Site-archief

Uit het oog

Miguel Declercq

.

Met enige regelmaat ontdek ik nieuwe dichters. Vaak zijn het Vlaamse dichters en ook nu betreft het een Vlaamse dichter namelijk Miguel Declercq (1976). Voor hij in 1997 debuteerde met de dichtbundel ‘Person@ges’, een sonnettenkrans waarmee hij de Hugues C. Pernath-prijs won, publiceerde hij al gedichten in allerlei literaire tijdschriften. Magazines van gefotokopieerde blaadjes (iets waar ik veel respect voor heb, zo laat je als dichter blijken dat je je niet te goed voelt om gelezen te worden) tot Deus Ex Machina , Yang, De Revisor en Parmentier.

De sonnettenkrans in ‘Person@ges’ is een bijzonder werk. Deze sonnettenkrans bestaat uit veertien regelmatig rijmende gedichten waarvan de slotregel de begin regel van het volgende gedicht is en het laatste vers van nummer veertien hetzelfde is als het eerste vers van het eerste sonnet; die veertien beginregels samen vormen dan het vijftiende zogenaamde ‘meestersonnet’.

In het 2000 wordt  Miguel Declercq in ‘Dietsche Warande & Belfort’ samen met Paul Bogaert, Paul Demets, Jan Lauwereyns, Johan de Boose en Peter Holvoet-Hanssen gepresenteerd als behorend tot de kopgroep van de jonge Vlaamse dichters. In 2001 wordt zijn frivole bundel ‘Zomerzot/Somersault‘ gepubliceerd waarna het maar liefst 11 jaar duurt voordat er weer een bundel van Declercq verschijnt; ‘Boven water’ in 2012.

Uit deze laatste bundel komt het gedicht ‘Uit het oog’.

.

Uit het oog

.

We gingen naar Oostende om de sterren te bekijken,

maar het enige wat we van de sterren te zien kregen,

was oud licht, oude hitte, herinneringen

aan koude plaatsen, aan hoe we ’s zomers urenlang aan tafel zaten

om op te warmen

als hagedissen.
We hielden onze ogen open. We hielden onze ogen open
met de hulp van tandenstokers. We leefden nog,
maar vaak leek het of ons
ons laatste dictee werd afgenomen. Vaak leek het
alsof we loodrecht naar de bodem zonken, alsof we onder tonnen modder
     zouden worden bedolven
zodra we onze ogen sloten.
We schitterden als nooit tevoren,

maar enkel aan de oppervlakte.