Site-archief
Olifant
Kolder
.
Dat Herman de Coninck niet alleen prachtige gedichten schrijft over de vrouw, de poëzie, het leven, zijn kinderen en de liefde, bewijst hij met het kolderieke gedicht ‘Olifant’ dat werd gepubliceerd in ‘De Gedichten’ uit 1998.
.
Olifant
.
Hij is gemaakt van de grofste effecten,
draagt zijn broek als clown August,
de knieën slodderend, maakt danspasjes
als tante Bertha die een tango de grond
inheit, terwijl z’n kont doet denken
aan een vals gebit
.
dat net is uitgenomen. En dan zijn slurf
en vlak daarnaast zijn ogen. Hoe zou jij kijken
als ze je lul op je neus hadden gezet?
.
De plek
Zondag 3 april
.
Op de dag dat ik zelf voordraag in Eindhoven bij mijn collega en vrolijke vriend Derrel Niemeijer in Pepperplus, het gedicht van Herman de Coninck getiteld ‘De plek’. Zoals de regelmatige lezer van dit blog weet heb ik iets met poëzie en plekken. Ik heb vooral een bijzondere voorliefde voor poëzie op vreemde plekken (zie ook deze categorie).
Maar vandaag op de Herman de Coninckzondag dus het gedicht ‘de plek’ uit ‘De gedichten’ uit 1998.
.
De plek
.
Je moet niet alleen, om de plek te bereiken
thuis opstappen, maar ook uit manieren van kijken.
Er is niets te zien, en dat moet je zien
om alles bij het zeer oude te laten.
.
Er is hier. Er is tijd
om overmorgen iets te hebben achtergelaten.
Daar moet je vandaag voor zorgen.
Voor sterfelijkheid.
.
Zondag (2)
Tweede paasdag
.
Zoals beloofd ook vandaag een gedicht van Herman de Coninck. Evenals gisteren een gedicht uit ‘De lenige liefde’ uit het deel ‘ars poetica’ met als titel ‘2’.
.
2
.
Geen sentimenten die me schrijven
maar ik die sentimenten maak:
.
‘Liefste’zeg ik, en dat woord
doet me beminnen.
.
‘Huil niet’ zeg ik
en zachtjes ga ik huilen,
.
liefste, liefste, liefste.
.
Zondag (1)
Pasen
.
Omdat Pasen in de beleving van veel mensen uit twee zondagen bestaat kreeg ik de tip van een goede vriendin om dan maar op beide paasdagen een gedicht van Herman de Coninck te plaatsen. Omdat ik met alle liefde gedichten van Herman de Coninck deel vond ik het meteen een goed idee. Vandaar vandaag deel 1 van de Herman de Coninckzondag met een gedicht uit ‘De lenige liefde’ uit het onderdeel Ars Poetica met als titel ‘1’.
.
1
.
Zie hoe mijn zachtste
gedachte
als een zevenmaandertje
onder teveel licht
te ademen ligt
in de glazen broeikas
van dit gedicht.
.
En ik moet buiten blijven staan
en kijken door de ruiten
want ik kan er niet meer aan.
.
Lasso’s van woorden
De lenige liefde
.
In 1966 debuteerde Herman de Coninck met de bundel ‘De lenige liefde’. Hij zette daarmee een toon van ironie, lichtheid en speelsheid in de Nederlandse poëzie die daarna door veel dichters is opgepikt en gekopieerd.
Van deze bundel zijn inmiddels meer dan 10 drukken verschenen en de bundel is integraal opgenomen in ‘De gedichten’ waarvan meer dan 50.000 exemplaren zijn verkocht (en dan reken ik het gesproken boek van de lenige liefde nog niet eens mee).
Een enorm succesvolle dichtbundel kortom. Uit deze debuutbundel heb ik gekozen voor het gedicht nummer 11: ‘Denkend aan vroegere gedichten’.
.
Denkend aan vroegere gedichten
.
Wij waren jong, wij sprongen
te paard op de taal en reden
heersend de velden door,
slingerende lasso’s van woorden
naar alles wat we wilden veroveren. ,
het waren dolle roekeloze tochten, pas toch
een beetje op, riep Kees Fens ons nog na.
.
