Site-archief
Smaak
Anna Enquist
.
Gisteren zat ik naar de onvolprezen podcast van Daniel Dee en Mark Boninsegna te luisteren. In de laatste aflevering bespraken zij dichters Huub Oosterhuis en de nieuwe Dichter des Vaderlands (aan te treden in september) Babs Gons. Hoe je ook over deze podcast denkt, ik weet dat er mensen zijn die er niets van moeten hebben, de heren geven hun eerlijke mening en laten zich niet beïnvloeden door de algemene smaak of heersende meningen. Dat komt, volgens Dee, doordat zij vooral geïnteresseerd zijn in poëzie die schuurt. Een mooi uitgangspunt vind ik, de algemene meningen over poëzie horen we toch wel en een ‘andere’ mening kan zo heerlijk verfrissend zijn. En ondanks dat ze soms met gestrekt been erin gaan worden hun meningen wel onderbouwd en sparen ze ook zichzelf niet.
Met deze uitzending nog in gedachten las ik de bundel ‘De tweede helft’ van Anna Enquist (1945) uit 2000. Een van haar gedichten is getiteld ‘Smaak’ en in dat gedicht neemt Enquist haar eigen smaak op de korrel, op een manier die elke dichter herkenbaar zal overkomen, mij in ieder geval wel en daar hou ik van.
.
Smaak
.
Het gedicht van de goede smaak
kiest woorden met dubbele bodem,
bescheiden binnenrijmen, beeldspraak
aan banden. Breng het groot
op een regiem van stijlfiguur
en stijgkracht, dan groeit het
met beleid, in slank bestek.
.
Het gedicht van mij vreet zich vol
met rotzooi. Niet doen, zeg ik,
niet die bittere prak, dat droevig
rantsoen verzwelgen. Maar het vers
barst uit de krappe ceintuur
van de regels en smijt zich
tegen de bladzij, onder mijn blik.
.