Site-archief

Hop over de sofa

Remco Ekkers

.

In 2021, in het jaar van zijn overlijden, publiceerde uitgeverij Kleine Uil, de bundel ‘Hop over de sofa’ van prozaschrijver, essayist en dichter Remco Ekkers (1941-1921). Ineke Holzhaus schreef over deze bundel: “Hop over de sofa’ lijkt een opgewekte of komische titel, maar er gaat een gruwelijke werkelijkheid achter schuil in het klein en in het groot. De dichter verwondert zich over het kwaad in de wereld, over ongerijmdheden, over vreemde toevalligheden, maar ook over liefde. Alle mensen die hebben bestaan zijn vergeten op enkelen na. ”

Voorts schrijft ze: “Remco Ekkers is een denkend dichter. Hij schuwt de grote thema’s niet, maar hij kan daarbij bij het kleine alledaagse beginnen, waarna hij zich naar universele overwegingen toedicht waarbij hij alle middelen inzet, die de poëzie hem aanreikt.”

Remco Ekkers debuteerde in 1979 met de bundel ‘Buurman’ waarna er nog vele zouden volgen, een groot aantal als bibliofiele uitgave. Hiernaast verscheen zijn werk in De Gids, Maatstaf, Tirade, Bzzlletin, De Revisor en Hollands Maandblad. Van 1976 tot 2016 maakte hij deel uit van de redactie van de Poëziekrant. Daarnaast was hij van 1986 tot 1992 poëziecriticus van De Gids. In de Leeuwarder Courant verzorgde hij tien jaar lang poëzierecensies. In het blad Schrijven verschenen zijn interviews met dichters

Een mooi voorbeeld van het kleine en ‘alledaagse’ in de poëzie van Ekkers uit de bundel ‘Hop over de sofa’ is het gedicht met de titel ‘Meisje zee’ waarin hij iets groots en machtigs vergelijkt met een meisje.

.

Meisje zee

.

Je komt en je gaat

je ruist en je loopt uit

je bent wijd en geheim

je zuigt me naar je toe

en laat los, je speelt

omdat het moet

van maan en wind.

.

Ik mag komen

je omspoelt me

beantwoordt mijn hunkering

zwijgt in het ruisen.

.

Wat je moet weten voor je beslist om een man te zijn

Mattijs Deraedt

.

Mattijs Deraedt (1993) woont in Brussel en is dichter en poëzieredacteur bij het literaire tijdschrift ‘Kluger Hans’. In 2020 bracht hij zijn debuutbundel ‘De schaduw van wat zo graag in de zon was blijven staan’ uit bij Poëziecentrum. Hij studeerde Schrijven aan het RITCS (Royal Institute for Theatre, Cinema and Sound) en publiceerde onder meer in ‘Het Liegend Konijn’, ‘De Revisor’, ‘Deus Ex Machina’, ‘Poëziekrant’ en ‘Tirade’ en ‘Extaze’. Naast zijn literaire activiteiten is Mattijs zanger en tekstschrijver bij de band WLAZLO. Uit zijn debuutbundel hier het gedicht ‘Wat je moet weten voor je beslist om een man te zijn’.

.

Wat je moet weten voor je beslist om een man te zijn

.

Een man zijn betekent niet huilen
wanneer je broers je Pokémonkaarten verscheurd hebben.
Anders landt je grootvader als een loodzware vogel op je schouders.

.

Een man zijn betekent je herinneringen samendrukken
tot ze als diamanten uit je voorhoofd barsten.

.

Een man zijn betekent je niet als vlinder
laten schminken, maar als schedel.

.

Een man zijn betekent je benen niet kruisen op de trein
maar tongzoenen met het hiphopmeisje
dat op je schoot komt zitten.
‘Of ben je een homo misschien?’

.

Een man is een jachtgeweer.
Hij draagt zijn spieren als een blinkend harnas,
laat zich kruisigen tot hij glimlachend
in een jacuzzi van bloed baadt,
een glas whisky in de hand.

.

