Site-archief
De rokkenjager
Geplaatst door woutervanheiningen
en diens bijdehante tante
.
Herta Müller (1953) is van Roemeense komaf maar woont en werkt in Duitsland sinds 1987. In 2009 ontving zij de Nobelprijs voor Literatuur en eerder kreeg ze al de Kleist-prijs, de Marieluise-Fleisserprijs en de Europese Literatuurprijs. Ze is naast dichter ook schrijver en essayist.
Voor mij is vooral haar werk als collagedichter interessant. Haar huis ligt vol kleurige knipsels van woorden en afbeeldingen uit kranten en tijdschriften welke ze gebruikt om haar herkenbare collagegedichten mee te maken. Haar gedichten zijn fantasievol en humoristisch maar net als in haar proza steekt toch ook hier af en toe verbijstering en angst de kop op. In 1982 debuteerde ze met de verhalenbundel ‘Niedrungen’ waarna nog vele boeken en bundels volgde. Een groot deel van haar werk is vertaald in het Nederlands.
In 1987 trad ze toe tot de Duitse PEN-club, die ze in 1997 verliet, omdat deze was samengegaan met de DDR-afdeling die in haar opinie teveel samenwerkte met de Securitate, de geheime dienst uit Roemenië, een land dat ze was ontvlucht omdat diezelfde Securitate gezorgd had dat ze werd ontslagen bij ‘De machinefabriek’ waar ze vertaalster was omdat ze weigerde met de geheime dienst samen te werken.
In 1987 werd een bundel van haar vertaald in het Nederlands ‘Barrevoets in februari’ waarna er nog verschillende zouden volgen. Zoals de bundel ‘De rokkenjager en diens bijdehante tante’ uit 2011, een vertaling van ‘Die Blassen Herren Mit Den Mokkatassen’ uit 2005. Ik zet de Duitse titel erbij want in deze dikke bundel staan de oorspronkelijke collagegedichten in het Duits (uiteraard) met daarbij in tekst de Nederlandse vertaling van Ria van Hengel.
Uit deze bundel nam ik een gedicht zonder titel met daarbij het oorspronkelijke collagegedicht in het Duits.
.
de zwager van mijn vader had van de oorlog
nog maar één arm de andere was van wasdoek
gevuld met zand in plaats van een hand zat
er vingergroot een haalkje aan dat glom onder
water lokte de vissen naar boven de zon was
onder het viaduct geschoven met haar gele
laatste tand algauw kwamen de avondspreeuwen
in een zwerm voorbij die leken voor mij op het
jasje met zand in de mouw
en op de trap naar het kanaal ging slechts een
lachwind aan de haal
.
Geplaatst in Dichtbundels, Dichter in verzet, Duitse dichters, Favoriete dichters, Gedichten in vreemde vormen, Poëzie en Kunst
Tags: 1953, 1982, 1987, 1997, 2005, 2009, 2011, angst, Barrevoets in februari, collagegedicht, collagegedichten, collages, DDR-afdeling, De machinefabriek, de Marieluise-Fleisserprijs, De rokkenjager en diens bijdehante tante, dichtbundel, dichter, Die Blassen Herren Mit Den Mokkatassen, Duitse dichter, Duitsland, essayist, Europese literatuurprijs, fantasie, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, geheime dienst, Herta Müller, humor, Kleist-prijs, Niedrungen, Nobelprijs voor Literatuur, PEN club, poëzie, poëziebundel, Ria van Hengel, Roemeense dichter, Roemenië, schrijver, Securitate, verbijstering, verhalenbundel, vertaler, Vertaling





