Site-archief

Klein grafmonument

Ida Gerhardt

.

Enige tijd geleden was ik met vrienden in Nürnberg in Duitsland. Behalve dat we daar in Luitpoldhain de Steintribune en de Dutzendteich in het gelijknamige Volkspark bezochten, waar tijdens de partijdagen van de NSDAP in 1934 ‘Triumph des Willens’ de ‘allereerste’ propagandafilm ooit werd geschoten door Leni Riefenstahl van Hitler en consorten, bezochten we uiteraard ook de ‘oude’ binnenstad en wat buitenwijken van deze Duitse stad. Dat oude staat tussen haakjes want vrijwel het volledige stadje werd platgebombardeerd door de Amerikanen aan het einde van de tweede wereld oorlog. Een van de weinige huizen die nog rechtop stonden was het geboortehuis van de een van de beroemdste en bekendste Duitse schilders Albrecht Dürer (1471-1528).

Maar er was meer fraais te bekijken. In de wijk waar wij verbleven Gostenhof, was een klein maar bijzonder begraafplaatsje. De graven op deze begraafplaats waren hoog liggende tombes. Vaak niet veel groter dan een lijkkist maar van steen en allemaal boven de grond. Ik nam er wat foto’s en twee ervan kun je hieronder zien. Ik moest daaraan denken toen ik in de bundel ‘Zeven maal om de aarde te gaan’ van Ida Gerhardt (1905-1997) uit 1999 aan het lezen was. In deze bundel staat het gedicht ‘Klein grafmonument’. Het gedicht gaat weliswaar over een grafmonumentje en niet over een graf maar het is de moeite waard van het delen.

.

Klein grafmonument

.

Dolle kervel, bitterzoet,

oevergroei van Hollands Lethe –

hier heeft eens een kind gezeten,

vechtend om de laatste moed.

.

Dolle kervel, bitterzoet,

– vijftig jaren bloeien uw planten –

’t waarde radeloos langs de kanten,

kervel om de klompenvoet.

.

Dolle kervel, bitterzoet:

tien geslachten zullen weten

hoe een kind, klein maar verbeten,

zich de dood at in het bloed.

.

 

Vrijheid van meningsuiting

Martin Niemöller

.

In de categorie dichter in verzet dit keer een dichter en een gedicht vóór vrijheid van meningsuiting. Maar goed, als je voor iets bent ben je bijna automatisch tegen het tegenovergestelde. In het gedicht van Martin Niemöller komt dit mooi naar voren. Martin Niemöller (1892-1984) was een Duits militair, Lutherse theoloog en verzetsstrijder. In de eerste wereldoorlog was Niemöller commandant op een U-boot. In 1919 gaat begint hij een studie theologie en wordt hij predikant. Nadat de NSDAP aan de macht komt Niemöller er achter dat de partij van Hitler niet de gemeenschapsstichters zijn zoals ze zich voordoen. Vanaf 1934 verzet Niemöller zich tegen de NSDAP en Hitler.

De Gestapo hield Niemöller goed in de gaten en luisterde naar al zijn preken. De preek van 19 juni 1937 ging in hun ogen te ver. Het was een tirade tegen Hitler. De Führer greep zelf in en verklaarde Niemöller tot zijn persoonlijke gevangene. Hij werd overgebracht naar het concentratiekamp Sachenhausen, later naar Dachau en zat in totaal zeven jaar vast. In deze periode schreef hij onderstaand gedicht (vertaling van Petra Catz).

.

Toen ze de communisten kwamen halen
heb ik niets gezegd
ik was geen communist
Toen ze de vakbondsleden kwamen halen
heb ik niets gezegd
ik was geen vakbondslid
Toen ze de joden kwamen halen
heb ik niets gezegd
ik was geen jood
Toen ze de katholieken kwamen halen
heb ik niets gezegd
ik was geen katholiek
Toen kwamen ze mij halen
en er was niemand meer om iets te zeggen

.

Na de tweede wereldoorlog sloot Niemöller zich aan bij verschillende pacifistische organisaties en bekritiseerde hij de scheiding tussen Oost en West. In de jaren 60 was hij actief in het verzet tegen de oorlog in Vietnam.

.

Niemöller