Een man is kanonnenvlees.
Zijn mond heeft de vorm van een loop.

.

Een man is een acteur.
Niemand weet wat de rol inhoudt,
maar iedereen wil hem spelen.

.

Een man zou een dichter kunnen zijn,
maar daar heeft de wereld al jongens voor.

.

3 kleine broertjes

Floortje Schoevaart

.

Via een vriend werd ik gewezen op dichter Floortje Schoevaart. Ze is schrijver voor onder andere Sesamstraat, dagvoorzitter, sneldichter en columnist. Samen met Guido Bootz ontwikkelde ze  https://www.gevondengedicht.nl/ is een kennismaking  met poëzie in drie lessen en een website. GevondenGedicht wil kinderen nog beter laten kijken, zich nog vaker laten verwonderen en nog meer laten dichten. In de drie lessen leren kinderen poëzie herkennen, doen ze schrijfoefeningen en maken ze een gedicht bij een zelf gevonden voorwerp.

Op haar website https://www.floortjeschoevaart.nl/ kun je lezen wat een duizendpoot Floortje is. Op haar website ook een aantal teksten en een prachtig treurig gedicht met de titel ‘Drie kleine broertjes – voor Klaas’.

.

Drie kleine broertjes – voor Klaas

.

Twee kleine broertjes,
een moeder, een vader
in het mooie huis aan het water.
In de winter het ijs, in de zomer de kikkers:
zo was de bedoeling en zo moest het blijven.
Dus ik was er nog niet,
ik kwam later.

.

Twee kleine broertjes:
één grote, één kleine.
En later dan zouden ze spelen.
De kleine die kon nu alleen nog maar huilen,
maar dat gaf niet, de grote die wachtte wel even.
Hij ging wel vast
z’n speelgoed verdelen.

.

Twee kleine broertjes:
één kleine, één grote.
De grote die kon toen al lopen.
En dat liet hij ook zien dus, op papa’s verjaardag,
door de kamer met mensen die praatten en lachten.
En de zon scheen
de tuindeuren open.

.

Eén van de broertjes,
een strak blauwe hemel
en het gras net zo groen als het water.
Dan, plotseling, stoppen de kikkers met kwaken,
verhuizen de eendjes naar twee sloten verder.
Niemand hoort het
geschrokken gesnater.

.

Twee kleine broertjes.
En iedere winter
weer schaatsen waar hij was verdronken.

.

“Mama, als je toen geweten had
hoe hard ik nou kan schaatsen,
hadden jullie mij er toch wel bijgenomen?
Ja, maar ik kan ook al bijna
zeven meter onder water
en ik ben zellef op de fiets uit school gekomen.
Mama, kijk! Ik kan een scherpe bocht
en met twee voeten remmen.
Weet je, eigenlijk ben ik voor mij
dan wel een beetje blij
dat hij nog niet kon zwemmen.”

.

Twee kleine broertjes,
een moeder, een vader
In het mooie huis aan het water.
Zo groeiden we op en we speelden en huilden.
En ik ging steeds meer snappen dus steeds minder vragen,
maar iedere zomer
wordt het weer een jaar later.

.

Voordrachtskunst

Een korte handleiding

.

Volgens de auteur van het boek ‘Poëzie als woordspel’ heeft Nederland de meeste beoefenaars van de dichtkunst per vierkante kilometer. Of dat waar is durf ik niet te zeggen maar gezien de vele poëziepodia en de dichters op internet en de sociale media zou het zomaar kunnen. Steeds meer dichters willen hun poëzie niet alleen schrijven maar ook ten gehore brengen. En daar gaat het nog wel eens mis. Voordragen is een kunst die niet iedereen van nature beheerst.

Daarom hier een aantal hints, tips en trucs die ik tegenkwam in mijn poëzie-archief. Een aantal jaren geleden organiseerde stichting Ongehoord! een workshop voordragen waar deze tips en trucs aan de orde kwam.

De basishouding

Het lichaam.

