Site-archief
De reiskameraad
Ida Gerhardt
.
In de bundel ‘De adelaarsvarens’ uit 1988 van Ida Gerhardt (1905-1997) staat een reisgedicht dat mooi aansluit bij de gedichten die ik in het kader van de vakantiepoëzie dezer dagen deel. Het gedicht is getiteld ‘De reiskameraad’.
.
De reiskameraad
.
Op een onaards uur vertrokken,
wars van alles, zonder reisplan,
elke overlegging mijdend
en mij weidend in mijn vrijheid
bij het dansen van de draden,
weet ik feestelijk in mijn jaszak
het kompas, dat onder Arkel
ik als kind eens op een morgen
heb gevonden in de wegberm.
.
Dat mijn trots was, dat het nog is,
dat ik Boreas gedoopt heb.
Waaraan nooit iets gemankeerd heeft.
Of ik zuidwaarts ga of zigzag,
onomkoopbaar, onverbiddelijk
richt zich de magneetnaald noordwaarts.
Eindelijk reizen wij weer samen,
twee die bij elkander horen,
twee die aan elkaar gewaagd zijn.
.




