Site-archief
Allerheiligen, bezeten woorden
Levenslang lezen
.
Enige tijd geleden kreeg ik de vraag of ik een toepasselijk gedicht had of wilde schrijven voor de bundel ‘Allerheiligen, bezeten woorden’ met als thema de vergankelijkheid, het mysterie en de kracht van het leven. Nogal vaag misschien maar als je de bundel leest ben je er snel achter dat het hier gaat om een combinatie Halloween, Edgar Allen Poe, Dracula, vampiers en griezelen. Eem echte bundel voor jeugd en jongeren dus.
Zelf sta ik er met het gedicht ‘Levenslang lezen’ waar ik Dracula laat leven op het lezen van boeken. Het gedicht kun je lezen op dit blog, kijk hiervoor bij 30 december 2014.
Daarom uit deze bundel een gedicht van een collega dichter Mattie Goedegebuur met de titel ‘Takkewijf’.
.
Takkewijf
.
mijn haren waaien
als een bos sprokkelhout
terwijl ik omzichtig
onzichtbaar voor
witte wieven
hen beloer
als zij uitgaan
uit versgestorvenen
en rondspieden
naar onbedachten
als vers aanstaand lijk
.
The Raven
Edgar Allen Poe
.
Het meest beroemde gedicht van Edgar Allan Poe ‘The Raven’ (uit 18450 heeft talloze verfilmingen en niet te vergeten honderden verwijzingen en referenties in de pop en populaire cultuur. Leuk weetje: Boris Karloff speelt in zowel The Raven (1935) als in The Raven (1963) . De twee films zijn alleen verbonden door de titel en verwijzingen naar Poe’s werk (de eerste betreft een interpretatieve dans van het gedicht, de laatste is een komedie). En die twee staan nog los van The Raven (1915) en The Raven (2012).
Het gedicht van Edgar Allen Poe heeft dus nogal wat los gemaakt bij filmmakers. Het gedicht is nogal lang vandaar dat ik hier de eerste en laatste strofe plaats.
Wil je het hele gedicht lezen, dan kan dat op http://www.heise.de/ix/raven/Literature/Lore/TheRaven.html
.
The Raven
.
Once upon a midnight dreary, while I pondered weak and weary,
Over many a quaint and curious volume of forgotten lore,
While I nodded, nearly napping, suddenly there came a tapping,
As of some one gently rapping, rapping at my chamber door.
`’Tis some visitor,’ I muttered, `tapping at my chamber door –
Only this, and nothing more.’
.
And the raven, never flitting, still is sitting, still is sitting
On the pallid bust of Pallas just above my chamber door;
And his eyes have all the seeming of a demon’s that is dreaming,
And the lamp-light o’er him streaming throws his shadow on the floor;
And my soul from out that shadow that lies floating on the floor
Shall be lifted – nevermore!
.
Het hele gedicht voorgedragen door Vincent Price.
.




