Site-archief

Marie-Jeanne I

Jan Kal

.

Liefdesgedichten gaan vaak over de geweldige, hartstochtelijke of romantische liefde. Regels vol zoet en fluweel en warmte en licht. Liefdesgedichten kunnen echter ook gaan over onbeantwoorde liefde of over beantwoorde liefde waarin het antwoord niet is wat de vraagsteller ervan verwacht had.

Een voorbeeld van zo’n gedicht uit de laatste categorie schreef Jan Kal. Jan Pieter Kal (1946) debuteerde in 1974 met de bundel ‘Fietsen op de Mont Ventoux’ 74 sonnetten (later uitgebreid naar 222 sonnetten). Hij is vooral bekend van zijn vele sonnetten. Jan Kal kan van weinig poëzie maken. Hij heeft een eigen spontane, weemoedige toon, waarin ook zijn humor een plaats kan vinden.

Uit zijn debuutbundel komt het gedicht Marie-Jeanne 1, het liefdesgedicht in sonnetvorm waarin de liefde niet wordt ingelost.

.

Marie-Jeanne I

.

Wéér in 2a zitten was wel fijn

als ik rechts achterom keek naar dat liefje.

Maar zij keek steeds terug zo van wat blief je,

of helemaal niet. Wel de harde lijn.

.

Met Sinterklaas gaf ik mijn hartediefje

een hart van suikergoed en marsepein.

Zij deed de stille gever hartepijn,

want gaf hem via Joan het volgende briefje.

.

Daar stond geschreven: ‘Jan, ik heb gemerkt

dat je me aardig vindt. Ik vind jou niet

aardig. Zwijg daar dus over, Marie-Jeanne.’

.

Die doffe dreun heeft twee jaar doorgewerkt.

Nu kan ik lachen en ik zing een lied;

toen wou ik huilen maar ik had geen tranen.

.