  1. Zet je voeten parallel naast elkaar op de grond (tussenruimte ongeveer 15 cm, tenen naar voren)
  2. Hou de knieën iets gebogen, dus niet op slot (de knieën moeten evenwijdig boven de voeten gebogen worden)
  3. Zet het bekken boven de lijn van de knieën en voeten.
  4. Span de buikspieren iets aan, bounce een aantal keren
  5. Maak de borst lang en breed
  6. Trek de schouders op, span ze daarna aan en laat ze los zodat ze vanzelf ontspannen
  7. Span de armen aan en laat ze daarna ontspannen hangen
  8. Maak de nek lang
  9. Zorg dat de kruin van je hoofd recht op de lente as van je lijf staat
  10. Trek je wangen in, blaas je wangen op, en kauw net alsof je een enorm stuk kauwgom in je mond heb, ontspan je gezicht

Om beeldend te kunnen presenteren of voordragen is het belangrijk om je gedicht te analyseren:

  • Sfeer
  • Beelden
  • Emoties
  • Personages

Lees je gedicht een paar keer door desnoods hardop.

  1. Welke kleuren zie je in het gedicht?
  2. Welke geluiden hoor je in het gedicht?
  3. Welke geuren heeft het gedicht in zich? Welke geur overheerst?
  4. Welke mensen komen in het gedicht voor? Hoe zien ze eruit?
  5. Welke emoties worden er in het gedicht beleefd en door wie?
  6. Hoe ruikt het in het gedicht?

Zo maar een aantal aanbevelingen om mee te oefenen wanneer je onzeker bent over je voordracht of wanneer je deze wilt verbeteren. Leer je gedichten zoveel mogelijk uit je hoofd zodat je, tijdens je voordracht, oogcontact kan maken met het publiek. Let op de muzikaliteit, het ritme en het metrum van het gedicht.

Het gedicht ‘Een dichter’ van A. Marja uit ‘Traject’ uit 1955 biedt allerlei aanknopingspunten om bovenstaande vragen te stellen en te beantwoorden.

.

Een dichter

.

In deze nacht word ik opnieuw bespeeld

door wat kan komen in een ver verschiet,

gekweld zoek ik de vorm maar vind die niet

en voel mij als in vezelen verdeeld.

.

Het geeft meer onbehagen en verdriet

dan wat er overdag toch al aan scheelt:

oude kwetsuren, die het leven heelt,

zoals men troostend zegt, doch zelden ziet.

.

Was ik maar zuiver, was ik maar alleen

het protoplasma dat ik lig te zijn,

maar ergens trekt de treiterende pijn

die ik wel geest moet noemen er doorheen,

en die misschien ook deze nacht verbindt

met weer een nacht, waar ik de vorm in vind.

.

Poëzie schrijven

Over het hoe en wat van Poëzie

.

Op 31 januari jongstleden (Nationale Gedichtendag) verscheen in dagblad Trouw een artikel over Tom Lanoye, Poëzieweekdichter van 2019, waarin hij 5 tips geeft over ‘hoe je poëzie schrijft’. Ik moest meteen denken aan een bericht dat ik hier op 21 augustus 2017 op dit blog plaatste over wat poëzie nu eigenlijk is https://woutervanheiningen.wordpress.com/2017/08/21/poezie-zeker/. Een aantal zaken kwamen overheen. Ook de andere tips van Tom hebben in de loop der tijd dit blog wel gehaald. Al lezend in het artikel werd mij wel duidelijk dat we er hetzelfde over denken. Poëzie is vooral je ‘eigen stem’ vinden, wat je doet door veel naar poëzie te luisteren en het te lezen, en het gewoon doen, het schrijven.

