Site-archief
Een reis door de stad waar mijn leven compleet voelt
Chelsy Valentina
.
De Haagse Chelsy Valentina (2008) werd op Nationale Gedichtendag, 26 januari 2023 gekozen uit de Haagse middelbare scholieren die de lessenserie Jonge stadsdichter-scholenwedstrijd volgden. Hiermee werd zij de eerste Jonge Stadsdichter van Den Haag. Haar winnende gedicht ‘Een reis door de stad waar mijn leven compleet voelt: Den Haag’ gaf tijdens de finale de doorslag.
Chelsy mag zich een jaar lang de Jonge Stadsdichter van Den Haag noemen. De finale van de scholenwedstrijd, een initiatief van Gemeente Den Haag, Bibliotheek Den Haag, Huis van Gedichten en Literatuurmuseum, vond plaats tijdens Nationale Gedichtendag in de Centrale Bibliotheek. Finalisten van acht Haagse scholen mochten hun gedicht voordragen. Chelsy krijgt het komende jaar begeleiding in schrijven en voordragen van Huis van Gedichten.
Haar eerste optreden was tijdens de uitreiking van de Haagse literatuurprijzen, die jaarlijks worden toegekend door de Jan Campert-stichting namens de gemeente Den Haag. Hieronder kun je haar winnende gedicht lezen.
.
Een reis door de stad waar mijn leven compleet voelt: Den Haag
.
Beste lezer laat me je meenemen door een reis door
de stad waar mijn leven compleet
voelt. Den Haag.
.
Bus 21. Drukte is er altijd het
geeft je schoolbus-vibes, altijd vol
leerlingen en verhalen. Geeft je nog
even tijd om met je geliefde de zijn.
Bus 21. Connect je op verschillende
manieren.
.
Daarna pakken we tram 9. Samen lachen
met elkaar terwijl je onderweg bent
Het is je oplaad/rust moment na
een heel drukke dag. Chaos hoort
er ook bij. Het brengt je bijna
overal en geeft je de mogelijkheid
om meer memories te maken en
beleven.
.
En we eindigen in je wijk, plek
waar je je hoort thuis te voelen of
juist niet. Je voelt je vrij. Je kan
zonder zorgen jezelf zijn.
Elke wijk heeft zijn sfeer,
maar toch hebben we veel
met elkaar gemeen.
.
De stad is waar we uitstappen
Het is je self care moment. Je hoort
het gelach en de vrolijkheid.
Plek waar verhalen en geschiedenis
bij elkaar komen.
.
Zeer zeker mijn geliefde
Dichters van morgen
.
Toen ik begin jaren ’80 mijn opleiding volgde aan de P.A. Tiele Academie in Den Haag, was een van mijn docenten (Nederlandse Letterkunde) Han Foppe (1939). Hij was toen onder andere actief in de jury van de prijzen van de Jan Campert-Stichting (1980 – 1997). Ik herinner me dat wij als studenten werden uitgenodigd om bij de uitreiking te zijn in het gebouw van de Koninklijke Bibliotheek. Han Foppe was een man met een groot hart voor de Nederlandse Literatuur. Door hem en zijn enthousiasmerende manier van lesgeven ben ik ‘Bougainville’ van F. Springer (prachtig boek) en ‘Mijn naam is Garrigue’ van Henk Romijn Meijer gaan lezen.
Wat schetst mijn verbazing (en toch ook weer niet helemaal) toen ik zijn naam tegen kwam in de (gedigitaliseerde) bundel ‘Dichters van morgen’ van Ad den Besten. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters uit 1958 op https://www.dbnl.org/tekst/best004dich01_01/best004dich01_01.pdf . Han Foppe (toen 19 jaar en leerling van een Kweekschool) had meegedaan aan de Windroos-poëzieprijsvraag 1957 en had het geschopt tot (1 van de drie) eervolle vermelding(en), dit naast de drie prijswinnaars (waarvan ik geen enkele naam ken).
Ad den Besten schrijft in het voorwoord dat veel gedichten en manuscripten hem als uitgever werden toegestuurd maar dat hij evenzovele moest terug sturen. Hij merkt ook op dat “de meeste uitgevers zagen kennelijk meer heil in – begrijpelijkerwijs- het werk van bepaalde ‘arrivé’s’ of – onbegrijpelijkerwijs- de produkten van allerlei nulliteiten”. In die zin is is er eigenlijk weinig veranderd sinds de jaren ’50 (behalve dan dat het in eigen beheer uitgeven van een dichtbundel tegenwoordig zoveel makkelijker en professioneler kan worden gedaan). Tegelijkertijd schrijft hij elders in zijn voorwoord: De kans is groot dat van verschillende van deze ‘dichters van morgen’ morgen geen sterveling meer een gedicht zal vinden” en “In die zin moet de titel Dichters van morgen dan ook worden verstaan: ik heb in deze bundel plaats geboden aan een 59-tal vaak héél jonge auteurs-evenveel als er in de laatste druk van Stroomgebied staan! -, dichters wier verzen m.i. een belofte inhouden voor morgen, dichters die ik, de een meer, de ander minder, in toekomstperspektief kan zien.”
Verreweg het grootste deel van in deze bundel bijeengebrachte gedichten, kwamen tot de uitgever ( De Windroos) na een oproep tot deelname aan de Windroos-poëzieprijsvraag 1957, waaraan alleen dichters die op 1 januari 1958 nog geen 35 jaar waren. Han Foppe was dus één van die deelnemende dichters. Het gedicht dat een eervolle vermelding kreeg ‘Zeer zeker mijn geliefde’ kun je hieronder lezen.
.
Zeer zeker mijn geliefde
.
zeer zeker
mijn geliefde is
van zuiver hout
van notenhout uit spanje
en zij is
van een donzige grassoort
waarop het heerlijk
is te liggen
en van een soort
die men nergens meer vindt
jawel mijn geliefde
zij is geboren
uit een berkeboom
en haar vader was gras
en haar nichten zijn
van een water
waarvan men slechts kan dromen
en dan haar broeders
die grote tijgers zijn
en o mijn geliefde
haar zonen
zij moeten welhaast
de grote vogels zijn
waarvan de schetsen
nu reeds
in ons voorhoofd
zijn gegrift
en haar dochters
o haar dochters
wellicht zijn het tijgers
van gras
zijn het tijgers
van louter wilgenhout
o haar dochters
die zeer zeker
van zuiver stem
zullen zijn
.