En ’s avonds stond de taal nog na te trillen,
op stal in een gedicht, hinnikend
van heimwee naar de maan
en naar de verste betekenissen.
.
Kritiek
Herman de Coninck
.
Vandaag heb ik, op Herman de Coninck zondag gekozen voor een gedicht van hem uit de bundel ‘Zolang er sneeuw ligt’ uit 1975. Het gedicht is getiteld ‘Kritiek’.
.
Kritiek
.
Gisteren nog vond ik het woord
‘lieveling’uit, en droeg het op een rood
kussentje naar jou. O, schat, zei je,
dat hoefde niet. Maar je liet goed
merken hoe blij je was.
.
En vorige week schreef ik:
‘Ik hou van jou om de manier
waarop je me hoofdpijn bezorgt
en dan erg lief bent voor die hoofdpijn.’
Toen je het gelezen had
kreeg ik een enorme zoen.
Dàt is nog eens literaire kritiek.
.
In één nacht
Over de doden
.
Over de doden niets dan goeds. Over hen die gaan sterven ook niet. Over een stervende heeft Herman de Coninck het volgende gedicht geschreven met de titel ‘In één nacht’ uit de bundel ‘Gedichten’ uit 2000.
.
In één nacht
In één nacht, tussen twee infarcten in, zegt ze hem
nog gauw waar hij de sleutel van haar kluis
kan vinden. Hij had een treffender laatste zin in huis.
Maar zij kent hem beter. Doodgaan is niets, maar al
die paperasserij. Hou jij je maar bezig met erven,
ik met sterven.
Hoe noem je iets wat je niet meer bent, een zoon of zo? Pijn?
De deur waardoor hij in het leven kwam, staat open. Het tocht
van oneindigheid. Van eindigheid. Hij is. Hij moet zijn.
.
Mijn moedertje
Herman de Coninck
.
Vandaag een gedicht van Herman de Coninck over zijn moeder. Het is niet het enige gedicht dat hij schreef zijn moeder. Uit de titel van dit gedicht maar zeker ook uit het gedicht zelf, blijkt voor mij de liefde die hij voor zijn moeder voelde. Uit de bundel ‘de Gedichten’ uit 1998.
.
Mijn Moedertje
juist als ik bedenk hoe onnoemelijk mooi je rug
verandert in twee wonderen,
komt mijn moeder binnenvallen om nog avondijke
overschrijvingen te doen. we zoeken beide de vrede
des harten op nogal verschillende manieren.
ze komt om haar dagelijkse portie zoon.
ze zegt dat ik mijn voeten moet verwijderen
van de zetel van haar keuze, en laat er dan
haar achterste als een strandbal in neer.
op de schoot waar ik vroeger zat liggen
belastingformulieren die ze beter begrijpt.
het is niet haar fout dat ik mezelf ben,
echt niet. we zwijgen.
tot ze eindelijk slapengaat. ik plak
een zoen als een scheve postzegel
op haar kaak. ik lig een verdieping hoger wakker
dan zij. door de avond razen treinen
als lange aa’s door lange ziekenzalen.
.
Pointillisme
Voor Laura en Tom
.
Verrast was ik toen ik al lezend in ‘De Gedichten’ van Herman de Coninck het gedicht ‘Pointillisme’tegen kwam. Niet zozeer door de titel of de inhoud maar door het gegeven dat het ‘voor Laura en Tom’ was geschreven. Mijn tweeling neefje en nichtje heten zo, dus speciaal voor hen vandaag dit gedicht van Herman uit de bundel ‘Vingerafdrukken’ uit 1997..
.
Pointillisme
Voor Laura en Tom
Sloten onder kroos, pointillisme
van groen, stilliggend geril
van begin, natuur die vijf miljard puntjes tegelijk
op haar i’s zet.
Ik op mijn buik langs zo’n sloot.
Geef me mijn bril eens. Puntjes op de i inspecteren
is mijn beroep en vooral: daarbij op mijn buik liggen.
Hoeveel puntjes heb je nodig voor groen?
Hoeveel zandkorrels, zandkorzels, voor strand?
Hoeveel mensen voor mensheid?
Twee.
Iemand met sproeten, en iemand die ze telt.
.