Voor wie het artikel niet heeft gelezen hier de tips van Tom:

  1. Laat je door niemand iets wijsmaken. Wat poëzie precies is, is voor ieder mens anders. De een zal refereren aan de klassieken, aan de vaste versvormen, de ander zal deze juist ver van zich werpen. Poëzie komt in vele vormen en maten. Van sterk hermetische poëzie tot verhalende proza gedichten, van de beeld poëzie van de Dada dichters tot de readymades en stiftgedichten. Terecht merkt Tom op dat hoe meer kennis je hebt van de verschillende stijlen en technieken hoe beter je eigen poëzie vaak wordt. Ze wordt dan gelezen of opgenomen in een kader dat lezers (her)kennen.
  2. Léés voordat je gaat schrijven. Ook hier ben ik het hartgrondig eens met Tom. Om poëzie te kunnen schrijven (in welke vorm dan ook) heb je een kader nodig om je poëzie in te framen. dat is wat anders dan domweg iemand na doen of een stijl kopiëren. Lezen, lezen en nog eens lezen. Door veel te lezen merk je vanzelf welke vormen en stijlen je liggen en welke minder. De vorm die je bevalt en ligt kun je vervolgens jezelf eigen maken(wat ook echt iets anders is dan gewoon nadoen). Elke dichter heeft voorbeelden, wordt geïnspireerd door andere dichters. Door veel te lezen gaat er niet alleen een wereld voor je open, er zal zich ook een idee vormen van de poëzie die je zelf graag wil schrijven.
  3. Probeer alle genres zonder dedain. Deze is niet eenvoudig kan ik uit ervaring zeggen. Maar opnieuw heel waar. Jarenlang dacht (en vond) ik dat ik niet over een vaststaand thema kon dichten. Ik moest geïnspireerd worden. Maar ik wilde wel graag af en toe aan een wedstrijd meedoen. Dus ik heb mezelf ertoe gezet. Dit bleek heel succesvol, ik won wedstrijden met gedichten die ik speciaal voor dat doel had geschreven. een ander voorbeeld; ik werd gevraagd om een gedicht voor een kersttentoonstelling te schrijven. Het wilde maar niet lukken en toen dacht ik, laat ik eens gek doen, ik probeer een sonnet te schrijven. dat had ik nog nooit gedaan daarvoor. Vooral omdat ik dacht dat ik dat niet zou kunnen (te gekunsteld, te gezocht). Niets was minder waar. het ging me heel goed af en er kwam een prachtig, kloppend gedicht van waar ik nog steeds heel blij van wordt.
  4. Draag je poëzie voor. Deze komt uit mijn hart. Er is werkelijk niets mooiers, niets leukers dan je eigen poëzie voordragen en de reactie van de toehoorders te merken. Natuurlijk heb ik makkelijk praten, ik doe dit al jaren maar ik herinner me de eerste keer nog. Net voor het uitbrengen van mijn debuutbundel ging ik met de versie op A4 mijn gedichten voordragen. Ik was er (toen) niet bijster goed in maar het voelde geweldig, dit wilde ik. Een enkele keer zeg ik weleens tegen dichters dat het voordragen van je poëzie je gedichten pas echt laten leven. Na vele jaren oefenen denk ik het eindelijk een beetje onder de knie te hebben. Door te kijken en luisteren naar dichters die voordragen zal het je zelf ook steeds makkelijker afgaan. Dus doen!
  5. Als laatste punt laat Tom optekenen: vergeet niet te leven. En dat is natuurlijk waar. Wie dingen meemaakt heeft altijd een reservoir aan ideeën en herinneringen om over te schrijven. En daar horen de vervelende zaken van het leven ook wel degelijk bij. Dus liefde, romantiek, ontdekkingen en geluk maar ook ziekte, dood, ongeluk, verlies, wanhoop. Je hoeft er niet naar op zoek te gaan maar scherm je er niet voor af, doorleef de dingen. Ze zullen je poëzie ten goede komen.

Uitstekende tips dus van een goed schrijver en dichter. Ik zou daar heel onbescheiden nog een laatste aan toe willen voegen: Fantasie. Laat je fantasie de vrije loop, verzin dingen die niet kunnen, associeer er op los, laat woorden, zinnen ontstaan die misschien kant noch wal raken maar laat de fantast, het kind zo je wil, in jezelf los en schrijf. Je zult zien dat je hieruit de meest fantastische gedichten kunt distilleren. Misschien niet altijd als tekst maar zeker al idee.

