Site-archief

Zij komt

Jacques Perk

.

Soms lees je een gedicht van lang geleden en dan kun je daar heel blij van worden. Het Nederlands van 100 jaar geleden is zo anders dan het moderne Nederlands. Als je kijkt naar het woordgebruik, de grammatica, en de zinsbouw valt er veel te genieten. Jacques Perk (1859 – 1881) leefde maar kort maar liet een aantal prachtige gedichten na, in 1882 postuum uitgegeven door Carel Vosmaer en Willem Kloos. De hierbij gepubliceerde inleiding van Kloos zou de geschiedenis ingaan als het manifest van de Beweging van Tachtig; daarbij had Kloos de volgorde van Perks gedichten niet gehandhaafd en er vele eigenmachtige veranderingen in aangebracht. Garmt Stuiveling verzorgde in 1941 een authentieke editie van de Mathildecyclus aan de hand van Perks handschriften. In 1957 gaf hij Perks ‘Verzamelde gedichten’ uit.

Mijn exemplaar uit 1962, is uitgegeven als Vlaamse Pocket in ‘Poëtisch erfdeel der Nederlanden’ als herdruk van de ‘Verzamelde gedichten’ uit 1957. Uit deze bundel koos ik voor het gedicht ‘Zij komt’ terwijl we nu, aan het begin van de herfst zouden moeten spreken van ‘zij gaat’, de zomer als bedoeld in dit gedicht.

.

Zij komt

.

Gij berken, buigt uw ranke loovertrossen!
Strooit, rozen, op het zand èn sneeuw èn blad!
Gij, zwaatlende olmen, nijgt u naar het pad,
En kust den dauw van sidderende mossen!
.
En, snelgewiekte liederen der bosschen,
Stemt aan èn zang èn lof! En, klimveil, dat
Den slanken, diep-beminden beuk omvat,
Druk hechter aan de twijgen u, de rossen!
.
Voorzegger, die u zelven roept, o, kom,
En roep uw ‘koekoek’ duizend blijde keeren,
En fladder aan, vergulde vlinderdrom!
.
Zij zweeft hierheen, die zon en zomer eeren:
De lof van hare schoonheid klinke alom,
Waar zon en zomer te beminnen leeren!
.
.