

Hier het gedicht van Katja.

Hier ligt Wafje in zijn grafje.
Volgens menig kynoloog
Was zijn stamboom wat onzuiver,
Ook gezien zijn lodderoog.
Lieve Woefje, ik begroef je
Maar je zieltje vloog omhoog
Waar het, stokken apporterend
En daarbij de Here erend,
Botten opgraaft, in het rond draaft,
Canis Maior prefererend,
Niets ontberend, niets begerend
Kwispelt aan de hemelboog.

.

katja

Meer boeiende versvormen op https://sites.google.com/site/versvormen/