Om een voorbeeld van zo’n soort gedicht te noemen heb ik gekozen voor een gedicht van Jeroen de Vos uit zijn bundel ‘Soms zijn drie woorden genoeg’ uit 2009.

.

Duet

.

Mijn gitaar staat naast zijn vriend

de piano

.

ze kunnen het wel vinden die twee.

.

vaak genoeg laat mijn gitaar zich

voorover vallen

zodat hij met zijn kop tegen de piano slaat

.

iedere keer als dat gebeurt trillen hun snaren

en komt er een onbestemd diep bombastisch

geluid naar boven.

.

daarna moeten ze onbedaarlijk lachen

.

                                                                                                                                                                                                                                             Foto Tom Lanoye: Saskia Lienard

Poëzieworkshop in april

La France

.

Ineke Holzhaus is dichter, theatermaakster, schrijfster en docente schrijven.  Ze heeft toneelteksten, gedichten en dichtbundels en een verhalenbundel gepubliceerd en in oktober 2018 verscheen ‘Geef mijn vader’, haar eerste roman, bij uitgeverij Ambo|Anthos. Ook schrijft zij voor ‘Dichter’, een uitgave van Plint waarover ik eerder schreef https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/07/10/dichter-2/. Bij de schrijversvakschool in Amsterdam en bij Stichting El Hizjra verzorgde ze workshops schrijven voor theater en poëzie en bij Stichting School der Poëzie is ze vaste medewerker bij het schrijfonderwijs op middelbare scholen. Maandelijks presenteert ze een poëzieprogramma vanuit de Amsterdamse bibliotheek en tevens verzorgt ze workshops in de OBA (de Openbare Bibliotheek van Amsterdam). Ze publiceerde eigen werk in diverse literaire bladen en in 2008 verscheen haar eerste bundel bij Wagner & Van Santen ‘Hond in Pompeï’.

Op Domaine Le Haut Verger en Monsier Deux organiseert zij samen met haar man, schrijver Willem van Toorn, een volledig verzorgde poëzieweek met workshops  poëzie lezen en schrijven, met fotografie als inspiratie. Of zoals de organisatoren het beschrijven: Genieten van vrijheid en rust met iedere dag veel tekstuele en visuele inspiratie. Ongestoord kunnen dichten en daarbij gestimuleerd worden door een enthousiasmerende docente. Meer informatie vind je op http://www.domainelehautverger.nl/workshops/poezieweek/.

Van Ineke Holzhaus het gedicht ‘Météo’.

.

Météo

We sneden het strogras niet meer
lieten de dag uit onze handen glijden

alleen koel sap hield ons wakker, druiven
tegen de muur zogen wat er nog aan vocht
te vinden was uit versteende grond –

we toetsten météo, stuitten op vluchtelingen
in boten, leerden hedendaagse woorden –
en morgen weer geen regen, ontvingen

bewegende beelden van eendenkuikens
gered uit een put, dierenfilmpjes ingezet
tegen onthoofdingen in naam van een god

we rolden ons om op verdwaalde bedden
hoorden vermagerde koeien roepen om voer
maar elkaar niet meer, wachtten op regen

vreesden de hagel, vreesden elkaar, tot
het water viel, stroomde in beken, rivieren
voor het gewas, de dieren, voor later.

.

Négligés

Yousra Benfquih

.

In 2017 zou de Vlaamse, van Marokkaanse komaf, Yousra Benfquih als dichter mee gaan met de Poëziebus. Door omstandigheden is daar toen helaas niet doorgegaan. Wel kwam ze in de Poeziebusbundel met een gedicht. Yousra Benfquih is mensenrechtenjuriste en doctoraal onderzoekster aan de Universiteit Antwerpen (Recht & Ontwikkeling). Maar het recht deelt haar hart met de kunsten, om meer specifiek te zijn tekenen en schilderen en schrijven. Ze begon het academiejaar met een schrijfopleiding aan de Academie van Borgerhout, werd toegelaten tot de Parijse residentie van de Buren en won de TXT-on-stage wedstrijd Naft voor Woord.

