Hotelgast
Dag acht
.
Hoewel ik maar heel af en toe in hotels verblijf tijdens vakanties, weet ik dat juist toeristen voor hotels van levensbelang zijn. Daarom een gedicht met de titel ‘Hotelgast’ van Bernlef (1937-2012) uit zijn bundel ‘Winterwegen’ uit 1983 waarin de dichter een heel menselijk trekje beschrijft.
.
Hotelgast
.
In iedere hotelgast huist een ander
die, zo gauw alleen, laden en kasten opentrekt.
Wat zoekt hij daar?
.
Hoopt hij dat iets verborgen of
achterbleef: een haarspeld, paper-
clip, miniem verhaal, of desnoods
iets dat onklaar gemaakt ten minste
wijst op een vorige bewoner. Niets
van dit alles (het is een goed hotel).
.
Hij betaalt voor een kamer die hem weigert
en dat is wat hij zoekt en vindt
in lege ladekasten: zichzelf
na zijn vertrek.
.
Geplaatst op 25 juli 2025, in Dichtbundels, Favoriete dichters, Vakantie poëzie en getagd als 1937, 1983, 2012, Bernlef, dichtbundel, dichter, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, hotel, Hotelgast, poëzie, poëziebundel, vakantie, vakantiegedicht, vakantiepoëzie, Winterwegen. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.





Een reactie plaatsen
Comments 0