Site-archief

Oud

Jeroen van Merwijk

.

Heel hard lachen kan heel troostrijk zijn. Toen ik de bundel ‘Wat zijn de vrouwen groot’ uit 1999 van Jeroen van Merwijk (1955) kreeg, wist ik dat ik hier plezier aan ging beleven. De laatste keer dat ik hem in het theater zag (met Harrie Jekkers samen) moest ik ook onbedaarlijk hard lachen. Dat beloofde dus veel en die belofte is volledig ingelost door deze bundel met liedteksten/gedichten. De bundel opent met het heerlijke gedicht ‘Veel is het niet’ waarin meteen de toon wordt gezet voor de rest van de bundel. Veel zelfspot, de misantropie druipt er aan alle kanten vanaf maar het is allemaal ongelofelijk grappig. Omdat ik bezig ben met het plaatsen van troostgedichten heb ik een gedicht uitgekozen dat naast erg leuk ook troost biedt.

.

Oud

.

Niet alle oud is even oud

De klei waarmee men huizen bouwt

Was in het pleistoceen nog hout

Dat is pas oud

.

Niets wat de mensheid heeft gemaakt is oud

Geen brug is oud, geen kerk is oud

Niets is een kwart zo oud als goud

Goud is pas oud

.

Geen boek, geen schilderij is oud

Geen stad, geen platteland is oud

De lucht is oud, het regenwoud

Het regenwoud is oud

.

Pas als wij water zijn en zout

En lucht en goud en regenwoud

De klei waarvan men huizen bouwt

Dan zijn wij oud

.

Poëziebus 1

Martin Wijtgaard

.

Sinds de oprichting van stichting de Poëziebus ben ik voorzitter van de raad van toezicht en als zodanig dan ook betrokken bij het wel en wee van dit prachtige initiatief. Net als vorig jaar rijdt ook dit jaar de Poëziebus met een groot aantal dichters door Nederland en Vlaanderen en doet daar 10 steden aan.

En net als vorig jaar zal ik voordat de Poëziebus gaat rijden een week lang elke dag een dichter die meerijdt belichten op dit blog. Ik wil beginnen met de Amsterdamse dichter Martin Wijtgaard. Op 28 november 2015 stond ik nog samen met Martin op het reuring podium van Alja Spaan in Alkmaar en daar kocht ik  zijn, in eigen beheer uitgebrachte bundeltje met de titel ‘Zwijgend naar de tering’.

Op zijn blog http://martinwijtgaard.blogspot.nl/ staat bij zijn biografie:

Martin Wijtgaard (1971) woont en werkt in Amsterdam. Sinds een paar jaar schrijft hij gestructureerde, neo-romantische poëzie, waarin thema’s als dood en vergankelijkheid, onmin, misantropie en geschiedenis (en de dwarsverbanden daartussen) een grote rol spelen. In 2015 publiceerde hij in eigen beheer het bundeltje ‘Zwijgend naar de tering’.

Het gedicht ‘Hamburg’ komt uit deze bundel.

.

Hamburg

.

Het achterland spert hebberige kaken,

gaapt hongerig tussen containerdokken,

en wacht gespannen op het hoge tij,

op droogvoer voor zijn roestige giraffen

.

op zwervers om portieken mee te vullen.

De ebstroom die de kademuren scheurt,

het vuur aanzuigt, diaspora’s verstrooit,

trekt stil door opgeblazen winkelstraten.

.

Het regent in kartonnen koffiebekers

met handjes kleingeld voor een bed en vreten.

De pakhuizen zijn leeg, de banken blut,

.

de wirschaftswunderwinkelwagens steken

verwrongen uit de modder van de fleeten

blindgangers tikken in de diepe prut.

.

reuring_151128_01

poeziebuslogo