Uit de Poëziebundel van de Poëziebus 2017 met de veelzeggende titel ‘Staalkaart van de Nederlandstalige podiumpoëzie’ het gedicht ‘Négligés’ van haar hand.

.

Négligés

.

Daal dieper af, daal enkel af

maak, alle meervoud van je los:

je hemden

je bloesjes

je doorkijkverdrieten.

Kom, ik vouw je in mij als:

enkelvoud.

Hier ben je, hier is het

voor één keer

altijd genoeg.

.

Woorden temmen

Een recensie

.

De bundel, of moet ik zeggen het boek ‘Woorden temmen’ van Kila en Babsie heeft als ondertitel ‘Poëzie ontdekken, zelf gedichten schrijven met Kila&Babsie op elk moment, waar dan ook’. En ik kan jullie nu al verklappen; daar is geen woord van gelogen. Kila van der Starre (1988) en Babette Zijlstra (1988) vormen samen het dichtersduo Kila&Babsie. In 2005 vonden zij elkaars als dichters tijdens een poëzieproject en sindsdien hebben ze al vele podia veroverd en is hun manier van performen of voordragen bekend geraakt als stereopoëzie waarbij zij beurtelings en door elkaar praten en hun woorden en zinnen elkaar overlappen.

Kila van der Starre is mij vooral bekend van haar geweldige project Straatpoëzie waarbij zij poëzie in de openbare ruimte in kaart heeft gebracht in Nederland en België met behulp van een heleboel ijverige bijdragers (waaronder ook ik).

Maar nu dus het boek ‘Woorden temmen’. In dit boek willen ze de lezer laten kennismaken met 24 van hun lievelingsgedichten, willen ze de lezer laten zien hoe je gedichten kan lezen, hoe je er over kan nadenken, wat je ermee kan doen en hoe poëzie je kan inspireren tot het schrijven van gedichten. Als je zoiets leest denk je in eerste instantie nog: dat is een heleboel voor 1 boek. Na het lezen van het boek kan ik volmondig beamen dat deze inleiding helemaal accuraat is. Het is alsof Kila&Basbsie mijn lievelingsboek hebben geschreven voordat ik met dit blog begon.

Over heel veel van de onderwerpen die ze in het boek behandelen, daar heb ik over geschreven op dit blog. Herkenning dus gekoppeld aan een interessante kijk op poëzie, intrigerende gedichten als voorbeelden, tips (lees-, luister- en kijktips) en bij elk gedicht een stukje lees, doe, denk, schrijf, weet en meer.

In zekere zin deed het boek me een beetje denken aan het Kwadraats Groot Literair Lees Kijk Knutsel en Doe Vakantieboek uit 1993 van Ronald Giphart maar dan op het gebied van de poëzie. Op een heel speelse en creatieve manier bezig zijn met poëzie. Een onderwerp waarvan nog steeds veel mensen denken dat het ingewikkeld is. Kila&Babsie bewijzen in dit boek dat dat het helemaal niet is of hoeft te zijn. Dit is het boek dat elke docent Nederlands in zijn of haar kast zou moeten hebben staan. Als je de jeugd bekend wil maken met poëzie op een speelse, verrassende, intelligente en moderne manier dan hoef je alleen maar de voorbeelden uit dit boek te volgen. Kila&Babsie maken het lezen en het gebruik van dit boek tot een groot plezier.

Als ik een favoriet stuk uit dit boek zou moeten noemen (wat moeilijk is want het geheel bevalt me zeer!) dan is het denk ik de rubriek ‘Meer’. Daar geven Kila&Babsie de tips om verder te lezen, te luisteren en te kijken, te ontdekken en brengen ze je op ideeën. De allerlaatste quote op de achterflap van dit prachtige boek luidt: Echte poëzie kan communiceren voordat ze wordt begrepen’ van T.S. Elliot. Wil je een handje geholpen worden bij dit begrip dan is dit boek een absolute aanrader, wil je gewoon verwonderd worden, verrast, onderhouden of gevoed worden lees dan dit boek. Of beter koop het! Dan kun je er op elk gewenst moment op terug vallen.

