Site-archief

Over god op zondag

Rogi Wieg

.

Zondag dus de dichter van de maand augustus Rogi Wieg. Uit het voorwoord van ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’:”…Een wereld waarin Wieg God van alles kon verwijten en dan weer even zelf god werd..” Zoals in het gedicht ‘Een huilend , sidderend blad’ uit de, in Extaze na zijn overlijden gepubliceerde, gedichten uit 2015.

.

Een huilend, sidderend blad

.

De fysicus zegt dat ik niet echt ben,

een hologram. Toch zoekt God

mijn gezelschap om niet alleen te zijn.

.

God zoeken is een ding, maar door God

worden gezocht is iets heel anders. Het is groter.

.

De natuurkunde sluit Hem uit het universum,

multiversum, uit het holisme en het veld van

quantumwaarschijnlijkheden.

.

Het hiernamaals is zo een huilend, sidderend blad

aan een boom, het valt tussen de bladen

van een woordenboek.

.

Rogi-Wieg-Boeken-120x120

Extaze

Een uitzicht op de eeuwigheid

Leo Vroman

.

Vandaag heb ik een gedicht gekozen uit een bundel uit mijn boekenkast. Inmiddels beslaan dichtbundels reeds meerdere meters in mijn boekenkast en af en toe pak ik daar een bundel uit zonder te kijken welke het is. Op die manier herlees ik bundels soms alsof het voor het eerst is.

Vandaag pakte ik de bundel ‘De gebeurtenis en andere gedichten’ van Leo Vroman (1915 – 2014) uit de kast. Deze bundel verscheen in 2001 en wat mij trof was het gegeven dat in veel van zijn gedichten de wetenschap (in algemene zin) en god regelmatig een rol spelen. Leo Vroman was behalve een zeer begenadigd dichter, eerst en vooral (in zijn eigen ogen) wetenschapper namelijk bioloog en hematoloog (medisch specialisme dat zich bezighoudt met afwijkingen van het bloed).

Ook in het gedicht ‘Een uitzicht op de eeuwigheid’ komen deze genoemde elementen terug.

.

Een uitzicht op de eeuwigheid

Ieder staat aan de kant van iets groots:
de rand van het leven en des doods.
Wij staren onze toekomst in
en zien geen eind en geen begin,

een uitzicht dat geen inzicht geeft,
een leven waar niets buiten leeft
binnen de korte warme poos
van onbewust naar bewusteloos.

Hoe vinden wij, het lijf ten spijt,
tijd voor een geloof in eeuwigheid?
Niets is immers voor altoos?
En bloemen, vlinders, aarde dan,
waarom genieten wij daarvan?
Wij raken immers alles kwijt?

Maar het vervallen van de roos,
het rode zwellen van de vrucht
dat niemand nog begrijpen kan
onder de dodeloze tijd
die elk jaar weer de dood herhaalt
en dan de zon die stijgt en daalt,
en altijd weer dat overdoen en
wederkeren der seizoenen…
wordt hier een les gerepeteerd?
Doen wij dus alles nog verkeerd?

En aldoor weer gedichten schrijven
om na mijn dood nog wat te blijven,
zoals onvruchtbaaar rozenzaad
gelooft dat het eeuwig voortbestaat?
Dat kan geen wiijsheid wezen, want
zoiets doet elke bloeise plant.

.

 

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Leo-Vroman

Endre Ady

Verwant van de dood

.

Endre Ady (1877 – 1919) was een Hongaars dichter die zijn poëzie in een volkse stijl schreef en wiens werk sterk beïnvloed werd door dichters als Charles Baudelaire en Paul Verlaine. In zijn gedichten maakte hij vaak gebruik van het Symbolisme en thema’s als God, Hongarije en het gevecht tot overleven.

Ik ken Endre Ady als dichter al sinds 1998 toen ik voor de eerste maal de bibliotheek in Hatvan bezocht. Deze Hongaarse zusterstad van Maassluis heeft haar bibliotheek vernoemd naar deze beroemde Hongaarse dichter. Het is een heel normale zaak in Hongarije om bibliotheken naar beroemde schrijvers en dichters te noemen, heel anders dan in Nederland waar dat naar mijn weten nog nooit is gedaan.

In vertaling zijn er een aantal gedichten van Endre Ady verschenen waaronder het gedicht ‘Verwant van de dood’ in vertaling van Ankie Peypers uit 1969.

.

Verwant van de dood

.

Ik ben een verwant van de dood

en bemin de vluchtige liefde.

Ik houd ervan haar te kussen

die weggaat.

.

Ik houd van de zieke rozen

vrouwen die verwelkend

verlangen naar zonovergoten kwijnende

najaarstijd.

.

Ik houd van de trieste uren,

van hun spokende, wenkende roep.

.

Van de grote dood, de weerspiegeling

van de heilige dood.

.

Ik houd van hen die wenen,

ontwaken, verre reizen doen.

Van de kilbeijzelde ochtend

boven het veld.

.

Van de gelatenen die versagen,

van tranenloos verdriet en vrede.

Gelatenheid, de haven voor wijzen,

dichters, misdeelden.

.

Ik houd van hen die ontgoocheld zijn,

die kreupel, in de val gelokt,

niet meer geloven; van de bedrukten:

van de wereld.

.

Ik ben een verwant van de dood

en bemin de vluchtige liefde.

Ik houd ervan haar te kussen

die weggaat.

.

Endre_Ady