Site-archief
Strofe, metrum, voet, jambe
Poëzie analyse
.
De recensie van ‘Wanneer kom je buiten spelen?’ is nog niet klaar, deze wordt waarschijnlijk morgen geplaatst. Vandaar vandaag een bericht over poëzie analyse. In mijn blogs over verschillende versvormen komen vaak termen voor als metrum, jambe, strofe etc. De ervaren poëzielezer weet meestal wel wat daar mee bedoeld wordt. Voor een ieder die bij dit soort termen zich achter op het hoofd krabt hier een korte uitleg van een aantal van de belangrijkste termen.
.
Strofe
Een strofe in een gedicht is meestal niet moeilijk te herkennen omdat het visueel gescheiden is. Het is vergelijkbaar met een paragraaf in een tekst. Strofen beschrijven meestal een gedachte en hebben een vastgestelde lengte van twee of meer lijnen. De namen voor verschillende strofenlengtes zijn:
2: distichon
3: terzine
4: kwatrijn
5: quintet
6: sextet
7: septet
8: octaaf
5 of meer: stanza (algemene term)
.
Zoals je ziet zitten er een paar namen tussen die je wellicht bekend voorkomen (octaaf en sextet) uit de muziek. De versvorm sonnet bestaat dus uit twee kwatrijnen gevolgd door een sextet of twee terzijnen.
.
Metrum en voet
Het metrum en voet zijn wat lastiger dan het rijmschema en de strofen. Metrum komt uit het Grieks: metron betekent meten. Het heeft dus te maken met de lengte van een lijn in het gedicht. De lengte van een gedicht wordt niet bepaald door gewoon de woorden te tellen. Dit werkt niet omdat woorden verschillende lengtes en ritmes hebben wat van invloed is op hoe je het gedicht leest. Je merkt dit heel goed als je een rijmend vers wilt schrijven: hoe lang de lijn wordt, hangt af van de lijn waarmee het rijmt. Je kunt niet ineens een lijn veel langer of korter maken, want dan klinkt het niet goed meer.
De lengte van een lijn meten we in voet. Elke voet is een herhaling van hetzelfde ritme in de lettergrepen. Meestal onderscheiden we zes verschillende voeten. Het ritme wordt weergegeven in vier verschillende notatievormen.
.
Als je een gedicht analyseert, kun je zien hoeveel voeten het heeft. Dit tel je dan per lijn en dat is het metrum (de lengte). Termen die gebruikt worden om dit aan te duiden zijn:
1: monometer
2: dimeter
3: trimeter
4: tetrameter
5: pentameter
6: hexameter
7: heptameter
8: octameter
.