In eerste instantie dacht ik nog; Wat een vreemde vorm heeft dit boek, helemaal niet handig voor in de boekenkast, tot ik erin aan het lezen was, toen  viel me op dat het de vorm van een boek heeft, opengeslagen zoals je zelf een opengeslagen boek zou tekenen. Verantwoordelijk hiervoor zijn De Vormforensen (Annelou van Griensven en Anne-Marie Geurink).

Een van de lievelingsgedichten van het duo dat wordt besproken in dit boek is het gedicht ‘dordrecht 25 november 1963′ van C. Buddingh’. Kila & Basie schrijven hierover in de inleiding: “Dit gedicht heeft samen met het werk van Buddingh’s collegadichters een boel stof doen opwaaien toen het gepubliceerd werd, want is dit wel een gedicht? C. Buddingh zag eens een brief van de oudercommissie van school liggen en werd gefascineerd door de tekst. Hij bracht regelafbrekingen aan, maar veranderde niets aan de tekst zelf. En opeens was de brief een gedicht”. Een ready made dus eigenlijk naar aanleiding van de moord op J.F. Kennedy.

.

dordrecht 25 november 1963

.

l.s.
wegens de gebeurtenissen in amerika
gaat de ouderavond vandaag niet door
de avond wordt nu gehouden
op maandag 9 december (over veertien dagen)
ook weer in de meerpaal
om acht uur
de oudercommissie

.

 

 

 

Ongeletterd

Taalhuis en poëzie

.

Afgelopen vrijdag werd in de bibliotheek van Naaldwijk het Taalhuis geopend. Een Taalhuis is een plek waar mensen terecht kunnen die moeite hebben met lezen en schrijven. De kersverse Streekdichter van het Westland en omgeving Marijke van Geest was gevraagd om een gedicht te schrijven bij deze gebeurtenis.  Het gedicht ‘Ongeletterd’ getiteld is afgebeeld op een banner en staat in de bibliotheek nabij het Taalhuis.

Voor eenieder die niet in de buurt woont, hier een foto van het gedicht van Marijke.

.

IMG_3109

Asemische poëzie

Nieuwe vorm van poëzie

.

In mijn zoektocht naar poëzie en de randen van de poëzie kom je  de meest bijzondere zaken tegen. Zoals bijvoorbeeld de asemische poëzie. Is het poëzie of is het eerder een vorm van kunst? Asemische poëzie  is, volgens een artikel in de Engelstalige Wikipedia een term die rond 1997 voor het eerst gebruikt werd door John Byrum, een visueel dichter, in zijn correspondentie met Jim Leftwich, uitgever en auteur visueel, typografisch en/of literair werk. Zijn vriend en collega Tim Gaze zorgde mee voor de verspreiding van de term.

De laatste jaren wordt de term meer en meer gebruikt ter aanduiding van een bepaalde creatieve bezigheid die het midden houdt tussen kalligrafisch schrift en abstracte grafiek. Aanhangers, beoefenaars van Asemisch schrijven of asemische poëzie hebben zich verenigd in een Facebook-groep, publiceren in diverse gedeelde blogs en maken bundels en chapbooks beschikbaar op internet. De auteurs  vormen een  internationaal zeer divers gezelschap waaronder een aantal auteurs die zich al eerder  hebben bezig gehouden met visuele poëzie, tekst-collages en typografische en kalligrafische experimenten, mail art en computergestuurde teksten.

.

asemic writing newsletter van Mirtha Dermisache

 

Numeric art van Giacottino

 

tumblr_me605rA9Wo1ry37qk

 
Lestaret

 

Met dank aan Wikipedia en http://vilt.wordpress.com/2011/11/27/over-asemische-schriftuur-1/