Site-archief
Gedichtenlaboratorium
Het andere gedicht
.
Op internet kwam ik al browsend de website van het gedichtenlaboratorium tegen. Op deze website staat het maken van gedichten met mensen met een verstandelijke beperking centraal. Want zo schrijven ze: ‘Door het schrijven van gedichten ontwikkel je je taalvermogen. Dat is voor iedereen belangrijk en zeker ook voor mensen met een verstandelijke beperking’. De website biedt vele mogelijkheden. Zo is er een webapp waarin je zelf gedichten kan schrijven. Deze webapp is gemaakt in het kader van het project ‘Het andere gedicht’, een taal-stimulerend poëzieprogramma van Special Arts gebaseerd op Taalvorming. Het programma bestaat uit een Gedichtenlaboratorium, poëzieactiviteiten, trainingen, workshops en een driejaarlijkse landelijke poëziewedstrijd voor mensen met een verstandelijke beperking en niet aangeboren hersenletsel (NAH).
Met behulp van de app kun je in 10 eenvoudige stappen een gedicht schrijven. Hierbij wordt een uitleg over de werkwijze voor begeleiders en leerkrachten geleverd. Het doel is door het schrijven van gedichten het taalvermogen te ontwikkelen en voor begeleiders hoe je dat op een goede manier kunt doen met een groep en waarom je dit zou kunnen doen. Kortom een zeer mooi voorbeeld van wat poëzie allemaal vermag als je het op een goede manier inzet.
In 2018 werd de landelijke poëziewedstrijd Het andere gedicht, georganiseerd en in de jury zaten Ted van Lieshout, Erik Jan Harmens, Vera Bergkamp en Ester Naomi Perquin. Tijdens het Grote Poëziefeest in de Flint in Amersfoort werden de eervolle vermeldingen bekend gemaakt en uiteraard de winnaar van de wedstrijd. Dat was Angelique Groen van Reinaerde Ateliers De Wijde Doelen met het gedicht ‘Letters’. Van alle inzendingen werd een bundel samengesteld met als titel ‘Waar ik weg waai’.
Juryvoorzitter en toenmalig Dichter des Vaderlands Ester Naomi Perquin zei hierover: “In deze bundel, waarin tientallen gedichten van mensen met een verstandelijke handicap zijn samengebracht, wordt gespeeld met taal en gezocht naar woorden. Wie goed oplet, ziet een hele stoet beelden en vondsten voorbijtrekken – van wapperende oranje wimpers tot een plastic tas vol paardengeur, van een man die zich aan wil laten schaffen tot een woord in de mist. Wat een geluk dat het hier is opgeschreven”. Ik vind het gedicht van Angelique Groen daarom zo mooi, omdat het ook over gedichten of poëzie zou kunnen gaan. Poëzie maakt wit papier mooier.
.
Letters
.
Letters:
het zijn rondjes
vierkantjes
streepjes
met of zonder puntjes
dicht bij elkaar
of met veel wit ertussen
Letters maken wit papier
mooier
ik kan niet lezen
.
Het nevelen in haar hoofd
José van Zutphen
.
Op zondag 7 april jongstleden interviewde ik de Rotterdamse dichter en ‘rapgranny’ José van Zutphen op het dichterspodium van Dichter bij de dood op de begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag. Na het interview droeg José een aantal van haar gedichten voor en bij één gedicht voelde je in de zeer goed bezette aula een emotie bij het aanwezige publiek: herkenning, mededogen en een gevoel van verdriet. Ook ik merkte bij mezelf dat dit gedicht iets bij me deed, reden genoeg om José na afloop te vragen of ik het gedicht hier te mogen plaatsen.
Afgelopen Hemelvaartsdag, bij de Haarlemse Dichtlijn, kwam ik haar weer tegen en kreeg ik, zoals ze beloofd had, het bundeltje ‘Het nevelt in haar hoofd‘ waarin het desbetreffende gedicht ‘Mijn moeder’ uit 2006 is opgenomen. Voor dit bundeltje (A6 formaat wat het meteen sympathiek maakte, ik moest meteen aan de MUGzines denken) heeft José een keuze gemaakt uit de gedichten die zijn ontstaan vanuit een intens contact met haar moeder in de laatste jaren van haar leven. Haar moeder die erg van taal hield, verloor steeds meer het vermogen tot spreken en verstaan van taal, het schrijven en het lezen. Nog steeds wordt José door het onvermogen van mensen met een niet aangeboren hersenletsel en hun onvermogen tot lezen, schrijven en verstaan geraakt, en ze heeft in dit bundeltje een aantal gedichten bij de gedichten over haar moeder gevoegd.
.
Mijn moeder
.
Eens droeg ze mij naar water
en waste, al het spelen moe,
de laatste resten van de dag
schoon naar de avond toe.
.
Mijn dromen lagen teruggeslagen
als dekens donzig zacht
te wachten om beschermd toe te dekken
te wachten op mijn sprookjesnacht.
.
Nu baad ik haar, mijn moeder
zoals zij vroeger deed
spelend met waterdruppels
genietend van wat warmte heet
.
En om haar naakte schouders een doek
waar ik doorheen mijn woorden weef
zo zacht zo droog ik haar in mijn armen
zo zacht vertellend hoe ik om haar geef.
.
Als zij dan weer wat later
gekleed is voor een lange dag
voel ik me even moeder
kijkend naar haar blije lach.
.
En om haar te beschermen
zoals zij vroeger deed
leg ik mijn dromen op haar kussen
voor als zij niets te dromen weet.
.





